Wat is het?
Bij een perifeer bloeduitstrijkje wordt bloed afgenomen via een ader of een vingerprik en onder de microscoop onderzocht. Hierbij wordt het bloed op een draagglaasje uitgestreken en gekleurd. Dit kan zowel door een onderzoeker als een machine gebeuren. De evaluatie onder de microscoop zelf gebeurt steeds door een laborant of arts.
Na de bloedafname gebeurt er eerst een automatische telling van de rode en witte bloedcellen en de bloedplaatjes. Als er abnormaal veel of weinig van deze cellen aanwezig zijn, zonder een onmiddellijke verklaring, kan via een bloeduitstrijkje nagegaan worden of de vorm van de cellen afwijkend is. Op deze manier kan de arts soms de diagnose stellen. In andere gevallen is de automatische telling van de bloedcellen en bloedplaatjes normaal, maar kan het nakijken van de vorm van de cellen toch nuttig zijn of zelfs tot de diagnose leiden.
Enkele ziektebeelden die typische afwijkende vormen van bloedcellen veroorzaken:
- Sikkelcelziekte is een erfelijke aandoening waarbij de rode bloedcellen een afwijkende, sikkelachtige vorm hebben. Hierdoor kunnen ze minder goed zuurstof transporteren dan rode bloedcellen met een normale vorm. Sikkelcellen zijn zichtbaar op een bloeduitstrijkje.
- Bij een vitamine B12- of foliumzuurtekort is op het uitstrijkje te zien dat de kernen van de witte bloedcellen meerdere lobben krijgen.
- Bij hairy cell leukemie zijn onder de microscoop speciale witte bloedcellen te zien die ‘harige’ uitsteekseltjes lijken te hebben.
Enkele ziektebeelden waarbij te veel van een bepaald aantal bloedcellen te zien zijn:
- Bij chronische lymfatische leukemie zijn er te veel lymfocyten, een subtype van witte bloedcellen.
- In geval van allergische aandoeningen zijn er te veel eosinofielen, een subtype van witte bloedcellen betrokken bij allergie.
Bronnen
Meer weten?
https://www.uzleuven.be/laboratoriumgeneeskunde/hematologische-celtellingen