Wat is het?
We hebben drie soorten cellen in ons bloed: de rode bloedcellen (RBC), de witte bloedcellen (WBC) en de bloedplaatjes (BP). Elk hebben ze hun eigen specifieke functie. Zo zorgen de rode bloedcellen voor het transport van zuurstof naar de organen en weefsels. De bloedplaatjes spelen een rol bij de bloedstolling. De witte bloedcellen verdedigen ons lichaam tegen infecties. De bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg.
Er bestaan verschillende soorten witte bloedcellen. De twee voornaamste zijn de neutrofielen en de lymfocyten. Een tekort aan witte bloedcellen gaat het bijna altijd om een tekort aan neutrofielen.
Een tekort aan lymfocyten wordt vaak geassocieerd met infecties, maar kan ook voorkomen bij het tekortschieten van het afweersysteem.
Een neutrofielentekort kan mild, matig of ernstig zijn. Het kan acuut (binnen enkele uren tot dagen) of chronisch (binnen maanden tot jaren) ontstaan.Een tekort aan neutrofielen kan vele oorzaken hebben:
- acute, milde vormen bij volwassenen zijn meestal het gevolg van geneesmiddelen, en geven doorgaans geen klachten. Het is een frequente bijwerking van geneesmiddelen tegen kanker (chemotherapie) of van middelen die het immuunsysteem onderdrukken (immunosuppressiva).
- een acuut neutrofielentekort ziet men vaak bij virale infecties (bv. griep), en verdwijnt meestal spontaan na genezing, maar kan ook soms enkele weken aanhouden. Bacteriële infecties geven eerder aanleiding aan een stijging van het aantal neutrofielen.
- bij bepaalde aandoeningen van het afweersysteem (auto-immuunziekten) beschouwt het lichaam de neutrofielen onterecht als lichaamsvreemd, en vernietigt ze.
- naast een neutrofielentekort veroorzaken kwaadaardige bloedziekten vaak ook andere afwijkingen. Zo worden bv. bij acute leukemie onvolwassen witte bloedcellen teruggevonden in het bloed.
- soms vindt men bij chronisch neutrofielentekort geen oorzaak. Je hebt dan geen verhoogd risico op infectie.
- aangeboren en erfelijke vormen van neutrofielentekort zijn eerder zeldzaam.
soms gaat het om pseudo-neutrofielentekort (vals tekort), waarbij een groot aantal witte bloedcellen zich binden ("plakken") aan de wand van de bloedvaten. Dit resulteert in een laag aantal witte bloedcellen in het bloed, terwijl het totale aantal toch normaal is.
Hoe kan je het herkennen?
Een tekort aan neutrofielen maakt je vatbaarder voor allerlei infecties. Je kunt dan koorts, hoofdpijn, spierpijn hebben en algemeen onwel zijn. Andere klachten zijn afhankelijk van de infectieplaats. De kans op een infectie neemt toe met de ernst van het tekort en met de aanwezigheid van aandoeningen die de kans op een infectie verhogen, zoals verminderde weerstand. De infectie verspreidt zich snel en kan in ernstige gevallen zelfs leiden tot een levensbedreigende bloedvergiftiging.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Een tekort aan neutrofielen wordt vastgesteld via bloedonderzoek. Het kan een toevallige vondst zijn ter gelegenheid van een routinebloedonderzoek. Vaak komt men het tekort op het spoor naar aanleiding van herhaalde of ongewone infecties (bv. bovensteluchtweginfecties of pijnlijke zweren rond mond of anus).
De arts stelt je vragen, onderzoekt je en bekijkt oude bloeduitslagen om het begin van het tekort en de mogelijke oorzaak ervan te achterhalen. Op die manier maakt hij een onderscheid tussen acute van chronische vormen.
Vermoedt de arts een kwaadaardige aandoening, dan zal hij je doorsturen naar een specialist in de bloedziekten (hematoloog) om een beenmergstaal te laten afnemen.
Pseudo-neutrofielentekort is aannemelijk in geval van een abnormaal sterke toename van het aantal neutrofielen na inname van cortisone.
Wat kan je arts doen?
De behandeling is afhankelijk van de oorzaak.
Een bacteriële infectie bij iemand met een ernstig neutrofielentekort wordt behandeld met breedwerkende antibiotica.
Soms dient de arts groeifactoren toe die de aanmaak van witte bloedcellen stimuleren.
Cortisone kan helpen bij immuunziekten.
Een vergrote milt wordt zo nodig operatief verwijderd.
Bij een tekort te wijten aan geneesmiddelen, zal de arts je vragen om zo mogelijk het oorzakelijk medicijn onmiddellijk te stoppen.
Opvolging via bloedcontrole kan volstaan bij milde of matige vormen.