Wat is het?
Huiselijk geweld wordt gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Dat kunnen gezinsleden, familieleden en vrienden zijn. Het gaat bij huiselijk geweld om lichamelijke, seksuele en psychische vormen van geweld. Kinderen kunnen zowel getuige als slachtoffer zijn van huiselijk geweld.
Geweld is een indicator van ander geweld: als het voorkomt in één relatie binnen het gezin, bijv. tussen de ouders, is het risico op geweld in andere relaties duidelijk toegenomen, bijv. tussen broers en zussen of tussen een ouder en een kind.
Huiselijk geweld heeft een schadelijke invloed op de ontwikkeling van het kind, zelfs als het niet zelf het directe slachtoffer is. De grootte van die invloed hangt af van de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt, de duur en de aard van de blootstelling aan het geweld, de fysieke afstand tot de gewelddadige gebeurtenissen en de emotionele relatie van het kind met de geweldpleger en het slachtoffer.
Hoe kan je het herkennen?
Er kunnen zowel onmiddellijke als langetermijneffecten optreden.
Getuige zijn van geweld kan leiden tot een posttraumatische stress-stoornis. Dat kan gepaard gaan met:
- slaapstoornissen;
- nachtmerries;
- geheugen- en concentratieproblemen;
- overdreven waakzaamheid;
- periodes van herbeleving van de gebeurtenissen.
Langdurige blootstelling aan geweld kan zich manifesteren als:
- rusteloosheid;
- gedragsstoornissen en agressief gedrag;
- leerproblemen;
- angstgevoelens en depressie;
- ontwijken van sociale contacten;
- regressie van de ontwikkeling.
Wat kan je zelf doen?
Soms zijn slachtoffers van huiselijk geweld te bang om klachten te uiten. Informeer bij een kind met blauwe plekken en/of kneuzingen, of als je een vermoeden hebt van huiselijk geweld, naar de oorzaak door gerichte vragen stellen zoals:
- Ben je geslagen?
- Heeft iemand je op een andere manier pijn gedaan?
- Ben je bang van iemand?
Een vermoeden van huiselijk geweld moet altijd alleen worden besproken met het vermeende slachtoffer. Een discussie in deze fase met andere familieleden kan de veiligheid van het slachtoffer en kinderen ernstig in gevaar brengen.
Neem bij vermoeden van huiselijk geweld contact op met je arts of met een sociale dienst.
Wat kan je arts doen?
Behandeling van huiselijk geweld vraagt vaak brede maatregelen en samenwerking tussen verschillende instanties.
In acute situaties behandelt de arts de lichamelijke verwondingen, garandeert hij de veiligheid van het kind en verwijst de familie naar de juiste diensten.
De arts voert een uitgebreide kinderpsychiatrische evaluatie uit om tot een betrouwbare beoordeling te komen van de effecten die de gewelddadige gebeurtenissen op het kind gehad hebben.
Huiselijk geweld betekent altijd een crisissituatie voor het gezin. De eerste stap moet daarom crisisbeheersing zijn. Eerst is er een gesprek met de volwassenen, en daarna worden de kinderen gehoord, liefst eerst zonder de volwassenen. Het kind moet vrijuit kunnen vertellen wat het meegemaakt, gezien of gehoord heeft, en welke gevoelens dat heeft opgeroepen. Het moet ook informatie krijgen over de geplande hulp en de te volgen procedures. Het kind is dikwijls zeer bezorgd over wat er met het gezin zal gebeuren. Daarom moet nadrukkelijk gezegd worden dat de hulp er voor het hele gezin zal zijn. Er moet ook uitgelegd worden aan het kind dat zijn veiligheid gegarandeerd zal worden, en dat een dienst voor jeugdzorg hierop zal toezien.
In ernstige gevallen zullen ook de politie, de gerechtelijke diensten en slachtofferhulp worden ingeschakeld. Zo nodig kan de geweldpleger al dan niet tijdelijk de toegang tot het huis verboden worden en kan een perimeter worden ingesteld waarbinnen hij/zij niet meer mag komen. Soms kan ook opvang in een vluchthuis geregeld worden.
Meer weten?
1712.be
www.watwat.be/problemen-thuis/wat-kindermishandeling
www.nupraatikerover.be