Wat is het?
Kernsymptomen en andere klachten
Depressie is een psychische aandoening. De kernsymptomen van een depressie zijn een sombere stemming of een verlies van interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten.
Deze symptomen manifesteren zich bijna dagelijks, gedurende het grootste deel van de dag.
De klachten duren minstens 2 weken, en naast de kernsymptomen kunnen er nog andere klachten ontstaan:
- ongewilde gewichtstoename of gewichtsverlies;
- bijna dagelijkse slapeloosheid of slaperigheid;
- uitgesproken rusteloosheid of geremdheid;
- dagelijkse vermoeidheid of verlies van energie;
- gevoelens van waardeloosheid of schuldgevoel;
- dagelijks verminderd concentratievermogen of besluiteloosheid;
- terugkerende doodsgedachten.
In totaal moeten er 5 symptomen aanwezig zijn voor de diagnose van depressie.
Deze symptomen verstoren het dagelijks functioneren ernstig en zijn niet te verklaren door een andere lichamelijke aandoening of door middelenmisbruik.
Het kan zijn dat je bepaalde gevoelens herkent, maar dat ze van voorbijgaande aard zijn. We spreken dan over depressieve klachten. Bijna iedereen heeft er weleens last van, zoals na het overlijden van een dierbaar persoon.
Pas als de bovenstaande criteria zijn vervuld, spreken we van een depressie.
Er is een verband tussen erfelijke factoren en persoonlijkheidskenmerken, en het ontstaan van depressie, met vaak psychosociale stress als uitlokkende factor.
Vormen van depressie
Een depressie wordt volgens de ernst ingedeeld in een milde, matige en ernstige vorm.
De arts bepaalt, op basis van zijn inschatting van de klachten en hun gevolgen, welke graad van depressie iemand heeft. Dit is niet altijd gemakkelijk.
Er kunnen factoren meespelen zoals andere lichamelijke of psychische aandoeningen, medicatie, middelenmisbruik, risicofactoren, … Ook moet de arts rekening houden met het mogelijk risico op zelfdoding.
Er zijn ook bijzondere vormen van depressie:
- postnatale depressie, waarbij een vrouw na een bevalling depressief wordt;
- chronische depressieve stemmingsstoornis, een vorm van lichte tot matige, maar chronische depressie waarbij klachten ten minste twee jaar blijven aanhouden;
- winterdepressie, waarbij een persoon minstens twee jaar na elkaar in de herfst depressief wordt en in de lente weer opknapt;
- psychotische depressie, waarbij het realiteitsgevoel verstoord en meestal onrealistisch pessimistisch is.
Hoe vaak komt het voor?
Een depressieve stoornis is een veelvoorkomende aandoening en treft ongeveer 8% van de bevolking. Het komt 1,5 tot 2 maal meer voor bij vrouwen dan bij mannen.
Hoe kun je het herkennen?
Een depressie kan zich op verschillende manieren uiten. Er is sprake van minstens een van volgende verschijnselen:
- Je ervaart somberheid en lusteloosheid gedurende het grootste deel van de dag.
- Je hebt veel minder belangstelling voor dingen die je anders wel interesseren.
Ook andere klachten kunnen optreden bij een depressie:
- Je kunt je minder goed concentreren, bijv. bij het lezen of televisiekijken.
- Beslissingen nemen kost meer moeite, ook al gaat het om iets eenvoudigs.
- Je voelt je traag en moe, of juist rusteloos en snel geïrriteerd.
- Je voelt je schuldig, overbodig of nutteloos.
- Je slaapt slecht of juist overmatig veel.
- Het eten smaakt niet meer of je eet juist extra veel, waardoor je gewicht verliest of aankomt.
- Het is mogelijk dat je het leven als een grote last ervaart en soms zelfs naar de dood verlangt.
Als veel van dit soort klachten gedurende langere tijd aanhouden, dan wijst dit op een depressie. Een depressie kan je hinderen in je dagelijks leven, je bezigheden thuis, je vrije tijd of op je werk.
Vaak herken je de depressieve stemming niet zelf en kun je het lijden niet benoemen als een depressie. De mogelijke symptomen overlopen werkt vaak verhelderend.
Wat kun je zelf doen?
Een depressie is een aandoening die veel voorkomt. Het is niet iets om je voor te schamen of je schuldig over te voelen.
Blijf niet zitten met sombere gedachten of andere psychische klachten, maar zoek hulp.
Praten
- Vaak helpt het om erover te praten, met je huisarts, maar ook met familie of vrienden. Leg hen uit hoe je je voelt en wat een depressie betekent.
- Je gaat misschien negatief over jezelf denken. Teleurstelling, verdriet en woede kunnen dat negatieve gevoel versterken. Bespreek je gevoelens. Het verwerken van dergelijke emoties vraagt tijd.
Haalbare doelen
Stel jezelf geen te hoge eisen, bijv. dat je snel moet herstellen of je werk op een normale manier moet kunnen uitvoeren. In het begin richt je je best op de eenvoudige, praktische taken van het dagelijks leven. Stel haalbare doelen.
Regelmaat
Probeer regelmaat in je leven te houden door op vaste (normale) tijdstippen naar bed te gaan, op te staan en te eten.
