Wat is schizofrenie?
Schizofrenie is meestal een langdurige psychiatrische aandoening. Als je aan schizofrenie lijdt, werkt je geest anders dan die van andere mensen. Dat kan invloed hebben op je gedachten, emoties en hoe je de wereld ervaart. De meeste mensen met schizofrenie hebben terugkerende psychoses.
- Een psychose is een toestand waarbij je het normale contact met de werkelijkheid gedeeltelijk of helemaal verliest.
- Je hoort, ziet of denkt dingen die anderen niet horen, zien of denken. Het is dan moeilijk om te weten wat echt is en wat je je verbeeldt.
Tussen deze psychoses door kunnen mensen met schizofrenie geen symptomen hebben of last hebben van aanhoudende symptomen die niet weggaan (zie verder).
Oorzaken van schizofrenie
We weten niet precies waarom sommige mensen schizofrenie krijgen en anderen niet. Maar mensen waarbij schizofrenie in de familie zit, lijken meer kans te hebben om de aandoening te ontwikkelen.
Je omgeving en ervaringen spelen ook een rol. Bepaalde gebeurtenissen in je tienerjaren kunnen een psychose uitlokken. Zulke gebeurtenissen kunnen bijvoorbeeld zijn:
- veel stress hebben;
- drugs gebruiken, zoals cannabis, of veel alcohol drinken.
Het is belangrijk om te weten dat niet iedereen die een psychose meemaakt, schizofrenie zal ontwikkelen. Onderzoek toont dat tot 20 op de 100 mensen goed herstellen na een eerste psychose.
Hoe vaak komt schizofrenie voor?
De kans dat iemand schizofrenie krijgt, varieert wereldwijd. Cijfers van de WHO schatten in dat ongeveer 1 op 300 mensen aan de aandoening lijdt.
- Schizofrenie begint meestal tussen de 20 en 30 jaar.
- Mannen lijden vaker aan schizofrenie dan vrouwen.
Hoe kan je schizofrenie herkennen?
Schizofrenie wordt gekenmerkt door:
- een prodromaal stadium (de fase die aan een psychose voorafgaat);
- de psychose zelf;
- de periodes tussen de psychoses.
Symptomen kunnen geleidelijk ontstaan over weken of maanden, of ze kunnen plotseling komen.
Prodromaal stadium
Voor de psychose er echt is, kan je al klachten hebben zoals:
- Je voelt je vaak angstig of depressief.
- De eerste (milde) tekenen van een psychose kunnen ontstaan:
- Je vertrouwt andere mensen steeds minder.
- Je hoort voor het eerst af en toe een stem.
- Je ziet af en toe iets, zoals een schaduw of lichtflits.
- Je hebt minder zin in sociale contacten.
- Je hebt moeite met je aandacht ergens bij te houden.
- Je hebt moeite met denken.
- Je doet en praat steeds minder.
Psychose
Tijdens de psychose treden de zogenaamde ‘positieve symptomen’ naar voren:
- Dingen verbeelden die niet echt zijn (hallucinaties):
- Bijvoorbeeld dingen zien, horen, ruiken of proeven die er niet echt zijn.
- Geloven in dingen die niet waar zijn (wanen).
- Je kan bijvoorbeeld denken dat iemand je probeert te vergiftigen, je gedachten probeert te controleren of je achtervolgt.
Deze ervaringen worden 'positieve symptomen' genoemd omdat je nieuwe gedragingen krijgt die je eerder niet had en de werkelijkheid op een andere manier ervaart. Het woord ‘positief’ heeft hier dus niets te maken met ‘leuk’ of ‘fijn’.
- Je kan het moeilijk vinden om te geloven dat deze ervaringen deel uitmaken van een ziekte. Je kan denken dat er niets mis met je is.
- Deze ervaringen kunnen erg stressvol zijn.
Periodes tussen de psychoses
In de periodes tussen de psychoses treden de negatieve symptomen naar voren, bijvoorbeeld:
- Je hebt weinig zin om te praten.
- Je hebt weinig energie.
- Je isoleert jezelf.
- Je hebt nergens plezier in.
Deze symptomen worden 'negatieve symptomen' genoemd omdat je bepaalde gedragingen en emoties mist die je eerder had. Deze symptomen kunnen lang aanhouden.
Schizofrenie kan het ook het moeilijk maken om op een georganiseerde manier te denken of dingen te onthouden. Bijvoorbeeld:
- Je kan het moeilijk vinden om je te concentreren.
