Wat is burn-out?
Wanneer je gedurende een langere periode te veel van jezelf vraagt, raak je overbelast. Je hebt dan steeds minder energie. Je kan het je voorstellen als een batterij die steeds leger loopt en niet meer opgeladen raakt.
Als de overbelasting blijft aanhouden, loopt je batterij steeds leger tot die helemaal plat is. Je voelt je opgebrand en leeg. Dan spreken we van een burn-out. Een burn-out is dus een staat van uitputting, die volgt na een langdurige periode van overbelasting.
Overbelasting wordt vaak veroorzaakt door factoren zoals:
- een te hoge (werk)druk;
- te weinig sociale steun ervaren: op het werk en/of privé;
- te weinig ruimte ervaren om je werk zelf te organiseren.
Burn-out is een syndroom. Dat wil zeggen dat de diagnose gesteld wordt door het voorkomen van een combinatie van klachten (zie verder).
Hoe vaak komt burn-out voor?
Het is moeilijk om een precies getal te plakken op het aantal mensen met burn-out in ons land. Dat komt door verschillende zaken:
- Onderzoekers gebruiken verschillende criteria om de diagnose van burn-out te stellen.
- In sommige cijfers zitten ook een aantal patiënten met diagnoses als depressie, fibromyalgie of chronisch vermoeidheidssyndroom.
Volgens cijfers van het RIZIV (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) stijgt het aantal mensen met burn-out in ons land.
- Eind 2016 waren 25.098 personen langer dan een jaar thuis omwille van een burn-out.
- Eind 2021 was dat aantal gestegen naar 35.145 personen.
Deze cijfers gaan enkel over mensen die langer dan een jaar thuis zijn omwille van een burn-out. In werkelijkheid is het aantal dus nog groter.
Hoe kan je burn-out herkennen?
Bij een burn-out heb je het moeilijk om je dagelijkse activiteiten uit te voeren, zoals bijvoorbeeld je werk of huishoudelijke taken. Met ‘werk’ bedoelen we in deze tekst niet enkel betaald werk, maar ook: vrijwilligerswerk, huishoudelijk werk, enzovoort.
Burn-out gaat samen met:
- een intense, overweldigende vermoeidheid;
- een cynische houding ten opzichte van het werk;
- een verminderd gevoel van eigenwaarde op het werk.
Soms kan dit leiden tot een gevoel dat je de problemen in je leven niet meer aankan en de controle kwijt bent. Bij burn-out heb je last van klachten van overspanning die al 6 maanden aanwezig zijn:
- vooral moeheid/uitputting en concentratieproblemen/vergeetachtigheid;
- onrustig slapen;
- prikkelbaar zijn (snel boos of geïrriteerd);
- niet tegen drukte/lawaai kunnen;
- emotioneel zijn (bijvoorbeeld snel huilen);
- piekeren;
- gejaagd gevoel.
Heb je last van deze klachten? Bespreek dat dan met je arts of zorgverlener. De klachten bij burn-out overlappen gedeeltelijk met de klachten bij andere aandoeningen, zoals depressie of angststoornis. Daardoor is het niet altijd gemakkelijk om goed te herkennen wat er aan de hand is.
Hoe stelt je arts burn-out vast?
Je arts:
- luistert naar je verhaal;
- stelt bijkomende vragen over je klachten en stresserende gebeurtenissen, omstandigheden of problemen in je leven.
Mogelijk maakt je arts ook gebruik van een vragenlijst. Die helpt je arts om een beter zicht te krijgen op je klachten en om te bepalen of je een burn-out hebt. Je arts kan daarbij gebruikmaken van bestaande, gestandaardiseerde vragenlijsten.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Je zorgverlener geeft je uitleg over een burn-out en bekijkt samen met jou welke begeleiding voor jou geschikt is.
Psycho-educatie
Je zorgverlener geeft je meer uitleg over:
- wat een burn-out precies is;
- wat je kan helpen om te herstellen;
- hoe het herstel verloopt.
Psychologische begeleiding
Het doel van psychologische begeleiding is om de klachten aan te pakken en te leren omgaan met spanning, zodat je minder klachten ervaart.
- Je leert hoe je je batterij weer kan opladen.
- Je bekijkt samen met je zorgverlener welke stresserende gebeurtenissen, omstandigheden of problemen er aanwezig zijn in je leven en wat je er eventueel aan kan doen.
Medicatie
Medicatie helpt niet om sneller te genezen van een burn-out. Is er bij jou nog een andere diagnose vastgesteld, zoals bijvoorbeeld depressie? Dan kan die indien nodig wel met medicatie behandeld worden. Bespreek dit met je arts.
Begeleiding op werkvlak
Bij problemen die te maken hebben met je werk, kan je terecht bij je arbeidsarts of de dienst voor preventie en bescherming op je werk.
- Samen met jou:
- brengen ze de problemen in kaart;
- bekijken ze wat eraan gedaan kan worden.
- Indien nodig kunnen er maatregelen genomen worden om je werkplek en je welzijn op het werk te verbeteren. Er zijn verschillende mogelijkheden, zoals:
- aangepast werk (bijvoorbeeld minder werk of minder werkdruk);
- arbeidsongeschiktheid;
- begeleiding bij terugkeer naar het werk;
- zoeken naar ander werk.
