Wat is het?
De term ‘dubbele diagnose’ slaat op een aandoening waarbij verslaving en ander overmatig middelengebruik (alcohol, legale en illegale drugs en producten) samen voorkomt met minstens 1 psychiatrische stoornis (bijv. depressie, angststoornis, ADHD) die geen onmiddellijk gevolg is van het middelenmisbruik. Psychische stoornissen die wel het gevolg zijn van middelenmisbruik zijn bijv. ontwenningsverschijnselen en reacties op intoxicatie (vergiftiging).
Middelenmisbruik kan op verschillende manieren een invloed hebben op de psychische aandoening van de persoon. Het kan:
- een aanzet geven tot het ontstaan van een psychiatrische aandoening;
- de aandoening verergeren;
- de aandoening verlichten of draaglijker maken;
- er helemaal geen effect op hebben.
Bij een dubbele diagnose zal de psychiatrische stoornis blijven bestaan, zelfs als het middelenmisbruik al langere tijd gestopt is.
Hoe vaak komt het voor?
25 tot 35% van de personen met een psychische stoornis kampt gelijktijdig ook met middelenmisbruik. Ongeveer 40 tot 60% van de mensen met een ernstige psychiatrische stoornis zal ooit in zijn leven kampen met middelenmisbruik. Een stoornis ten gevolge van middelenmisbruik is geassocieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van andere psychische stoornissen en omgekeerd. Het samen voorkomen van de twee aandoeningen kan niet verklaard worden door enkel toeval.
Wat kan de arts doen?
Bij de eerste beoordeling van een persoon met een psychische aandoening zal de arts altijd actief nagaan of er ook sprake is van middelenmisbruik. Als iemand zich presenteert met zowel een psychische aandoening als middelenmisbruik, zal de arts onderzoeken of de aandoening het gevolg is van het misbruik. Ook als de patiënt enkel met een psychische aandoening op consultatie komt, kan nadien nog middelenmisbruik ontstaan. Daarom is het belangrijk om middelenmisbruik zo snel mogelijk te identificeren en een behandeling te starten.
De arts moet denken aan een dubbele diagnose als:
- de psychische aandoening blijft, zelfs als het misbruik al geruime tijd gestopt is;
- de psychische aandoening ontstond voor het misbruik;
- het middel dat de persoon gebruikt er niet om bekend staat de psychische aandoening in kwestie te veroorzaken.
Voor de behandeling moeten het middelenmisbruik en de psychische aandoening als een eenheid worden gezien. Daarom worden ze beter door hetzelfde personeel behandeld in één setting, en niet op verschillende diensten en afdelingen. Een combinatie van medicamenteuze en psychosociale behandelingen is nodig voor beide stoornissen op lange termijn.