Wat is het?
Een blauwe plek is een zichtbare bloeduitstorting op de huid. Er zijn verschillende soorten:
- De gewone blauwe plek noemt men een ecchymose, en komt het meest voor. Een ecchymose is een ronde of onregelmatige niet-verheven blauwe of paarse vlek op de huid. De meest frequente oorzaak is een klein trauma, bvb. met je been ergens tegenaan botsen.
- Petechiën zijn kleiner dan ecchymosen (1 tot max. 3 mm). Het zijn rode of paarse puntvormige huidverkleuringen die evenmin verheven zijn. Typisch is dat je ze niet kunt wegdrukken.
- Purpura zijn niet-wegdrukbare paars- of bruinrode verkleuringen van de huid, die vaak een symptoom zijn van een onderliggende ziekte van de bloedvaten of de bloedplaatjes.
Hoe vaak komt het voor?
De ‘gewone blauwe plek’ komt veruit het meest voor. Petechiën en purpura zijn vrij zeldzaam, maar vereisen vaak verder onderzoek. Daarom is het belangrijk om ze tijdig te herkennen.
Hoe kun je het herkennen?
Gewone blauwe plekken zijn vrij gemakkelijk te herkennen. Ze vereisen geen verder onderzoek als ze het gevolg zijn van een trauma of als ze een beperkte grootte hebben. Oudere mensen hebben doorgaans een broze huid. Een klein bloedvaatje kan makkelijk springen. Zo ontstaan bij hen vaak spontaan blauwe plekken op de armen en de rug van de handen.
Zie je plots zonder duidelijke oorzaak of heel vaak blauwe plekken op verschillende plaatsen op je lichaam, contacteer je best je huisarts.
Petechiën kunnen onschuldig zijn bij mensen met hart- of vaatproblemen. Ze komen dan voor op de benen, en worden doorgaans uitgelokt bvb. door lopen, warm weer, sauna.
Heb je petechiën en heb je bijvoorbeeld ook koorts of andere klachten, contacteer dan onmiddellijk een arts.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts zal je vragen stellen over het ontstaan en verloop, en nagaan of er andere klachten zijn zoals gewrichtslast, maag- of darmklachten, koorts, of er erfelijke ziekten in de familie voorkomen en of je recent medicatie hebt ingenomen.
Hij zal daarna de plekken bekijken, en eventueel beslissen om een bloed- en urineonderzoek te doen. De resultaten hiervan kunnen hem helpen om de juiste diagnose te vinden en om het risico op ernstige bloedingen in te schatten.
De meest voorkomende oorzaken van purpura en petechiën bij kinderen zijn:
- ziekte van Henoch-Schönlein (auto-immuunziekte met typisch gewrichtspijn, maagdarmlast en bloed of eiwit in de urine);
- ideopatische trombocytopenische purpura (auto-immuunziekte waarbij de bloedplaatjes aangetast worden);
- infecties (bv: meningitis!);
- kindermishandeling.
Bij volwassenen zijn blauwe plekken meestal het gevolg (naast kneuzingen) van medicatiegebruik (ontstekingsremmers, bloedverdunners, antidepressiva (SSRI’s) en omega-3-vetzuren).
Wat kun je zelf doen?
Als je vermoedt dat de oorzaak een recente inname van een geneesmiddel is, stop deze dan, in overleg met je arts, zo snel mogelijk.
Bij verdachte blauwe plekken contacteer je best een arts voor eventuele onderzoeken en behandeling.
Zeker bij een kind met koorts is een snelle interventie belangrijk.
Wat kan je arts doen?
Afhankelijk van de diagnose kan je arts zelf een behandeling instellen of je doorverwijzen naar een ziekenhuis, zoals bij vermoeden van meningitis of bij een te groot risico op ernstige bloedingen.
Is de diagnose niet duidelijk, dan kan de arts je doorverwijzen voor verdere onderzoeken.