Wat is het?
Tics
Een tic is een terugkerende plotse, korte beweging (motorische tic) of terugkerend plots geluid (een vocale tic). Tics zijn onwillekeurig.
- Dat wil zeggen dat de persoon die tict niet die bedoeling heeft. Het gebeurt gewoon.
- Tics hebben geen ‘doel’ of nut op zich.
- Ze zorgen vaak voor een gevoel van ontlading bij diegene die tict.
Wanneer je tics over een periode heen bekijkt, kan je ze opdelen in drie categorieën:
- voorbijgaande tics (korter dan een jaar);
- een ticstoornis zoals langdurige tics (tics gedurende langer dan een jaar);
- een ticstoornis zoals het syndroom van Gilles de la Tourette, of kortweg: Tourette.
Tourette
Tourette is een ticstoornis met verschillende bewegingstics en minstens één geluidstic. De tics houden minstens 1 jaar aan en ontstaan voor de leeftijd van 21 jaar.
Bij Tourette spelen genen, neurotransmitters (communicatiestoffen in de hersenen) en omgevingsfactoren een rol.
De specifieke genen voor ticstoornissen zijn nog niet gevonden. Wetenschappers nemen aan dat genen invloed uitoefenen in combinatie met persoonlijke factoren of omgevingsfactoren, zoals bijv. emotionele stress, angst of vermoeidheid.
Hoe vaak komt het voor?
Tics komen vaak voor (tot 1 op 5 kinderen heeft er wel eens) en gaan meestal spontaan voorbij. Ze komen het vaakst voor rond de leeftijd van 8 jaar.
Bij zo’n 2 op 100 kinderen komen de tics langdurig voor. Dat zijn dan chronische tics.
Bij ongeveer 1% van de totale bevolking is er sprake van Tourette.
Ticstoornissen komen vaker in families voor. De kans dat een broertje of zusje van een patiënt met Tourette of een ticstoornis ook tics krijgt, is ongeveer 15 keer hoger dan in de gewone bevolking.
In geval van chronische tics en Tourette, kan het zijn dat iemand tics blijft hebben. Zeker op bepaalde (bijv. spannende) momenten.
Het is niet uitzonderlijk dat iemand met tics die op school (onbewust) onderdrukt en ze vooral thuis te zien zijn. Soms zijn de tics meer aanwezig in bepaalde sociale situaties.
Problemen zoals aandachtstoornissen, dwangstoornissen, leerstoornissen, stotteren, depressie, … komen vaker voor bij personen met Tourette.
Hoe kan je het herkennen?
Bewegingstics kunnen voorkomen over het hele lichaam. Meestal kan je ze zien op het gezicht of ter hoogte van het bovenlichaam.
Veel voorkomende bewegingstics zijn:
- schudden met het hoofd;
- knipogen;
- grimassen met de mond;
- optrekken van de schouders;
- …
Typische geluidstics zijn:
- hoesten;
- zuchten;
- geeuwen;
- snuiven;
- grommen;
- blaffen.
Soms treden er complexere tics op zoals:
- een combinatie van verschillende tics;
- huppelen;
- plotse uitbarstingen van scheldwoorden: 30% van de mensen die lijden aan het syndroom van Gilles de la Tourette hebben hier last van.
Tics komen vanzelf en kunnen alleen met (grote) moeite worden tegengehouden. Ze worden vaak voorafgegaan door een soort drang om de tic uit te voeren. Die drang wordt meestal erger door ze te onderdrukken.
Soms zijn tics lastig voor de persoon die ze uitvoert. Die last kan zowel lichamelijk (bijv. last van spierspanning) als emotioneel zijn (bijv. angst om uitgelachen te worden).
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Wanneer de tics langer dan twee maanden aanhouden, verwijst de huisarts door naar een kinderarts, kinderpsychiater of -neuroloog voor verder onderzoek. Dat onderzoek gebeurt aan de hand van vragenlijsten en observatie.
Wat kan je zelf doen?
Heeft je kind tics? Maak je dan niet onmiddellijk zorgen.
- Je kan bij milde tics gerust een paar maanden afwachten zonder naar je arts te stappen.
- Geef geen aandacht aan de tics.
Probeer na te gaan of bepaalde situaties de tics doen verergeren. Is dat het geval?
- Dan is het goed om te weten dat tics vaak afnemen in een ontspannen omgeving.
- Probeer daarom structuur te bieden en stressvolle situaties te vermijden.
- Een goede nachtrust is uiteraard ook belangrijk.
- Je kan ook je kind helpen ontspannen door bijv. ontspannende momenten in te lassen.
Lichamelijke inspanning zoals bij sport en focussen op een creatieve activiteit zoals muziek kan ook helpen.
Het is géén goed idee om je kind te doen stoppen met ticcen.
- Het is belangrijk voor een goede ontwikkeling en het welzijn van een kind dat het zichzelf kan zijn.
- Samen zoeken naar een plek waar je kind de tics de vrije loop kan laten, is wel een goed idee.
Soms verdwijnen de tics na een tijdje vanzelf, soms komen er andere in de plaats. Dat kan je niet controleren.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Tics zijn op zich niet erg. Bij een kind met milde tics wacht je best enkele maanden op spontane verbetering. Mogelijk verdwijnt de tic volledig, maar hij kan ook overgaan in een andere tic.
Je arts probeert daarom je kind, het gezin en de omgeving goed te informeren en ook gerust te stellen. Goede informatie over wat tics zijn, is belangrijk, zowel voor het kind als de omgeving.
Naast uitgebreide uitleg over de tics, is het vaak nuttig in overleg te gaan met de leerkracht of zorgcoördinator op school. Het allerbelangrijkste is immers dat een kind zijn of haar tics niet probeert te onderdrukken.
Zijn de tics toch langer aanwezig en zijn ze vervelend voor het kind zelf? Dan verwijst je arts jullie door naar een kinderarts, kinderpsychiater of -neuroloog.
Blijven de tics hinderlijk? Dan stelt de arts een behandeling voor. Gedragstherapie bij een erkende psycholoog kan dan nuttig zijn. In sommige gevallen kan het nodig zijn dat een specialist medicatie opstart. De huisarts kan dan verder mee opvolgen.
Een behandeling is erop gericht de klachten die de tics geven te verlichten. Het doel van een behandeling is zorgen dat je kind zo weinig mogelijk last (lichamelijk en emotioneel) heeft van de tics.
Er zijn geen bewijzen dat alternatieve behandelingen helpen om tics te verminderen.
Meer weten?
- https://www.tegek.be/psychische-problemen/klachten/ticstoornis
- https://www.iktic.be/
- https://tourette.nl/
- Het 'samenleesboek' Vic heeft een tic, van Eva Van der Linden (2016) met bijdrages van Prof. Dr. Steyaert, Dr. Van der Linden en Mr. Buelens.
Bronnen
- www.ebpnet.be
- https://kenniscentrum-kjp.nl/professionals/tics/
- Van der Linden, E. Vic heeft een tic. Aldo, 2016.