Wat is het compartimentsyndroom?
Het compartimentsyndroom of logesyndroom ontstaat wanneer de druk in een spiercompartiment te hoog wordt. Dat kan de bloedtoevoer naar de spieren en zenuwen blokkeren, wat ernstige schade kan veroorzaken. Een spiercompartiment is een groep spieren omgeven door een stevig, stijf omhulsel.
Er zijn twee vormen: acuut compartimentsyndroom en chronisch compartimentsyndroom.
Acuut compartimentsyndroom
De actute vorm ontstaat plots, meestal na een trauma zoals een botbreuk, een ernstig letsel, brandwonden of een operatie.
Dit is een medisch noodgeval: als dit niet binnen enkele uren behandeld wordt, kunnen de spieren en zenuwen onherstelbaar beschadigd raken.
Typische kenmerken zijn hevige pijn (vaak erger dan je zou verwachten), tintelingen, krachtverlies en soms een koude of bleke huid. De pijn verdwijnt niet met gewone pijnstillers zoals paracetamol.
Chronisch compartimentsyndroom
De chronische vorm ontwikkelt zich geleidelijk, vaak door intensief sporten, waarbij de spiermassa sneller groeit dan de ruimte in het spiercompartiment. Het kan ook ontstaan door aanhoudende druk op een arm of been, zoals een te klemmend gipsverband bij iemand die in coma ligt.
Tijdens inspanning kan je pijn hebben en tintelingen voelen. In rust verdwijnen die klachten weer. Als de klachten aanhouden, ga je best naar de dokter.
Bij twijfel is het belangrijk om onmiddellijk medische hulp te zoeken. Vooral als je plots hevige pijn hebt of geen gevoel of kracht meer hebt in een arm of been. |
Hoe vaak komt het compartimentsyndroom voor?
Een compartimentsyndroom in de spieren komt niet zo vaak voor. Als het voorvalt, is het vaak na een ongeluk of bij erg intensieve fysieke inspanning.
De plaats in het lichaam waar het compartimentsyndroom het meest voorkomt, zijn de spiergroepen in het onderbeen, bijvoorbeeld na een breuk van het scheenbeen.
Het compartimentsyndroom komt vaker voor bij mannen (7,3 per 100.000) dan bij vrouwen (0,7 per 100.000).
Hoe kan je het compartimentsyndroom herkennen?
Vooral de spieren in de onderarm en het onderbeen zijn gevoelig voor een compartimentsyndroom.
De symptomen verschillen tussen de acute en chronische vorm.
Acuut compartimentsyndroom
De acute vorm is een ernstige aandoening die meestal optreedt na trauma, zoals een botbreuk of een zwaar letsel. De symptomen ontwikkelen zich vaak binnen enkele uren, maar kunnen tot 48 uur na het letsel optreden.
Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen vroegere en latere symptomen om de aandoening snel te herkennen en te behandelen.
Vroege symptomen:
- ernstige pijn: de pijn is vaak heviger dan verwacht op basis van het letsel en neemt niet af met gewone pijnstillers. Bij aanraking voelen de spieren strak, hard en gezwollen aan;
- pijn bij passieve bewegingen van de aangetaste spiergroep, zoals het rekken van de spieren;
- tintelingen of gevoelloosheid: het gevoel alsof er elektriciteit door je arm of been loopt of alsof het ledemaat slaapt. Dat wijst op druk op de zenuwen.
Latere symptomen (tekenen van schade door verminderde bloedtoevoer):
- Krachtverlies of zelfs verlamming van een spiergroep in je arm of been. Daardoor kan je bijvoorbeeld je voet minder goed optillen of je vingers moeilijker buigen of strekken.
- Je voelt je hartslag niet meer in het getroffen ledemaat.
- De huid is bleek, blauw, asgrijs of geelbruin en voelt kouder aan.
LET OP: acuut compartimentsyndroom is een medisch noodgeval en moet onmiddellijk behandeld worden om permanente schade te voorkomen. Let hierbij vooral op vroege symptomen. |
Chronisch compartimentsyndroom
De chronische vorm komt voor bij mensen die intensief bewegen, zoals langeafstandslopers, schaatsers of militairen op lange marsen.
