Wat is het?
We spreken van seksueel misbruik wanneer seksuele handelingen gebeuren zonder toestemming van het slachtoffer. Dat kan elke vorm van ongewenst seksueel contact zijn. De wet onderscheidt 2 vormen: verkrachting en aanranding van de eerbaarheid.
Bij verkrachting is er altijd sprake van penetratie, met penis, tong, vingers of voorwerp en dit gebeurt vaginaal (via de vagina), anaal (via de aars) of oraal (via de mond).
Bij aanranding van de eerbaarheid zijn er ongewenste seksuele handelingen, zoals betasten, maar is er geen penetratie.
Seksueel misbruik is strafbaar. Bij aangifte ervan start het gerecht een onderzoek waarbij zoveel mogelijk bewijs wordt verzameld om het misbruik aan te tonen.
Het onderzoek bestaat uit een gerechtelijk verhoor, een strafrechtelijk onderzoek en een medisch onderzoek. De politie zet hiervoor gespecialiseerde medewerkers in. Als slachtoffer heb je het recht om verhoord te worden door een persoon van je eigen geslacht.
Het medisch onderzoek omvat een beschrijving van alle lichamelijke verwondingen, een genitaal onderzoek, een inwendig gynaecologisch onderzoek en de afname van medische stalen (bv. sperma, bloedstalen…) voor het strafrechtelijk onderzoek. Dit onderzoek gebeurt liefst zo snel mogelijk na het misbruik.
Na het onderzoek word je steeds verwezen naar slachtofferhulp, als je dat wenst.
Wat kan je zelf doen?
Bij aangifte van het misbruik wordt je verklaring door de politie afgenomen en word je doorverwezen voor een medisch onderzoek door een arts. Hiervoor moet je toestemming geven.
Je mag je laten bijstaan door een vertrouwenspersoon, een vriend(in) of een familielid. Je doet dit best zo snel mogelijk na het misbruik omdat dan de meeste sporen nog aanwezig zijn. Je mag uiteraard altijd aangifte doen, zelfs jaren na de feiten.
Het is erg belangrijk om over het misbruik met iemand te kunnen praten. Dat is niet altijd gemakkelijk. Je kunt altijd terecht op een anonieme hulplijn op het nummer 1712. Ook kun je een beroep doen op Tele-Onthaal op het nummer 106 of via chat op www.tele-onthaal.be.
Hoe verloopt het medisch onderzoek?
De arts die je ondervraagt en onderzoekt, is aangesteld door de onderzoeksrechter. Het onderzoek kan ook door je huisarts gebeuren, op voorwaarde dat hij hierin voldoende deskundigheid heeft en het juiste materiaal ter beschikking heeft om staalnames te doen. Het komt weliswaar voor dat het gerecht de vaststellingen door de eigen huisarts als partijdig en ongeldig beschouwt. Het onderzoek mag niet plaatsvinden zonder je akkoord.
De arts zal je vragen stellen over de aard van het geweld en of er penetratie is geweest, bijvoorbeeld vaginaal, rectaal of oraal. Hij noteert in detail de aanwezigheid van alle lichamelijke letsels zoals kneuzingen, schrammen en schaafwonden.
Daarnaast neemt hij stalen af via bloedname, urinestalen en genitale uitstrijkjes, en dit om seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) uit te sluiten. Over een periode van 6 maanden na het misdrijf worden meerdere stalen genomen. Het kan immers enige tijd duren vooraleer een soa zichtbaar wordt in het bloed.
De ziekten waarvoor getest wordt, zijn chlamydia, gonorroe, syfilis, hiv (aids) en hepatitis B. Afhankelijk van de resultaten kan een hepatitis B-vaccinatie worden aanbevolen, of een behandeling worden gestart om hiv te voorkomen indien er een vermoeden is dat de dader besmet is met hiv.
Bij uitgebreide verwondingen en wanneer de laatste inenting tegen tetanus al meer dan 10 jaar oud is, is een herhalingsvaccin nodig. Chlamydia, gonorroe en syfilis worden behandeld met antibiotica.
Er gebeurt tevens een zwangerschapstest. Noodanticonceptie tot maximum 5 dagen na het misbruik, kan voorkomen dat je nog zwanger wordt.
Is er een vermoeden dat je gedrogeerd werd? Dan wordt ook een bloedstaal genomen voor drugsonderzoek.
Verder worden er stalen genomen om het DNA van de dader op te sporen. Staalname hiervoor gebeurt via uitstrijkjes van het mondslijmvlies, de geslachtsorganen en de aars. Stukjes van je vingernagels of plukjes schaamhaar worden eveneens verzameld, omdat die restanten van het DNA van de dader kunnen bevatten.
Is het slachtoffer minderjarig, dan gebeurt het onderzoek door een kinderarts of een gynaecoloog die hiervoor is opgeleid. De ouders moeten hun toestemming geven.