Wat is het?
Leeftijd heeft een invloed op het geheugen en op leerprocessen. Ouderdom gaat gepaard met een lichte achteruitgang van:
- het vermogen om te onthouden;
- het vermogen om nieuwe kennis en vaardigheden op te doen;
- het opkomen van spontane herinneringen;
- het redeneren.
Bij het ouder worden is er echter geen daling van:
- het vermogen om informatie te bewaren;
- het leervermogen;
- de mogelijkheid om herinneringen op te roepen;
- de mogelijkheid om zaken uit het verleden te herkennen.
Dit betekent dus dat het normale verouderingsproces geen belangrijke invloed heeft op de dagelijkse activiteiten en het sociale functioneren van een persoon. Daarom beschouwen we de lichte ongemakken die met het ouder worden opduiken niet als een aandoening, maar als het resultaat van een natuurlijk proces.
Soorten geheugenstoornissen
- Onder geheugenklachten verstaan we een verminderd vermogen om informatie te onthouden, op te slaan en weer op te halen. De oorzaak ligt in een verminderd functioneren van sommige hersendelen.
- Cognitieve symptomen verwijzen naar een daling van de aandacht, de uitvoerende functies, het abstract denken, de oriëntatie, de taal, het geheugen en de visuele vaardigheden.
- Milde cognitieve stoornissen (MCI of Mild Cognitive Impairment) zijn een verzameling symptomen gerelateerd aan een verminderde werking van het geheugen en/of het afnemen van de leer- en kennisvaardigheden, zonder grote weerslag op de normale dagelijkse activiteiten. Een combinatie van meerdere factoren is meestal de oorzaak.
- Een geheugenziekte resulteert in een duidelijke achteruitgang van zowel het geheugen als de cognitieve functies, zoals het spreken en het uitvoeren van taken. Het eindresultaat zal bijna altijd dementie zijn. De meest voorkomende geheugenziekten zijn:
- de ziekte van Alzheimer;
- vasculaire dementie (te wijten aan een verminderde bloedsomloop);
- aandoeningen die de hersenen kunnen aantasten, zoals de ziekte van Parkinson.
- We spreken over dementie als de aantasting van het geheugen en de cognitieve functies zodanig is dat de zelfredzaamheid bij dagelijkse activiteiten, het werk en sociale relaties beduidend verslechtert.
- De term dementie verwijst naar het geheel van de symptomen. Het is geen aandoening op zich, maar de oorzaak is wel altijd lichamelijk.
- Dementie is meestal progressief, d.w.z. dat het met de tijd verergert.
- Heel soms ligt een behandelbare afwijking aan de basis, zoals een verminderde schildklierwerking.
- Het verschil met achteruitgang door een normaal verouderingsproces ligt in de beschadiging van hersenweefsel. Bij dementie ligt er wel degelijk een hersenaandoening aan de basis.
Wanneer kun je een geheugenstoornis vermoeden?
Er kan sprake zijn van een geheugenstoornis in volgende gevallen:
- veranderingen opgemerkt door een familielid;
- aanhoudend en storend geheugenverlies;
- belemmering bij de uitvoering van werk of huishoudelijke taken;
- te laat komen op afspraken;
- oneigenlijk gebruik van diensten en moeite om behandelingsinstructies op te volgen;
- verwarring;
- slecht herstel van een acute ziekte of een ingreep;
- moeilijkheden om op woorden te komen;
- oriëntatieproblemen, zoals bijv. verloren lopen;
- verlies van tijdsbesef;
- vergissingen in de waarneming;
- vermindering van het redenerend vermogen en het oplossen van problemen;
- moeilijkheden om financiële zaken te behartigen;
- verandering van de persoonlijkheid;
- achterdocht of angst, isolatie uit de sociale contacten en vermindering van initiatief;
- verminderde alertheid, opgemerkt door een bezoekende arts of verpleegkundige.
Oorzaken en beoordeling van achteruitgang van het geheugen
Geheugenklachten vragen altijd verder onderzoek. Depressie en andere behandelbare oorzaken moeten steeds uitgesloten worden.
De oorzaken worden ingedeeld in:
- voorbijgaande oorzaken;
- complicaties van chronische aandoeningen;
- progressieve geheugenziekten;
- behandelbare oorzaken.
Voorbijgaande oorzaken
Voorbijgaande oorzaken nemen af of kunnen verdwijnen mettertijd.