Geen alcohol en drugs
Drink geen alcohol en gebruik geen drugs. Het verdooft de negatieve gevoelens kortstondig, maar staat een goed herstel op lange termijn in de weg.
Afleiding
Zoek afleiding in activiteiten die je prettig of ontspannend vindt.
Blijf niet alleen thuis zitten.
Buitenlucht en beweging kunnen je al snel een beter gevoel geven.
Beweging en sport
- Zorg voor regelmatige lichaamsbeweging zoals fietsen, wandelen, lopen of andere sporten. Drie keer per week een halfuur bewegen zou je kunnen helpen om je minder depressief en meer fit te voelen. Kies een sport die je leuk vindt.
- Als je last hebt van slaapstoornissen, kan regelmatige lichaamsbeweging je helpen om een goede nachtrust terug te winnen.
Werk
Probeer als het kan (deeltijds) te blijven werken, bijv. twee halve dagen per week. Bespreek dit eventueel met je bedrijfsarts.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Multidisciplinair behandelingsplan
De behandeling is altijd multidisciplinair, met samenwerking tussen de persoon met depressie, de huisarts, de psycholoog, eventueel de thuisverpleging en de kinesitherapeut, de familie en de mantelzorgers.
Bij lichte en matige depressie wordt een behandelingsplan opgesteld met een dagstructuur en activiteitenplan, ondersteund door psychologische begeleiding.
De voorkeur gaat hierbij uit naar cognitieve gedragstherapie, waarbij de nadruk ligt op het wijzigen van gedragspatronen. Het doel is om opnieuw zinvolle activiteiten uit te voeren volgens een vaste planning.
Op die manier word je uit de lusteloosheid en de depressie gehaald en krijg je opnieuw interesse in gewone dagelijkse activiteiten, zodat je er weer van leert genieten.
Je arts en/of psycholoog volgen je van dichtbij en regelmatig op, bijv. om de 2 weken, afhankelijk van de ernst van de depressie.
Medicatie en psychotherapie
- Bij lichte tot matige depressie is doorgaans geen medicatie nodig. Omdat sommige personen met depressie veel last hebben van angst- en slaapstoornissen, wordt af en toe in het begin van de behandeling, en voor een korte periode, een slaapmiddel voorgeschreven. Zo mogelijk wordt dit beperkt tot een periode van maximaal 4 weken, omwille van het risico op gewenning.
- Bij ernstige depressie wordt doorgaans altijd een antidepressivum voorgeschreven. De doeltreffendheid van antidepressiva is afhankelijk van de andere gelijktijdige behandeling (psychotherapie).
- Psychotherapie en antidepressiva worden best gecombineerd.
- Als je deze aanpak niet ziet zitten, dan krijgt psychotherapie de voorkeur. Psychotherapie is even doeltreffend als antidepressiva op korte termijn, en zelfs doeltreffender op lange termijn. Daarom worden antidepressiva beter niet alleen voorgeschreven.
Behandeling met antidepressiva
De bedoeling van medicatie is het doen verdwijnen van de symptomen van depressie.
- Twee derde van de mensen met ernstige depressie reageert goed op antidepressiva. Bij bijna de helft verdwijnen de symptomen zelfs volledig.
- Het kan tot 6 weken duren voor je het effect van antidepressiva echt merkt. Als er geen verbetering optreedt, dan wordt de dosis meestal verhoogd of wordt overgeschakeld op een ander soort antidepressivum.
- Van zodra de depressie onder controle is, neem je de medicatie aan dezelfde dosis nog 6 à 9 maanden verder.
- De dosering gebeurt individueel: een te kleine dosis heeft geen effect, terwijl een te grote dosis niet meer effect geeft, maar wel meer bijwerkingen.
- Als je eerder al een depressie doormaakte en toen goed op de medicatie reageerde, kan een onderhoudsbehandeling, zelfs gedurende enkele jaren, nodig zijn. Dit is zeker het geval na meerdere depressies. De arts zal met je bespreken of de behandeling wordt verdergezet of niet.
- Stoppen met de medicatie gebeurt altijd geleidelijk volgens een afbouwschema. Tegelijkertijd worden de mogelijke symptomen van terugkerende depressie in het oog gehouden. Als je niet zonder je medicatie kunt, wordt de dosis weer opgedreven.
Doorverwijzing
Je arts zal je doorverwijzen naar een psychiater in volgende gevallen:
- als hij twijfelt aan de diagnose;
- bij moeilijkheden met de behandeling (bijv. onvoldoende effect);
- bij risico op zelfdoding;
- in geval van lange arbeidsongeschiktheid.
In zeer ernstige situaties, bijv. bij zelfmoordneigingen of als je niet langer voor jezelf kunt zorgen, zal je arts je in een ziekenhuis laten opnemen.
Opvolging
Een goede en nauwgezette opvolging door de arts en de andere zorgverleners is heel belangrijk.
Zorg dat je je goed voelt bij je zorgverleners en maak alles bespreekbaar. Een goede vertrouwensband is cruciaal.
Meer weten?
Bronnen
- www.ebpnet.be
- www.domusmedica.be
- Intego databank