Wat is het?
Net als bij volwassenen kan depressie ook bij kinderen en adolescenten voorkomen.
Een kind ervaart een depressie als een toestand van ontevredenheid. Het verliest interesse, en dus ook het vermogen om geluk en tevredenheid te ervaren bij dagelijkse activiteiten.
Het voelt zich vaak afgewezen en denkt dat niemand om hem geeft. Hulpaanbod kan moeilijk zijn.
Hoe vaak komt het voor?
Ongeveer 3% van de kinderen onder de 13 jaar lijdt aan een depressie.
Depressie neemt toe met de leeftijd; in de leeftijdsgroep 13 tot 18 jaar lijdt ongeveer 5% van de jongens en 6% van de meisjes aan depressie.
Hoe kun je het herkennen?
Het vaststellen van een depressie bij jonge kinderen kan bijzonder moeilijk zijn.
Kleine kinderen hebben minder oogcontact met de ouders, een minder expressieve gelaatsuitdrukking met soms een droevige of starre blik, tonen geen interesse in hun omgeving en in andere mensen, bewegen en praten minder en reageren trager dan normaal. Slaap- en voedingsproblemen kunnen voorkomen.
In extreme gevallen verdwijnt de levenslust, hetgeen kan resulteren in een vertraagde ontwikkeling op motorisch en mentaal vlak.
Uiteraard zijn er zeer teruggetrokken en stille kinderen die helemaal niet depressief zijn. Het is de combinatie van symptomen die dan eerder wijst in de richting van depressie.
Op kleuter- en schoolleeftijd uit depressie zich vaak in prikkelbaarheid en verveling. Het kind vertoont minder emoties en wordt algemeen wat trager of juist overactief. De interesses nemen af en vriendschappen gaan verloren. Het kind is dikwijls abnormaal moe en slaapt slecht of juist overdreven veel. Vaak voelt het zich slecht en nergens goed voor.
Op school vermindert de concentratie en de schoolresultaten gaan achteruit. Het kind isoleert zich. Omdat het zich ‘anders’ gedraagt, wordt het vaak ook gepest. Hierdoor kan het kind ook lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals hoofdpijn en buikpijn.
Dit alles kan resulteren in wegloopgedrag en in gedachten van zelfvernietiging, met in extreme gevallen zelfverminking en zelfmoordneigingen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts zal in de eerste plaats moeten uitmaken of het om een echte depressie gaat of dat er andere aandoeningen de klachten kunnen verklaren.
De duur van de klachten en de weerslag op het normale, dagelijkse functioneren spelen een grote rol. Een korte periode van neerslachtigheid na een sterfgeval in de naaste omgeving is bijvoorbeeld nog geen depressie. Een langdurige verandering in het gedrag kan er daarentegen wel op wijzen.
De arts heeft ook aandacht voor psychische veranderingen, zoals angsten en fobieën, die vaak met depressie samengaan. Hij bevraagt ook uitgebreid de familie over het functioneren en de evolutie van het kind.
Zo nodig sluit hij eerst andere ziekten uit. Is er een reëel vermoeden van een depressie, dan wordt het kind verwezen naar een kinderpsychiater. Via uitgebreide bevraging en tests van het kind en diens familie zal hij de onderliggende oorzaken blootleggen en een behandeling voorstellen.
Wat kun je zelf doen?
Het is zeer belangrijk om mogelijke problemen bespreekbaar te maken. Als je ziet dat er iets misloopt, probeer er dan met je kind en met de betrokkenen op school over te praten.
Zorg voor een rustgevende en ondersteunende omgeving. Lost het probleem zich niet vanzelf op, wacht dan niet te lang om hulp te zoeken. Hoe erger de depressie wordt, hoe moeilijker ze op te lossen is.
Wat kan je arts doen?
De behandeling van depressie steunt op twee pijlers: psychologische begeleiding van het kind en zijn omgeving (vooral de familie) en eventueel antidepressieve medicatie.
Er bestaan vele soorten psychische/psychiatrische interventies voor kinderen. Welke behandelingsaanpak de beste is, is moeilijk aan te tonen. De keuze gebeurt dus steeds in samenspraak met het kind zelf en de familie en rekening houdend met de specifieke situatie.
De psychische begeleiding (doorgaans cognitieve gedragstherapie) wordt altijd eerst geprobeerd zonder medicatie, tenzij er een zelfmoorddreiging is. Enkel wanneer deze aanpak geen of onvoldoende resultaat heeft, wordt medicatie overwogen.
De behandeling wordt zeer nauwgezet opgevolgd, omwille van de mogelijke ernstige bijwerkingen. Sommige antidepressiva kunnen de depressieve symptomen en zelfmoordgedachten immers aanvankelijk doen toenemen.
De kans op herstel na een eerste episode van depressie is bijna 100%. Een depressie tijdens de kindertijd heeft echter wel een invloed op het risico van depressie en zelfmoord in de adolescentie en volwassenheid.
Meer weten?
- https://www.caw.be/jac/zoek-antwoorden/je-goed-voelen/
- https://www.noknok.be/
- https://awel.be/
- https://www.zelfmoord1813.be/
- https://www.watwat.be/psychische-problemen