- Je spraak kan door elkaar zijn en moeilijk te volgen voor anderen.
- Je kan erg ongeorganiseerd worden en moeite hebben om voor jezelf te zorgen.
Het is normaal om je erg angstig of boos te voelen.
Je kan ook denken aan zelfmoord. Als dat gebeurt, praat dan dringend met je zorgverlener.
De symptomen van schizofrenie kunnen je leven erg moeilijk maken. Je kan merken dat dagelijkse taken veel meer moeite kosten.
Hoe stelt je arts schizofrenie vast?
Dikwijls is het de familie die als eerste het probleem aankaart bij de huisarts. Die zal de patiënt verwijzen naar een psychiater. Het is de psychiater die de diagnose van schizofrenie stelt. Een voorwaarde voor de diagnose gesteld kan worden is dat:
- de klachten minstens één maand aanwezig zijn
en - je daardoor minder goed functioneert.
Samen met een multidisciplinair team (een team van verschillende zorgverleners) zal de psychiater:
- jou (en eventueel je gezin) vragen stellen;
- een lichamelijk onderzoek uitvoeren.
Er gebeurt ook een bloedafname en eventueel een urineonderzoek. Die dienen om middelenmisbruik en andere aandoeningen uit te sluiten.
Wat kan je zelf of als naaste doen?
Wat kan je zelf doen?
- Volg je behandeling: Neem je medicatie zoals voorgeschreven en volg therapie. Stop je medicatie niet plotseling, want dan is er een groot risico op een nieuwe psychose.
- Blijf communiceren: Praat openlijk met je zorgverleners en naasten over wat je voelt en meemaakt.
- Leer over je aandoening: Informatie over schizofrenie kan je helpen beter te begrijpen wat je doormaakt.
- Herken signalen: Wees alert op vroege tekenen van terugval, zodat je op tijd kan reageren. Behandeling met therapie of medicatie kan het risico verminderen dat er een psychose volgt.
- Zorg voor een gezonde levensstijl: Regelmatige lichaamsbeweging en gezonde voeding kunnen je mentale gezondheid verbeteren. Stop met roken en drugs en beperk alcohol.
- Zoek hulp bij zelfmoordgedachten.
- Zorg voor een routine: Probeer een dagelijkse routine aan te houden. Dat kan structuur bieden.
- Neem voldoende rust: Probeer genoeg te slapen. Zorg voor ontspanning en activiteiten die je leuk vindt en je helpen ontspannen.
- Zoek steun:
- Zoek steun bij je naasten.
- Contact met lotgenoten kan ook waardevol zijn. Je kan er tips en inspiratie vinden om met de moeilijke diagnose om te gaan.
- Je kan er ook over praten met je zorgverlener.
Wat kan je als naaste doen?
- Luister en steun: Wees er voor de persoon en luister naar diens gevoelens en ervaringen zonder te oordelen.
- Informatie verzamelen: Leer meer over schizofrenie, zodat je beter begrijpt wat de persoon doormaakt.
- Aanmoedigen tot behandeling: Moedig de persoon aan om therapie te volgen of medicatie te nemen.
- Wees alert voor signalen: Let op veranderingen in gedrag of stemming die kunnen wijzen op een aankomende psychose. Verwijs door naar een zorgverlener. Behandeling met therapie of medicatie kan het risico verminderen dat er een psychose volgt.
- Wees alert voor signalen van zelfmoordgedachten: Praat erover en moedig de persoon aan om hulp te zoeken.
- Zorg voor jezelf: Vergeet niet om ook voor jezelf te zorgen. Zoek steun bij je omgeving. Je kan er ook over praten met je zorgverlener.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Behandeling en begeleiding
Bij een psychose is het belangrijk dat er snel een behandeling wordt opgestart. Dan worden de symptomen van je psychose sneller minder heftig. Het is meestal de psychiater die de behandeling opstart, thuis of in het ziekenhuis.
De psychiater begeleidt je niet alleen. Vaak heb je meerdere zorgverleners die je samen begeleiden, opvolgen en kunnen ondersteunen:
- psycholoog of psychotherapeut, voor psychotherapie;
- psychiatrisch verpleegkundige, voor psychologische begeleiding;
- huisarts, voor lichamelijke en psychische opvolging;
- familiehulp, voor ondersteuning in het dagelijks leven;
- maatschappelijk werker, voor o.a. administratieve ondersteuning;
- arbeidsarts, om je werksituatie te bekijken.
