Wat is het?
Depressie wordt vaak gezien als een zuiver psychische aandoening. Nochtans kan ze ook uitgelokt worden door een lichamelijke ziekte en/of het gebruik van bepaalde geneesmiddelen.
Een ziekte kan bijdragen tot een depressie door een directe invloed op het functioneren van organen of weefsels of door een indirecte psychologische reactie.
Ook bijwerkingen van sommige geneesmiddelen en verdovende middelen kunnen aanleiding geven tot de symptomen van een depressie of een stemmingsstoornis.
Hoe vaak komt het voor?
Van alle mensen met een algemene lichamelijke aandoening heeft 20 tot 60% ook symptomen van depressie, en 15 tot 45% vertoont een stemmingsstoornis.
Hoe kun je het herkennen?
Het is dikwijls zeer moeilijk om het verband te zien tussen depressie, medicatie en andere ziekten.
Sommige mensen zijn er extra gevoelig voor, onder wie ouderen en druggebruikers.
Vermoed je een verband tussen je ziekte, de medicijnen die je neemt en je depressieve stemming, spreek er dan over met je arts.
Welke ziekten kunnen meer aanleiding geven tot een depressie?
Elke ziekte kan de oorzaak zijn van een depressie, maar bij sommige aandoeningen komt het veel vaker voor:
- beroerte, ziekte van Parkinson en geheugenverlies,
- schildklieraandoeningen, zowel een te veel als een te weinig werkende schildklier,
- aandoeningen van de bijschildklieren en van de bijnieren,
- diabetes,
- aandoeningen van de kransslagaders en na een hartinfarct,
- kanker,
- ziekten die gepaard gaan met fysieke uitputting en fibromyalgie,
- vitaminetekorten, vooral van de B-reeks.
Welke geneesmiddelen kunnen meer aanleiding geven tot een depressie?
Sommige geneesmiddelen hebben depressieve symptomen als mogelijke nevenwerking. Soms ligt de oorzaak in de interactie tussen verschillende middelen:
- hormonen: cortisone, vrouwelijke hormonen, anabole steroïden;
- geneesmiddelen voor hart en bloeddruk zoals bètablokkers;
- psychofarmaca, zoals geneesmiddelen die gebruikt worden bij psychosen;
- naast geneesmiddelen ook een aantal drugs, waaronder alcohol, amfetamines, XTC en cocaïne;
- anticholinergica (o.a. anti-Parkinsongeneesmiddelen).
Deze lijsten zijn niet volledig. We beperken ons hier tot de meest voorkomende.
Wat kan je arts doen?
Zowel de diagnose als de behandeling kan een delicate evenwichtsoefening zijn.
De arts zal proberen te achterhalen of je depressie verband houdt met een lichamelijke aandoening of medicatie.
Hij zal goed moeten afwegen welke geneesmiddelen hij kan voorschrijven voor de behandeling van je klachten.
De ervaringen van je familie en eventuele eerstelijnsverzorgers, zoals de thuisverpleegkundige, zijn hierbij van groot belang.