Wat is het?
Er is sprake van seksueel misbruik als een kind wordt betrokken in seksuele activiteiten die het niet volledig begrijpt, niet wil of waar het geen toestemming voor geeft.
Seksueel contact met iemand jonger dan 16 jaar valt volgens de Belgische wet onder seksueel misbruik. Onder die leeftijd wordt een kind onbekwaam geacht om zijn of haar toestemming te geven voor seksuele activiteiten.
Kinderen kunnen seksueel misbruikt worden door volwassenen. Maar ook door andere kinderen die, door hun leeftijd of ontwikkelingsstadium, een machts- of vertrouwenspositie hebben tegenover het slachtoffer.
De wet onderscheidt twee vormen van seksueel misbruik: verkrachting en aanranding van de eerbaarheid.
- Bij verkrachting is er altijd penetratie met de penis, vinger of om het even welk voorwerp. Dat kan vaginaal, anaal of oraal zijn.
- Ander seksueel ongewild gedrag valt onder aanranding van de eerbaarheid. Het kan gaan om ongewenste aanrakingen op intieme plaatsen, het tonen van de geslachtsdelen of het kind dwingen tot seksuele handelingen. Maar ook samen naar porno kijken of seksueel getinte foto’s of filmpjes maken is seksueel misbruik.
Kinderen die seksueel misbruikt worden, zijn vaak ook slachtoffer van een andere vorm van geweld. Zo kan de dader emotionele chantage gebruiken om het kind stil te houden, of fysiek geweld gebruiken.
Hoe vaak komt het voor?
Kindermishandeling komt vaker voor dan je zou denken. In 2020 kreeg het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling 7.164 meldingen binnen van verwaarlozing of mishandeling. Dat zijn 20 meldingen per dag.
Wereldwijd zijn er grote verschillen in het voorkomen van seksueel misbruik bij kinderen. Dat heeft onder meer te maken met cultuur. Daarnaast verschilt de definitie van seksueel misbruik bij kinderen sterk van land tot land.
Hoe kan je het herkennen?
Seksueel misbruik bij een kind is niet altijd gemakkelijk te herkennen. Sommige kinderen doen erg hun best om normaal te doen en het misbruik te verbergen, uit schrik of uit schaamte. Je kan seksueel misbruik vermoeden als:
- het kind het zelf vertelt;
- het kind lichamelijke tekenen vertoont;
- het kind zich anders gedraagt;
- er bij een gewoon medisch onderzoek letsels worden vastgesteld waar geen goede verklaring voor bestaat;
- er pedofiele handelingen ontdekt worden in de omgeving en het kind een mogelijk slachtoffer is.
Kinderen die seksueel misbruik ondergaan, gedragen zich vaak anders dan hun leeftijdsgenootjes. Ze kunnen bijvoorbeeld volwassen seksueel gedrag vertonen, zoals zich verleidelijk kleden of zich uitdagend gedragen. Vaak hebben ze ook kennis van seksualiteit die ze op hun leeftijd doorgaans nog niet hebben. Veel kinderen worden meer en meer teruggetrokken en angstig, en ze vermijden fysiek contact. Sommigen worden agressief en slaan in het rond, omdat ze nergens heen kunnen met hun probleem.
Jongere kinderen keren soms terug naar vroegere gedragspatronen: ze beginnen opnieuw met duimzuigen of plassen weer in hun bed. Ook slaapstoornissen en nachtmerries zijn een frequent probleem.
Oudere kinderen kunnen eetstoornissen ontwikkelen of risicovol gedrag vertonen, zoals ongepast alcoholgebruik of experimenteren met drugs.
Seksueel misbruik kan bij veel kinderen na verloop van tijd leiden tot depressieve gevoelens en depressie. Zwarte gedachten en zelfmoordpogingen kunnen voorkomen.
Naast gedragsveranderingen zijn er lichamelijke tekenen die op seksueel misbruik kunnen wijzen:
- blauwe plekken, schrammen of verwondingen op ongewone plaatsen (armen, binnenkant van de dijen);
- pijn ter hoogte van de geslachtsdelen;
- wondjes, kneuzingen of een vreemde afscheiding ter hoogte van de geslachtsdelen.
Als kinderen of tieners zwanger blijken te zijn of een seksueel overdraagbare aandoening (soa) hebben, moet je altijd aan de mogelijkheid van misbruik denken.