Teamwerk
Je zorgverlener begeleidt je meestal niet alleen. Hij of zij verwijst je door naar een andere zorgverlener, of je hebt meerdere zorgverleners die je samen begeleiden.
Deze zorgverleners kunnen je helpen om je klachten te verbeteren:
- huisarts: voor regelmatige begeleiding bij psychische of lichamelijke klachten en eventuele ondersteuning door medicatie;
- psycholoog: voor meer gespecialiseerde psychologische begeleiding;
- psychiater: voor het stellen van een diagnose, psychologische begeleiding of medicatie;
- arbeidsarts/externe dienst voor preventie en bescherming op het werk: bij werkgerelateerde problemen (zie eerder);
- loopbaancoach: voor begeleiding bij je loopbaan;
- familiehulp: voor ondersteuning in je dagelijks leven.
Hoe gaat het verder?
Herstellen van een burn-out gebeurt in drie stappen of fases (zie verder). De meeste mensen herstellen volledig van een burn-out. Niet iedereen herstelt even snel. De kans is groot dat je geleidelijk aan je dagelijkse activiteiten weer kan uitvoeren. Dat duurt meestal meerdere maanden. Het duurt langer om te herstellen van een burn-out dan van overspanning.
Sommige mensen krijgen later nogmaals een burn-out. Daarom is het belangrijk om burn-out te proberen te voorkomen. Meer info daarover vind je onder ‘Wat kan je zelf doen?’.
Wat kan je zelf doen?
Ervaar je een van de opgesomde klachten? Dan is het belangrijk om dat te bespreken met je arts of zorgverlener. Je arts kan samen met jou bekijken welke begeleiding voor jou geschikt is.
Fases in herstel
Bij een burn-out verloopt het herstel in 3 fasen. In iedere fase zijn er dingen die je zelf kan doen om je herstel te bevorderen.
Fase 1
Het is belangrijk om te proberen te begrijpen en accepteren dat je een burn-out hebt. Rust en ontspanning zijn belangrijk in deze fase.
- Bekijk welke activiteiten je kan blijven doen en wat je beter tijdelijk kan stoppen.
- Soms kan een periode van rust nodig zijn.
Fase 2
Bedenk welke stresserende gebeurtenissen, omstandigheden en problemen je spanning geven en hoe je ermee omgaat. Daarna kan je bedenken hoe je die problemen kan aanpakken en leren hoe je je batterij weer kan opladen (eventueel samen met een zorgverlener).
Fase 3
Door de problemen aan te pakken, krijg je meer energie en voel je je beter. Het lukt om geleidelijk aan steeds meer je dagelijkse activiteiten te hernemen.
Andere belangrijke adviezen
- Zorg goed voor jezelf.
- Een gezonde levensstijl is belangrijk.
- Zorg voor:
- voldoende slaap;
- voldoende beweging;
- gezond eten.
- Vermijd:
- te veel stress.
- Zorg voor:
- Een gezonde levensstijl is belangrijk.
- Wees mild voor jezelf. Dat je in een burn-out belandt, betekent niet dat je zwak bent. Vaak zijn juist de mensen die hard werken, zeer gemotiveerd zijn en een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben vatbaarder voor een burn-out.
- Informeer je.
- Je kan informatie opzoeken over burn-out en verhalen van anderen lezen. Zie daarvoor verder bij ‘Meer weten’.
- Je kan ook oefeningen en tips vinden bij ‘Zelf aan de slag’.
- Meer info en tips bij werkgerelateerde problemen vind je hier.
- Zoek steun bij familie of vrienden.
- Je vrienden of familieleden kunnen je ondersteunen als je het moeilijk hebt.
Wat kan je doen om een burn-out te vermijden?
- Het is belangrijk om voldoende rust en ontspanning te nemen om je batterij weer op te laden.
- Maak een lijstje met zaken waar je energie van krijgt (dingen die je tof vindt), zodat je goed van jezelf weet waar je van oplaadt.
- Oefeningen en tips kan je vinden bij ‘Zelf aan de slag’.
- Het is ook belangrijk om goed voor jezelf te zorgen.
- Zorg voor:
- voldoende slaap;
- voldoende beweging;
- gezond eten.
- Vermijd:
- te veel stress.
- Leer jezelf goed kennen, zodat je het op tijd merkt als je overbelast raakt en/of klachten ervaart. Dan is het extra belangrijk om rust en ontspanning te nemen.
- Neem contact op met je zorgverlener als je klachten aanhouden of niet verbeteren.
- Zorg voor:
Meer weten?
- Te Gek: Stress, overspannenheid en burn-out
- Thuisarts: Ik heb een burn-out
- Ik voel me goed op het werk: Druk-druk is niet altijd goed-goed
Zelf aan de slag
Bronnen
- www.ebpnet.be
- Burn-out en werk. Hoge Gezondheidsraad. September 2017.
- Aanpassingsstoornis (incl. overspanning en burn-out). GGZ Standaarden. Juni 2020.
- Overspanning en burn-out. NHG. November 2018.
- Langdurige arbeidsongeschiktheid. RIZIV.