Wat is het?
Bloedcellen hebben een beperkte levensduur. Daarom worden er levenslang nieuwe bloedcellen aangemaakt in het beenmerg. Bij een standaard bloedonderzoek worden het aantal en de verschillende soorten witte bloedcellen en het aantal bloedplaatjes bepaald. De bekomen waarden noemen we de bloedformule.
Bij de analyse van de witte bloedcellen wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten: neutrofielen, lymfocyten, eosinofielen, monocyten en blasten. Elk van deze soorten witte bloedcellen heeft een specifieke functie.
- Neutrofielen en lymfocyten zorgen voor de verdediging tegen infecties.
- Eosinofielen komen tussen bij allergieën.
- Monocyten spelen een rol in ons afweersysteem.
- Blasten zijn voorlopers in de levenslange aanmaak van nieuwe bloedcellen.
Bloedplaatjes komen tussen in de bloedstolling.
De resultaten worden weergegeven als een cijfer, namelijk het aantal cellen per liter bloed. Dat cijfer wordt steeds vergeleken met de referentiewaarden. Voor kinderen zijn er leeftijdsspecifieke referentiewaarden vastgesteld. Voor de bloedplaatjes wijken deze niet veel af van de waarden voor volwassenen.
Tekort aan witte bloedcellen
Kinderen hebben vaak een verminderd aantal witte bloedcellen. In de meeste van deze gevallen is het aantal neutrofielen minder dan 1,0 x 1,9/l. Men spreekt dan van neutropenie. De oorzaak kan een ziekte of een verminderde aanmaak in het beenmerg zijn. De voornaamste oorzaak is een virale infectie. Het gebrek aan neutrofielen verdwijnt weer als de infectie voorbij is.
Als er bij een pasgeborene echter een te laag aantal neutrofielen wordt vastgesteld, is dit een alarmteken voor een mogelijk beginnende ernstige infectie. Een aanhoudend tekort aan neutrofielen tijdens de eerste kinderjaren kan een teken zijn van een auto-immuunziekte, waarbij het afweersysteem niet goed functioneert, of kan door geneesmiddelen veroorzaakt worden.
In meer zeldzame gevallen worden er door het beenmerg minder witte bloedcellen geproduceerd. Dit kan te wijten zijn aan kwaadaardige aandoeningen zoals leukemie of aan aangeboren of verworven syndromen die de productie van witte bloedcellen beïnvloeden.
Teveel aan witte bloedcellen
Een hoger dan normaal aantal witte bloedcellen kan te wijten zijn aan:
- een bacteriële infectie (veel neutrofielen);
- kinkhoest of klierkoorts (veel lymfocyten);
- leukemie (veel blasten, weinig neutrofielen);
- behandeling met medicatie (bijv. cortisone);
- eosinofilie (bijv. bij een parasitaire infectie of allergie);
- fysieke stress, pijn of angst.
Als het aantal of de verdeling van de witte bloedcellen gewijzigd is, kan het zinvol zijn om onder de microscoop te kijken naar de vorm van de cellen.
Soms is het nodig om het beenmerg rechtstreeks te onderzoeken, bijv. als een onderliggende kwaadaardige aandoening zoals leukemie vermoed wordt. Meestal zijn er dan ook andere afwijkingen, zoals een vergrote milt of lever, een aanhoudend of zeer uitgesproken tekort aan neutrofielen, een verhoogd aantal blasten, een tumor of een gelijktijdige vermindering van het aantal rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Tekort aan bloedplaatjes (trombocytopenie)
Een milde daling van het aantal bloedplaatjes (tussen 100-150x10^9/l) komt vaak voor bij kinderen en wordt dikwijls veroorzaakt door een virale infectie zoals een verkoudheid of griep. Het kan ook te wijten zijn aan een verminderde aanmaak van bloedplaatjes in het beenmerg of aan een verhoogde afbraak van bloedplaatjes.
Bloedplaatjes of trombocyten zijn belangrijk voor de stolling van het bloed. Er is een verhoogd risico op bloedingen als het aantal bloedplaatjes daalt onder de 50x10^9/l door een productiedefect of onder de 30x10^9/l door een verhoogde afbraak. Een kind met een tekort aan bloedplaatjes en een bloeding moet dringend doorverwezen worden naar het ziekenhuis.
Soms kan er ook sprake zijn van pseudotrombocytopenie. De telling van het aantal bloedplaatjes is dan verstoord door een reactie in de tube van de bloedafname.
Teveel aan bloedplaatjes (trombocytose)
Bij kinderen is een stijging van het aantal bloedplaatjes bijna altijd:
- een reactie op een andere aandoening, zoals:
- een bloeding;
- ijzertekort;
- een infectie;
- een ontstekingsziekte.
- of het gevolg van bijv.:
- een operatieve ingreep;
- inname van bepaalde geneesmiddelen.
Zeer zelden is trombocytose bij kinderen een teken van een aandoening van het beenmerg.
Meer weten?
- https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/trombocytose-te-veel-bloedplaatjes
- https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/te-weinig-bloedplaatjes-trombocytopenie