Wat kan je zelf doen?
Als je vermoedt dat een kind slachtoffer is van seksueel misbruik, probeer het dan bespreekbaar te maken.
- Praat met een arts, vriend, partner of collega en vraag of zij ook iets hebben opgemerkt.
- Je kan ook altijd 1712 bellen of advies vragen aan het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling. Zij helpen je om de situatie goed aan te pakken en eventueel zelf al stappen te zetten.
- Probeer met het kind zelf te praten, maar zonder druk uit te oefenen. Sommige kinderen durven niets zeggen uit angst of omdat ze geen volwassenen meer vertrouwen. Zeg dat je bezorgd bent. Dat kan een aanleiding zijn voor het kind om te laten weten dat er iets mis is. Zo’n gesprek is niet eenvoudig. Daarom zijn er verschillende websites die stap voor stap uitleggen hoe je dat best aanpakt.
Als een kind je toevertrouwt dat hij of zij seksueel misbruikt wordt, beloof dan niet om dat geheim te houden. Daardoor verliest het kind nog meer vertrouwen in volwassenen. Voor een goede aanpak van kindermisbruik is overleg met anderen noodzakelijk.
Leg het kind uit dat het nodig is om naar een arts te gaan om eventuele verwondingen te laten vaststellen en verzorgen, en om stalen te laten nemen. Dat kan tot een veroordeling van de dader(s) leiden.
Je kan best aangifte doen via het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling of het gratis nummer 1712. Zij openen een dossier en onderzoeken de zaak.
Luisteren naar kinderen die misbruikt zijn kan erg confronterend zijn. Praat erover met je arts, partner, vrienden of collega’s. Soms kan het helpen om met een therapeut of psycholoog te praten of om naar een praatgroep te gaan.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Bij de behandeling van een seksueel misbruikt kind volgt een arts deze stappen:
- een gesprek over de feiten;
- een lichamelijk onderzoek, waarbij de arts eventuele letsels vaststelt en stalen neemt;
- een psychische evaluatie;
- zo nodig worden de bevoegde autoriteiten ingeschakeld.
Seksueel misbruik bij kinderen is een ernstig misdrijf dat met de nodige expertise moet worden aangepakt. Daarom wordt dikwijls een beroep gedaan op een specialist, bijvoorbeeld een kinderarts, een psycholoog of psychiater, of begeleiding door Kind en Gezin.
Seksueel misbruik kan een ernstige impact hebben op een kind. Daarom probeert de arts altijd eerst een gesprek aan te gaan om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Hij of zij zal het verhaal en de klachten van het kind zorgvuldig noteren.
Als het misbruik minder dan 24 uur geleden heeft plaatsgevonden, dan verwijst de arts het kind door naar een spoeddienst waar een seksuele agressie set (SAS) aanwezig is. Daar wordt een klinisch onderzoek uitgevoerd en worden stalen genomen die kunnen leiden tot een veroordeling van de dader(s). Het kan gaan om stalen van lichaamsvloeistoffen zoals sperma, speeksel en haren waarop DNA-onderzoek kan gebeuren, maar bijvoorbeeld ook om vezels van de kleding van de dader.
Tot twee weken na het misbruik kan een ervaringsdeskundige nog lichamelijke tekenen van mishandeling vinden en documenteren. In dat geval wordt een afspraak geregeld bij een arts die ervaring heeft met het herkennen van de symptomen van seksueel misbruik.
Bij (een vermoeden van) kindermishandeling heeft een arts het recht om dat te melden aan het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling. Ook als de ouders het daar niet mee eens zijn.
De arts zal een dossier opmaken en meewerken in een multidisciplinair team om het kind zo goed mogelijk te ondersteunen. In dat team zit ook altijd een psycholoog of psychiater die het kind begeleidt.
Meer weten?
- www.1712.be
- www.tele-onthaal.be
- www.seksueelgeweld.be
- www.kindermishandeling.be
- www.kindengezin.be/kindermishandeling
- www.allesoverseks.be/seksueel-misbruik
- www.slachtofferzorg.be/kindermisbruik
Bronnen
- www.ebpnet.be
- Het kind in Vlaanderen 2020. Agentschap Opgroeien. Augustus 2021. Beschikbaar via: https://publicaties.vlaanderen.be/view-file/45257