Ook je familie kan bij de behandeling worden betrokken.
Het doel van de behandeling is:
- de symptomen verlichten;
- nieuwe psychoses voorkomen of er tenminste voor zorgen dat ze minder vaak voorkomen en minder heftig zijn;
- je dagelijks leven en je levenskwaliteit verbeteren.
De behandeling bestaat meestal uit een combinatie van medicatie en psychotherapie.
Medicatie
Medicatie is het belangrijkste onderdeel van de behandeling. Antipsychotica helpen om de klachten onder controle te krijgen en te voorkomen dat ze terugkomen. Meestal is het nodig om de medicatie lange tijd te nemen. Er zijn verschillende soorten antipsychotica. De meeste antipsychotica zijn in de vorm van tabletten verkrijgbaar. Maar sommige zijn er ook als injecties.
Deze medicatie kan echter heel wat bijwerkingen hebben. De bijwerkingen verschillen per persoon en per geneesmiddel. Je arts kan samen met jou kijken welke medicatie en welke dosis het beste helpt met de minste bijwerkingen.
- Dit kan echter tijd kosten. Je arts volgt je daarom nauw op, voegt indien nodig tijdelijk andere medicatie toe of wijzigt het antipsychotisch middel of de dosering ervan.
- Regelmatig controleert je arts ook je bloedwaarden en het effect van de medicatie op je lichaam.
Bij een bijkomende depressie of angststoornis kunnen antidepressiva of voor korte tijd kalmeringsmiddelen nodig zijn.
Psychotherapie
Als je klachten wat meer onder controle zijn, kan psychotherapie helpen om beter om te gaan met je aandoening en om een terugval te voorkomen.
- Psycho-educatie: Je zorgverlener geeft je uitleg over schizofrenie en hoe je een terugval kan herkennen en wat je daaraan kan doen. Als je hiervoor toestemming geeft, kunnen je naasten er ook bij aanwezig zijn.
- Gezinstherapie: Bij gezinstherapie ontmoet je samen met je familie een therapeut. Jullie leren meer over schizofrenie en over manieren om beter te communiceren en samen problemen op te lossen.
- Cognitieve gedragstherapie helpt je om positiever over je leven te denken en manieren te vinden om met de symptomen van schizofrenie om te gaan.
Opname
In sommige gevallen is een opname in het ziekenhuis aangewezen, bijvoorbeeld:
- bij ernstige psychoses;
- wanneer de thuissituatie onhoudbaar of onveilig wordt;
- als intensieve begeleiding nodig is.
In uitzonderlijke noodgevallen kan dit zonder toestemming van de persoon met schizofrenie gebeuren. Daarbij gaat het om situaties waarin de persoon met een psychose zichzelf of de omgeving in gevaar brengt. In zulke situaties zegt de wet dat een gedwongen opname nodig is.
Andere ondersteuning
Er zijn verschillende vormen van ondersteuning mogelijk om het dagelijks leven te verbeteren. Dat kan gaan over praktische hulp bij huisvesting, huishoudelijke taken, financiën, werk, sociale contacten ...
Naast praktische ondersteuning is sociale steun van groot belang. Sociale vaardigheidstraining kan helpen om beter met andere mensen om te gaan. Dat kan helpen als je door je aandoening geïsoleerd bent geraakt.
Revalidatieprogramma’s kunnen een waardevolle aanvulling zijn op de behandeling van schizofrenie. Die programma's worden vaak aangeboden in gespecialiseerde centra.
Hoe gaat het verder?
Als je de diagnose schizofrenie hebt gekregen, maak je je misschien zorgen over ziekenhuisopnames en over hoe je een normaal leven leidt. Schizofrenie beïnvloedt je leven, maar iedereen ervaart het anders.
- Sommigen hebben lange periodes zonder symptomen of milde klachten, terwijl anderen vaker zorg nodig hebben of meer tijd in het ziekenhuis doorbrengen.
- Ongeacht de behandeling is het belangrijk om medicatie te blijven gebruiken, zelfs als je je goed voelt. Zo kan je symptomen onder controle houden.
Meer weten?
- Tegek.be: psychose
- Thuisarts.nl: psychose
- Farmainfo.be: informatie over geneesmiddelen
- Rij veilig met medicijnen
Patiëntenverenigingen
- Ypsilon: vereniging voor mensen met psychosegevoeligheid en hun naasten (Nederland)
- UilenSpiegel vzw: vereniging voor mensen met een psychische kwetsbaarheid