Wat is het?
We spreken over een psychose wanneer iemand de werkelijkheid anders beleeft dan ze is. We onderscheiden drie vormen:
- Hallucinaties: dingen die er niet zijn horen, zien, ruiken, voelen of proeven.
- Voor iemand die een psychose doormaakt, zijn deze waarnemingen echt en realistisch.
- Meestal zijn deze belevingen onaangenaam en beangstigend (bijv. stemmen horen, een overleden persoon zien …).
- Wanen: dingen geloven die niet overeenstemmen met de realiteit.
- Deze overtuigingen zijn heel realistisch voor iemand die een psychose doormaakt.
- Ze zijn niet zomaar uit diens hoofd te praten, ook al wordt het tegendeel bewezen (bijv. overtuiging achtervolgd te worden, overtuiging belangrijk en machtig te zijn …).
- Verwardheid of gedesorganiseerd denken: problemen met logisch nadenken.
- De persoon kan zich moeilijk concentreren, er zijn te veel gedachten en gevoelens die door elkaar lopen of elkaar snel opvolgen.
- Daardoor heeft hij of zij het moeilijk om een samenhangend gesprek te voeren of taken af te ronden.
- Hij of zij kan erg chaotisch overkomen.
- Zijn of haar gedrag is vaak niet afgestemd op de situatie waarin hij of zij zich bevindt.
Wat stel je vast?
Een psychose ontwikkelt zich meestal geleidelijk aan. In sommige gevallen kan ze ook acuut ontstaan, bijvoorbeeld na inname van drugs. Vooraleer wanen, hallucinaties of sterke verwardheid op de voorgrond komen, is er vaak een periode waarin subtielere veranderingen optreden in iemands gedrag. Die signalen verschillen van persoon tot persoon en zijn niet specifiek voor het ontwikkelen van een psychose. Voordat een eerste psychose optreedt, kunnen ze daarom enkel aangeven dat iemand het risico loopt om een psychose te ontwikkelen. Als iemand al een psychose heeft doorgemaakt, kunnen gelijkaardige veranderingen een aankomende psychose signaleren. Als je verschillende van deze signalen opmerkt en ze aanwezig blijven of verergeren, wijst dat erop dat die persoon hulp nodig heeft.
Let op de volgende signalen:
- Verward overkomen
- Vreemde, onlogische uitspraken of vreemd gedrag
- Veranderingen in de waarneming (zoals dingen waarnemen die er niet zijn)
- Gevoel dat zaken veranderen en vreemd aanvoelen
- Zichzelf, anderen of de wereld anders vinden
- Eigen gevoel of gedrag, dat van anderen of de omgeving voelen vreemd of onecht aan (als in een droom …)
Andere veranderingen in denken, voelen of gedrag
- Verandering in denken
- Verminderde aandacht en concentratie
- Piekeren
- Verandering in gevoelens
- Blijk geven van uitgesproken negatieve gevoelens
- Zich angstig voelen
- Snel geïrriteerd of boos zijn
- Zich achterdochtiger, wantrouwig opstellen
- Zich neerslachtiger voelen, somber zijn
- Blijk geven van zwakkere positieve gevoelens
- Minder zin hebben in en minder plezier beleven aan activiteiten die normaal leuk gevonden worden, minder kunnen genieten
- Blijk geven van vlakke gevoelens
- Onverschillig lijken bij positieve of negatieve gebeurtenissen.
- Blijk geven van uitgesproken negatieve gevoelens
- Veranderingen in voorkomen en gedrag
- Verandering in beweging
- Nerveus, rusteloos overkomen
- Trager bewegen
- Staren, minder uitgesproken gezichtsuitdrukkingen
- Slaapproblemen
- Eetproblemen
- Minder presteren op werk, school of hobby’s
- Uiterlijk en hygiëne minder verzorgen
- Zich terugtrekken van familie, vrienden en sociale activiteiten
- Verandering in beweging
Aanbeveling
Bijstaan en ondersteunen
- Ga het gesprek aan en blijf rustig.
- Zeg dat je bezorgd bent.
- Wees alert voor zelfmoordgedachten.
- Luister zonder te oordelen. Lach zijn of haar ideeën niet weg.
- Vermijd kritiek of beschuldigingen.
- Ga niet in discussie over wat echt is of niet.
- Erken de ideeën en ervaringen, maar bevestig ze niet.
- Bied steun en toon medeleven.
- Praat helder en duidelijk.
- Wees eerlijk.
- Wil de persoon niet praten? Respecteer dat dan, maar blijf contact houden. Blijf aanwezig en moedig het slachtoffer aan om over zijn of haar gedachten en gevoelens te vertellen tegen mensen die dicht bij hem of haar staan.
Bijstaan en ondersteunen tijdens een ernstige psychose
- Zorg voor veiligheid van jezelf, de persoon en anderen.
- Blijf rustig en luister naar zijn of haar verhaal.
- Praat rustig, zacht en duidelijk.
- Vraag wat je kan doen om te helpen en wie jij of het slachtoffer kan contacteren.
Begeleiden naar professionele en andere hulp
- Moedig de stap naar professionele hulpverlening aan.
- Als de persoon niet geholpen wil worden, wees dan geduldig, maar geef niet op.
- Raadpleeg zelf professionele hulp als hij of zij volledig het contact met de realiteit verliest of als je concreet bezorgd bent dat hij of zij zichzelf of anderen in gevaar kan brengen.
- Hulpdiensten bij ernstige medische problemen: 112
Meer informatie
Lees ook de gedetailleerde tips van het Rode Kruis in het boek 'Luister! Eerste hulp bij psychische problemen' van Rode Kruis Vlaanderen.