Waarover gaat het?
Alcohol- en druggebruik kunnen tal van problemen veroorzaken die verder reiken dan de loutere gezondheid van de gebruiker. Niet alleen zijn er gevaren voor de eigen gezondheid, maar meestal ook voor de directe contacten en de omgeving.
- Overdoses kunnen levensbedreigend zijn.
- De kans op infecties zoals hepatitis B en C, hiv en tuberculose neemt toe, vooral bij drugs die rechtstreeks in de ader worden ingespoten, door het gebruik van niet-steriele naalden.
- De kans op infecties ter hoogte van de injectieplaats (meestal de armen en de voeten) met vorming van zweren en abcessen is groot. Bovendien worden dezelfde naalden soms door meerdere personen gebruikt.
- Vaak treedt naast het misbruik een gamma van psychische klachten op, zoals psychosen met angstaanvallen en hallucinaties. Niet zelden is dit gebonden aan ontwenning of overdosis.
- De kans op onaangepast en onvoorzichtig gedrag is groot, doordat het middelenmisbruik het inschattingsvermogen van risico’s ondermijnt. Vaak is er sprake van verschillende seksuele partners zonder voorzorgen te nemen, wat de kans op soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen) doet stijgen.
- Het risico om in de kleine of grotere criminaliteit te belanden is groter, omdat het eigen middelengebruik soms betaald wordt met de verkoop van middelen aan derden.
Een goede zorgorganisatie rond alcohol- en druggebruik is erg belangrijk om de problemen voor de gebruiker en zijn omgeving tot een minimum te herleiden. Hierbij moet niet alleen rekening gehouden worden met de loutere gezondheidsproblemen, maar ook met bijv. hygiëne, steriele naalden, seksuele raadgeving, e.d.
Hulp moet onvoorwaardelijk aangeboden worden. Ook als de gebruiker nog niet overtuigd is om volledig te stoppen, moet hij toegang kunnen hebben tot hulpverlening. Als hij echt wel wil stoppen, is aangepaste opvang nodig.
Welke soorten opvang bestaan er?
Eerste hulp en nazorg
Bij middelenmisbruik is er altijd een kans op overdosis en intoxicatie (vergiftiging). Met opioïden zoals heroïne is er bovendien een risico op ademhalingsstilstand. In dit geval moet onmiddellijk een tegengif zoals naloxone toegediend worden. Een observatie in het ziekenhuis is noodzakelijk, waar besproken kan worden of de gebruiker wil stoppen. Hij kan zo nodig tijdelijk een vervangmiddel gebruiken, zoals methadon of buprenorfine.
Ook acute psychische problemen kunnen optreden. Als de gebruiker hierdoor een gevaar vormt voor zichzelf of voor zijn omgeving, kan een gedwongen opname nodig zijn. De behandelende psychiaters moeten dan beslissen of een verdere opname, eventueel in een ontwenningskliniek, moet gebeuren.
Bij ernstige infecties kan een intraveneuze behandeling (inspuiting in de ader) met een hoge dosis antibiotica noodzakelijk zijn.
Ondersteunende ambulante diensten
Hierbij gaat het om diensten die hun expertise en/of materiaal ter beschikking stellen van gebruikers, en hen indien mogelijk helpen en begeleiden. Dat kan gaan van het verstrekken van steriele naalden en condooms tot het begeleiden van een ontwenning, het helpen bij schuldbemiddeling of het zoeken van een onderkomen. Voorbeelden zijn de diensten van het OCMW, Sensoa, de AA (Anonieme Alcoholisten), de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg, enz.
Ontwenningsbegeleiding
Bij het plots stoppen met drugs of alcohol kunnen er ontwenningsverschijnselen optreden. Afhankelijk van het specifieke middel en de mate waarin het werd gebruikt, treden andere symptomen op en variëren deze in ernst. Bij (kans op) ernstige ontwenningsverschijnselen wordt een opname voorgesteld in een gespecialiseerd centrum of (ziekenhuis)afdeling.
Bij ontwenning worden de symptomen van gemis onderdrukt door tijdelijke medicatie, zoals een licht kalmeermiddel of slaapmedicatie. Soms is een bruuske stopzetting van het middelengebruik niet mogelijk, en moeten tijdelijk vervangmiddelen worden gegeven onder strikte controle. Dit wordt substitutie genoemd. Bij heroïnemisbruik wordt meestal methadon of buprenorfine gebruikt als substitutietherapie. De inname van deze substitutiemedicatie gebeurt onder strikt toezicht van arts en apotheker. De gebruiker laat dan verplichte urinecontroles uitvoeren bij een daarvoor aangestelde arts, en haalt zijn medicatie bij een vooraf aangeduide apotheker dagelijks af. De reden hiervoor is dat verder druggebruik vermeden moet worden, en dat daar bovenop de vervangmiddelen worden gebruikt.
Ontwenning van alcohol kan in een ontwenningskliniek gebeuren, maar ook ambulant: je blijft dan thuis, maar gaat regelmatig naar een hulpverlener of gespecialiseerd centrum. Verenigingen zoals de AA kunnen hierbij helpen en zowel individueel als in groepsverband ondersteuning aanbieden.
Er kan een probleem optreden van afhankelijkheid aan meerdere stoffen tegelijk, al dan niet in combinatie met medicatie zoals kalmeermiddelen, slaapmiddelen, pijnstillers, enz. Dit gaat ook vaak gepaard met psychiatrische problemen. In die gevallen wordt wellicht best gekozen voor een tijdelijk opname voor ontwenningsbegeleiding.
Na de ontwenningsfase is nog een hele tijd begeleiding nodig, vooral om de gebruiker de kans te geven een plaats in de maatschappij in te nemen en de banden met vrienden of kennissen met slechte invloed te verbreken. De herstelfase kan al snel een periode van een half jaar innemen. Ook hiervoor bestaan er verschillende zorgorganisaties, zoals de dienst voor begeleid wonen en de diensten voor ambulante psychiatrische begeleiding.
Meer weten?
- https://www.vad.be/
- http://dedruglijn.be/
- https://www.caw.be/zoek-antwoorden/gezondheid/
- https://www.aavlaanderen.org/