De pijn ontstaat geleidelijk en verergert tijdens inspanning, maar verdwijnt meestal in rust.
Zoals bij de acute vorm voelen de spieren gespannen of gezwollen aan en kan je last hebben van tintelingen of krachtverlies.
Soms ontstaat een ‘dropvoet’. Daarbij rolt de voet niet meer goed af tijdens het lopen.
In vergelijking met de acute vorm is chronisch compartimentsyndroom niet even dringend. Toch kan het erg hinderlijk zijn. Heb je blijvend last van pijn of krachtverlies? Raadpleeg dan je arts.
Hoe stelt je arts het compartimentsyndroom vast?
Acuut compartimentsyndroom
Bij een acuut compartimentsyndroom moet de diagnose binnen enkele uren worden gesteld. Dat is vaak heel moeilijk. Je arts zal vooral alert moeten zijn bij ernstige kwetsuren van onderarm of onderbeen. Je arts zal je dan zorgvuldig onderzoeken:
- Heb je pijn bij passieve beweging van de spieren?
- Voel je tintelingen of krachtverlies?
- Is er een zwelling?
- Voelt je arts een gespannen, hard compartiment? Dat kan een belangrijk teken zijn.
Tekenen zoals bleekheid, verlies van polsslag of verlamming treden pas op in een later stadium.
Bij twijfel kan je arts de druk in het spiercompartiment meten.
Chronisch compartimentsyndroom
Bij een chronisch compartimentsyndroom bespreekt de arts je klachten en stelt vragen over de omstandigheden waarin de pijn ontstaat, zoals bij sporten of andere fysieke activiteiten.
Om de diagnose te bevestigen, kan de arts je doorverwijzen naar een specialist. Die kan een drukmeting uitvoeren voor en na inspanning om verhoogde druk in het spiercompartiment vast te stellen.
Wat kan je zelf doen?
Bij acuut compartimentsyndroom
Bij vermoeden van acuut compartimentsyndroom moet je onmiddellijk medische hulp zoeken.
Probeer het aangetaste gebied niet onnodig te bewegen om verdere schade te voorkomen.
Bij chronisch compartimentsyndroom
- Pas je sportactiviteiten aan: verminder de intensiteit van je training en vermijd activiteiten die pijn veroorzaken. Je kan bijvoorbeeld tijdelijk overstappen op minder belastende sporten, zoals zwemmen of fietsen.
- Neem rust: laat je spieren herstellen door voldoende rust te nemen na inspanning.
- In combinatie met rust kunnen niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID’s), zoals ibuprofen of diclofenac, de pijn wat verlichten. Gebruik een NSAID in een zo laag mogelijke dosis en zo kort mogelijk. Zo verminder je het risico op bijwerkingen voor je maag, hart of nieren. Wil je een onstekingsremmer gebruiken? Vraag dan advies aan je zorgverlener.
- Als de klachten aanhouden, ga dan naar de dokter.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Bij acuut compartimentsyndroom
Je arts zal je zo snel mogelijk doorverwijzen naar een chirurg voor een spoedoperatie. Daarbij wordt het omhulsel rond de spieren ingesneden om de druk te verminderen (fasciotomie).
De wonde blijft open totdat de zwelling afneemt. Je blijft enkele dagen in het ziekenhuis om te zien of alles goed verloopt. Soms is een huidtransplantatie nodig om de wonde later te sluiten.
Na de operatie zal je arts je toestand nauwkeurig blijven controleren om te voorkomen dat de klachten terugkeren.
Bij chronisch compartimentsyndroom
Operatie
Als aanpassingen in de training en rust onvoldoende helpen, kan je arts een operatie (fasciotomie) voorstellen. Dat zal de druk op het spiercompartiment verminderen. De wonde wordt meestal direct gesloten.
Na de operatie volgt er revalidatie bij de kinesist. Je zal geleidelijk weer je sportactiviteiten kunnen hervatten.
Kinesitherapie
In sommige gevallen kan kinesitherapie of een aanpassing van je trainingsschema helpen om de klachten onder controle te krijgen zonder operatie.