- afwijkingen in de bloedsomloop van de hersenen;
- TIA (Transient Ischemisch Attack), een voorbijgaande vernauwing of verstopping van een hersenbloedvat;
- voorbijgaand globaal geheugenverlies (amnesie), bijv. na een ongeval;
- letsels van de kleine hersenen;
- epileptische aanval;
- bijwerkingen van medicatie of stimulerende middelen;
- psychiatrische oorzaken, zoals depressie, angst, burn-out, psychoses, …;
- verwardheid.
Complicaties van chronische aandoeningen
Complicaties van chronische aandoeningen kunnen we beschouwen als blijvende letsels na of tijdens een ziekte.
- hersenletsel door welke oorzaak ook, bijv. na een ongeval of agressie;
- stoornissen in de bloedsomloop;
- Door een bloeding of door het afsluiten van een slagader krijgt een stukje hersenweefsel geen bloedtoevoer meer en sterft het af.
- Dit noemen we een cerebrovasculair accident of CVA. Het afgestorven stukje weefsel is een herseninfarct.
- ontstekingen;
- vitamine B1-tekort;
- littekens na chirurgie of bestraling;
- hersenbeschadiging door alcoholgebruik.
Progressieve geheugenziekten
De bekendste progressieve geheugenziekten ten gevolge van evoluerende hersenaandoeningen zijn:
- de ziekte van Alzheimer;
- vasculaire dementie ten gevolge van een slechte bloedsomloop.
Behandelbare oorzaken
Behandelbare oorzaken omvatten een hele reeks aandoeningen met geheugenklachten als een van de symptomen.
- psychiatrische aandoeningen, zoals depressie;
- stofwisselingsziekten, zoals schildklieraandoeningen;
- tekorten aan vitamine B12, foliumzuur, nicotinezuur, …;
- herseninfecties zoals hiv, ziekte van Lyme, herpes, ...;
- hersenbloedingen en -tumoren;
- zuurstoftekort in de hersenen door COPD, bloedarmoede of een te lage bloeddruk;
- bijwerkingen van medicatie, zoals kalmeer- en slaapmiddelen;
- bijwerkingen van stoffen die giftig zijn voor het zenuwstelsel, zoals alcohol.
Dementie
Dementie wordt gekenmerkt door de combinatie van geheugenstoornissen en cognitieve stoornissen. Deze laatste uiten zich in moeilijkheden met taal (afasie), waarbij de persoon de juiste woorden niet vindt of niet meer kan uitspreken. Dikwijls gaat dit gepaard met het niet herkennen van dingen. Daarnaast heeft de persoon moeite om de juiste handelingen uit te voeren. Ook de uitvoerende functies zijn verstoord, zoals plannen en organiseren. Verschillende handelingen na elkaar uitvoeren wordt zeer moeilijk.
Vormen van dementie
We onderscheiden 2 vormen van dementie: vasculaire dementie en de ziekte van Alzheimer. In beide gevallen ontstaat er hersenschade.
- Bij vasculaire dementie is er een stoornis van de bloedvoorziening in (delen van) de hersenen.
- Bij de ziekte van Alzheimer ontstaat er een opstapeling van bepaalde eiwitten in de hersenen. Ze vormen kleine klompjes die zich in het hersenweefsel afzetten (plaques). Daardoor verandert de geleiding van de zenuwprikkels en worden functies verstoord.
Milde, matige en zware dementie
Dementie wordt ingedeeld volgens ernst in een milde, matige en zware vorm.
- Bij milde dementie is de persoon, ondanks zijn achteruitgang, nog in staat om zelfstandig te wonen en om redelijk te oordelen.
- Bij matige dementie is er een zekere mate van toezicht nodig. Het vermogen om onafhankelijk te functioneren is verminderd. Een auto besturen wordt moeilijk, en ook de rechtsbekwaamheid komt in het gedrang.
- Bij zware dementie ten slotte is continu toezicht nodig en zijn de dagelijkse activiteiten niet meer mogelijk op een zelfstandige manier.
Meer weten?
- www.dementie.vlaanderen: portaalwebsite van de Vlaamse overheid over dementie
- Info over geheugenproblemen
- Info over vergeetachtigheid
- Informatiefiche Farmaka 'U zorgt voor een persoon die dementie heeft': algemene tips bij het zorgen voor een persoon met dementie