Wat is het?
ADHD is een veelvoorkomende psychiatrische aandoening die gekenmerkt wordt door een overmatige beweeglijkheid (hyperactiviteit), concentratiestoornissen, impulsief gedrag en onoplettendheid.
ADHD is een stoornis in de ontwikkeling van het zenuwstelsel die zich openbaart in de kindertijd en zich vaak verderzet tijdens het volwassen leven. De manier waarop de symptomen tot uiting komen in de overgang van kind naar volwassene kan wel veranderen.
- Zo manifesteren de symptomen van onoplettendheid zich bij volwassenen met ADHD eerder in termen van slecht time management, vergeetachtigheid en snel afgeleid zijn tijdens het uitvoeren van administratief werk.
- Hyperactieve-impulsieve symptomen komen bij volwassenen dan weer tot uiting in een subjectief gevoel van rusteloosheid, de keuze voor een zeer actieve job, het vaker afwisselen van jobs en relaties, het storen van anderen tijdens hun bezigheden, een lage tolerantiedrempel (snel geïrriteerd of boos worden) of het onderbreken of afmaken van andermans zinnen.
Er bestaat een vorm van ADHD waarbij alleen concentratiestoornissen voorkomen, en hyperactiviteit ontbreekt. Deze vorm wordt ADD (Attention Deficit Disorder) genoemd, en is minder makkelijk herkenbaar dan ADHD.
Oorzaken van ADHD
De basis van ADHD ligt in een ontwikkelingsstoornis, waarbij het kind anders reageert op zowel zintuiglijke (zien, horen, voelen,..) als emotionele prikkels. Zo zal een kind met ADHD overdreven reageren op stressvolle situaties, bijv. ruzie in het gezin, hoge schooleisen, verlies,…
Er bestaat een duidelijke erfelijke aanleg voor ADHD, maar ook omgevingsfactoren tijdens de vroegste ontwikkelingsstadia kunnen een rol spelen. Een ouder van een kind met ADHD kan zelf ook aan ADHD lijden. Bijgevolg kan deze ouder enerzijds de problemen van het kind beter begrijpen, maar anderzijds meer worstelen met een consequente opvoeding.
Er is veel aandacht voor ADHD. Soms wil men de diagnose ADHD kunnen stellen om moeilijk gedrag te verklaren. Gedragsproblemen kunnen echter ook een andere oorzaak hebben, los van of bovenop ADHD. Daarom is het belangrijk dat de emotionele ontwikkeling van het kind uitgebreid wordt onderzocht, om zo tot een volledig beeld te komen en de juiste behandeling en aanpak te kunnen bepalen.
Hoe vaak komt het voor?
Naar schatting 5 tot 7% van de schoolgaande kinderen lijdt aan ADHD; dit betekent gemiddeld één kind in elke klas.
Het voorkomen van ADHD bij volwassenen is ongeveer 3-4%. In 60 tot 80% van de gevallen lopen de symptomen van ADHD door van de kindertijd tot de volwassenheid. Zichtbare symptomen verminderen echter vaak met de leeftijd.
Gedragsproblemen als gevolg van ADHD komen vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Omdat het probleemgedrag minder uitgesproken is bij meisjes, wordt de diagnose bij hen soms niet gesteld.
Hoe kun je het herkennen?
- Gedraagt je kind zich heel druk?
- Kan je kind moeilijk stilzitten?
- Gedraagt het zich impulsief en ongeremd?
- Is je kind vaak verstrooid?
- Heeft het problemen om zijn aandacht bij het spel of bij de les te houden?
- Reageert het overmatig op stress of op veranderingen?
Dit kunnen allemaal symptomen zijn die wijzen op ADHD. Uiteraard is verder onderzoek steeds nodig om een juiste diagnose te kunnen stellen.
- In 50 tot 80% van de gevallen hebben kinderen met ADHD ook andere psychiatrische problemen, zoals depressie, overmatige angst of opstandig gedrag.
- In 20 tot 25% van de gevallen gaat ADHD gepaard met leer- of ontwikkelingsstoornissen, bijv. met betrekking tot de taalvaardigheid, de bewegingsfunctie, de waarneming of de communicatie.
- Sommige kinderen met ADHD hebben een laag zelfbeeld of een gebrek aan sociale vaardigheden.
- ADHD kan deel uitmaken van een andere ernstige aandoening, waaronder bepaalde vormen van autisme, dwangstoornissen of ticstoornissen.
Bij volwassenen wordt ADHD vaak over het hoofd gezien en blijft het bijgevolg onbehandeld. Een onbehandelde vorm van ADHD wordt gelinkt aan een sterk verhoogde kans op het later ontwikkelen van een verslaving, en aan een snellere overgang van minder zwaar middelengebruik naar ernstigere vormen. Een verslaving is vaak complexer en chronischer dan bij patiënten zonder ADHD, en moeilijker te behandelen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Op basis van een screening zal je arts beslissen of verder onderzoek aangewezen is. Screeningsvragenlijsten alleen volstaan immers niet om een diagnose te stellen.
Je arts zal je doorverwijzen voor verder onderzoek naar een multidisciplinair team waarin hulpverleners met verschillende bekwaamheidsgebieden, onder wie vaak ook een kinderpsychiater, samenwerken. De school en/of opvang van het kind worden steeds betrokken bij het onderzoek.
Wat kun je zelf doen?
Observeer je kind en noteer wanneer en hoe vaak het bepaald gedrag vertoont. Zoek tijdig hulp als je denkt dat je kind ADHD heeft. Hoe vroeger de diagnose gesteld wordt, hoe eerder de begeleiding kan starten.
Op de website van het Centrum ZitStil en het zorgpad ADHD vind je veel nuttige informatie over ADHD.
Wat kan je arts doen?
Zowel het vaststellen van ADHD als het opstarten van medicatie gebeurt door een specialist of een gespecialiseerd team.
Behandeling en begeleiding
Het ogenblik waarop de behandeling of begeleiding bepaald en opgestart wordt, is afhankelijk van verschillende factoren:
- eventuele bijkomende emotionele problemen of ontwikkelingsstoornissen;
- eventuele andere gezinsproblemen;
- de draagkracht van de ouders;
- de beschikbaarheid van lokale voorzieningen.
De meest succesvolle aanpak is steeds gebaseerd op hulp voor het kind zelf en voor het gezin. Het doel is om de symptomen onder controle te krijgen en de aanwezige stoornissen te verminderen. Verder is het belangrijk om de emotionele ontwikkeling van het kind te ondersteunen: hierbij is het de bedoeling dat het kind zich bewuster wordt van zijn gevoelens in verschillende sociale omstandigheden, en in staat is om deze gevoelens te uiten. De ouders leren om het kind gepaste hulp te bieden.
Met geneesmiddelen wordt beter niet gestart louter op basis van de symptomen, maar na een uitgebreid onderzoek van het kind.
Multidisciplinaire samenwerking
Een nauwe samenwerking tussen de school (CLB) en het gezin is noodzakelijk. Meestal moeten er speciale regelingen getroffen worden, zoals:
- aandacht voor de behoeften van het kind;
- een duidelijke structuur in de aanpak;
- de aanwezigheid van een assistent in het klaslokaal;
- onderwijs in kleine groepen;
- ...
Hulp door deskundigen bij de studie- en beroepskeuze is noodzakelijk. Ook de overgang van de kindertijd naar de volwassenheid vraagt bijzondere aandacht.
Als een van de ouders zelf ADHD heeft, krijgt deze ouder best ook een passende behandeling of begeleiding. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind.