Wat is het?
Vochtophoping of oedeem kan optreden in een of beide benen. Dat kan komen door verschillende onderliggende aandoeningen of afwijkingen, die vaak ook samen voorkomen. De meest frequente oorzaak bij mensen boven de 50 jaar zijn spataders.
Als gevolg van slecht werkende kleppen van de aders in de benen verloopt de afvoer van het bloed uit de onderste ledematen naar het hart niet zoals het zou moeten.
Een andere oorzaak is een verminderde hartwerking (hartfalen). Hierdoor wordt het bloed niet goed meer doorheen het lichaam gepompt.
Oedeem kan ook het gevolg zijn van bepaalde geneesmiddelen, zoals sommige middelen tegen hoge bloeddruk.
Hoe vaak komt het voor?
In Europa en de Verenigde Staten heeft 25% tot 30% van de volwassen vrouwen en ongeveer 15% van de volwassen mannen last van spataders.
Hartfalen neemt toe met de leeftijd. In Nederland heeft in de leeftijdsklasse 15 tot 64 jaar slechts 1,8 per duizend mannen en 1,3 per duizend vrouwen hartfalen. Boven de 65 jaar hebben 39,3 per duizend mannen en 46,5 per duizend vrouwen hartfalen en boven de 85 jaar loopt dit op tot 113,1 per duizend mannen en 116,3 per 1000 vrouwen.
Hoe kun je het herkennen?
Heb je last van een zwelling in een of beide benen, dan kan dit vochtopstapeling of oedeem zijn. Naargelang de snelheid waarmee en de plaats waar de vochtopstapeling optreedt, zijn verschillende oorzaken meer waarschijnlijk.
Plots optreden van vochtophoping in beide benen
Een plots optredende vochtophoping in beide benen kan wijzen op:
- een bloedklonter in een hoger gelegen grote ader waardoor de afvoer van vocht ter hoogte van beide benen belemmerd wordt.
- een plotse verslechtering van hartfalen waardoor het bloed minder goed doorheen het lichaam gepompt wordt. Dit vraagt een onmiddellijke behandeling. De vochtophoping kan immers uitbreiden tot in de longen, met een snel toenemende kortademigheid tot gevolg. Dit is een levensbedreigende situatie.
- plots optreden of plotse verslechtering van een nierziekte.
Snel optredende vochtophoping in een been
Een snel optredende vochtophoping in slechts een been kan wijzen op:
- een bloedklonter (‘trombose’) in een van de diepgelegen beenaders (diepveneuze trombose of DVT). Dit vraagt om snel ontdekt en behandeld te worden. Een stukje van die bloedklonter kan immers loskomen in de bloedbaan en in de longslagaders terechtkomen. Is dat het geval, dan kan kortademigheid optreden en is er een verminderde uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide in de longen. Als een groot deel van de longen dan geen bloed meer krijgt, dan kan dit levensbedreigend zijn. Zo’n bloedklonter in de diepgelegen aders kan voorkomen na langdurig stilzitten (bvb. vliegtuigreis, bedrust bij ziekte, een breuk waarvoor een gipsverband is aangelegd, of een ingreep waardoor je tijdelijk niet of minder goed kunt bewegen,…). Een bloedklonter in de diepe beenaders geeft meestal een pijnlijke zwelling van het been; dat been voelt vaak warmer aan dan het niet getroffen been. Maak je een ‘trombose’ van een diepgelegen beenader door, dan kunnen er blijvende spataders ontstaan in dit been, met blijvende vochtophoping tot gevolg.
- een plotse scheur in een “Bakercyste”. Dit is een goedaardig met vocht gevuld gezwel ter hoogte van de knieholte. Door de scheur loopt het vocht in de omliggende weefsels en stapelt zich op in het onderbeen.
- een huidinfectie ter hoogte van het onderbeen. Dit gaat gepaard met koorts, algemeen onwelzijn, rode en warme huid op de plaats van de zwelling en pijn.
- een ‘compartimentsyndroom’ of ‘logesyndroom’. De spieren aan de voorzijde van het onderbeen zijn omgeven door een stevig kapsel. Wanneer binnen dit kapsel een zwelling van weefsel optreedt (bvb. spierzwelling na intensief sporten), wordt de ruimte binnen dit spierkapsel te klein en ontstaat er afklemming van de terugvloei van bloed en stapelt het vocht zich op in de lymfevaten van het onderbeen. Dit is pijnlijk. In geval van sterke afklemming is een dringende operatie met doorsnijden van het kapsel noodzakelijk om te beletten dat de spieren en zenuwen afsterven. Een compartimentsyndroom kan ook het gevolg zijn van een pletletsel door een ongeval, een beenbreuk, operaties aan het onderbeen, een ontsteking of infectie,…
Een trager optredende langdurige vochtophoping in beide benen
Een trager optredende langdurige vochtophoping in beide benen kan wijzen op:
- ‘idiopatisch’ oedeem (= zonder aanwijsbare oorzaak). Dit is bij vrouwen tussen de 20 en 30 jaar de meest voorkomende oorzaak van vochtophoping in de benen. Vaak beperkt de vochtopstapeling zich niet alleen tot de onderste ledematen, maar komt het ook voor over het hele lichaam, en dan vooral in het gezicht en de handen. In de loop van de dag neemt het gewicht met een kilogram of meer toe.
- ‘premenstrueel syndroom’: hierbij treedt in de dagen voor de maandstonden vochtopstapeling op, die al dan niet gepaard gaat met een gewichtstoename.
- spataders door slecht werkende kleppen van de beenaders. De zwelling vermindert tijdens de nacht, en neemt toe in de loop van de dag, alsook bij langdurig staan of zitten en bij warm weer. ’s Avonds is de zwelling het meest uitgesproken, en kan pijnlijk zijn. In een later stadium kunnen optreden: zichtbare spataders, huidverkleuring aan de binnenkant van de enkels (bruin), jeuk, droge schilferige huid, verlies van huidhaar, fijne uitgezette bloedvaatjes en uiteindelijk beenzweren.
- hartfalen. Dit komt meestal voor bij oudere mensen of bij mensen met een (gekende) onderliggende hartziekte. Hierbij ontstaat er een gestage toename van vochtopstapeling in de onderste ledematen. De zieke is dan ook sneller kortademig bij inspanning en sneller vermoeid. In een later stadium van hartfalen is er doorgaans sprake van een levensbedreigende ademnood. Heb je hartfalen en merk je een snelle gewichtstoename in enkele dagen tijd, dan neem je best dringend contact op met de huisarts.
- inname van bepaalde geneesmiddelen, onder andere tegen hoge bloeddruk, ontstekingsremmers, bepaalde diabetesmedicatie, corticoïden, geslachtshormonen (anticonceptiepil)….
- lymfoedeem: dit kan zijn door een aangeboren aanleg of het ontbreken van lymfevaten. Dan had je er meestal ook al last van in de kindertijd of op jong volwassen leeftijd. Lymfoedeem kan ook optreden na een infectie, bij kanker, na een ingreep of na bestraling van de onderbuik of het kleine bekken. In het begin kun je de zwelling nog wegdrukken, in een verder stadium niet meer.
- zwangerschap en zwangerschapsvergiftiging, zwaarlijvigheid, sommige nierziekten, bepaalde leveraandoeningen (onder andere als gevolg van alcoholmisbruik), tumor in de onderbuik (prostaatkanker, nierkanker, eierstokkanker, lymfoom) die drukt op de bloedvaten, bestraling in het verleden, bloedarmoede, te laag eiwitgehalte in het bloed (zoals onder andere bij lever- en nierlijden), ernstige verminderde schildklierwerking.
- Een trager optredende en langdurige vochtophoping kan ook voorkomen bij oudere mensen en bij mensen die verlamd zijn, wanneer ze langdurig zitten met gebogen knieën, wat de terugvloei van het bloed belemmert.
Een trager optredende langdurige vochtophoping in een been
Een trager optredende langdurige vochtophoping in slechts een been kan wijzen op:
- slecht werkende kleppen van de beenaders (spataders) met onvoldoende afvloei van het bloed uit de onderste ledematen naar het hart. Zijn de spataders beperkt tot een been, dan kan een plaatselijk slecht werkende klep de oorzaak zijn.
- lymfoedeem: hierbij wordt de afvloei van lymfe in de lymfevaten belemmerd. Dit kan zijn door een aangeboren aanleg, door uitwendige druk of door verstopping omwille van een infectie.
- druk op de aders en/of op de lymfevaten door een tumor in de onderbuik.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Bevraging
Je arts zal je vragen stellen over je klachten:
- hoe lang bestaat de vochtopstapeling al?
- hoe snel is ze ontstaan? Verdwijnt of vermindert ze ’s nachts?
- heb je ook pijn of krampen in de benen?
- heb je een zwaar gevoel in je benen?
- heb je jeuk ter hoogte van je benen?
- ben je snel vermoeid of kortademig bij inspanningen?
- kun je nog platliggen ’s nachts of word je dan kortademig?
- welke ziekten of ingrepen heb je doorgemaakt?
- welke geneesmiddelen neem je?
Klinisch onderzoek
De arts zal tevens een grondig klinisch onderzoek doen:
- hij zal de omtrek van je beide benen meten op het dikste punt en vergelijken;
- hij zal kijken of er kleurveranderingen, spataders, uitgezette bloedvaatjes of beenzweren aanwezig zijn;
- hij zal de temperatuur van je benen meten en vergelijken;
- hij zal met zijn vinger duwen in de vochtophoping in je onderbenen en kijken of er een putje aanwezig blijft.
- hij zal luisteren naar je hart en naar je longen om hartlijden en hartfalen (longoedeem) op te sporen.
Andere onderzoeken
Je arts kan bepaalde bloedonderzoeken verrichten. Een ervan dient om klontervorming ter hoogte van de diepgelegen aders op te sporen. Als de test positief is, dan is dit een mogelijke aanwijzing voor een bloedklonter. Is de test negatief, en zijn er geen risicofactoren voor trombose aanwezig, dan kan men een bloedklonter vrijwel uitsluiten.
Bij vermoeden van een bloedklonter in een diepe beenader, kan je arts een doppleronderzoek laten uitvoeren. Hierbij wordt de bloedstroom in het bloedvat gemeten.
Bij vermoeden van een tumor in de onderbuik, zal de arts een echografie of een scanner van de buik laten uitvoeren.
Bij vermoeden van hartfalen is een electrocardiogram (ECG) aangewezen. Hiermee worden de elektrische signalen van het hart gemeten. Dit dient om onderliggende hartaandoeningen op te sporen.
Er zal ook een Rx-foto van de borstkas worden genomen. Bij hartfalen is het hart vaak vergroot.
Wat kun je zelf doen?
Heb je spataders, dan is het belangrijk om langdurig stilzitten of staan te vermijden. Je kunt oefeningen doen om de spierpompfunctie van je kuiten te verbeteren: ga regelmatig 15 keer na elkaar afwisselend op je tenen en op je hielen staan. Onderbreek lange autoritten regelmatig en loop een eindje. Sta regelmatig op en stap wat rond tijdens lange vlieg- of treinreizen, en drink voldoende. Vermager bij overgewicht.
Stop met roken. Roken verhoogt het risico op bloedklonters, zeker wanneer je ook nog een anticonceptiepil neemt.
Draag geen kousen of sokken met een elastiek die de bloedstroom afsluiten. Zorg voor geschikt schoeisel dat nergens drukt, klemt of wrijving geeft. Door de zwelling van de voeten kunnen schoenen meer knellen. De wrijving kan kleine huidwondjes veroorzaken die kunnen infecteren en soms moeilijk genezen. Hou je voeten schoon en laat je nagels goed verzorgen.
Wanneer je arts je geneesmiddelen voorschrijft voor hartfalen of schildklierlijden, neem ze dan regelmatig in.
Leg, wanneer je spataders hebt, je benen regelmatig hoger en neem regelmatig rustpauzes.
Een drukverband of drukkousen doe je best aan ’s ochtends bij het ontwaken. Vervang ze regelmatig (zeker om de zes maanden), aangezien ze uitrekken door het gebruik en op die manier niet de juiste werking meer hebben. In het filmpje hieronder leggen we uit hoe je een drukverband aanlegt:
Lees verder onder het filmpje.
Breng je arts op de hoogte van alle geneesmiddelen die je inneemt.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
De behandeling die je arts zal instellen, is afhankelijk van de oorzaak van de vochtophoping.
Bij hartfalen zal je arts je geneesmiddelen voorschrijven, onder andere waterafdrijvende middelen. Neem ze regelmatig in, en blijf ze ook verder innemen als je geen symptomen meer hebt. Stop je met de medicijnen, dan kun je acuut hervallen. Dat kan levensbedreigend zijn.
Bij spataders met onvoldoende afvloeien van het bloed uit de onderste ledematen naar het hart kan de arts je een drukverband of drukkousen voorschrijven. Drukkousen bestaan in verschillende druksterktes en worden het best aangemeten door de bandagist. Je arts zal de juiste sterkte voorschrijven volgens het stadium en de ernst van de spataders. Een verpleegkundige kan je aanleren om een drukverband op de juiste manier aan te leggen. Je arts kan je door de kinesitherapeut oefeningen laten aanleren om de pompfunctie van de kuitspieren te verbeteren. Waterafdrijvende middelen zijn bij spataders niet aangewezen. Ze helpen immers weinig, terwijl de bijwerkingen groter zijn dan de voordelen. Ook andere geneesmiddelen zijn bij spataders weinig doeltreffend. In gevorderde stadia kunnen spataders operatief worden behandeld.
Bij idiopatisch oedeem (zonder gekende oorzaak) volstaan meestal eenvoudige maatregelen: rusten met opgeheven benen, warmte vermijden, zoutinname en overmatig vocht beperken, vermageren bij overgewicht. In geval van ernstige zwelling kan je arts een waterafdrijvend middel voorschrijven.
Bij lymfoedeem helpen oefeningen, rusten met opgeheven benen, drukverbanden en drukkousen, manuele lymfedrainage, waarbij de kinesitherapeut door afwisselende druk met de handen de opgehoopte lymfe wegdrukt, en het gebruik van een speciaal apparaat dat door afwisselende druk de vochtopstapeling uit de benen wegdrukt. Een regelmatige voetcontrole waarbij voetschimmel wordt opgespoord en behandeld, is noodzakelijk, evenals een goede voetverzorging. Waterafdrijvende middelen hebben geen effect op lymfoedeem.
Als je een bloedklonter hebt in een diepgelegen beenader, dan zal je arts je inspuitingen voorschrijven met een antistollingsmiddel (= middel dat de bloedstolling vermindert). Daarna wordt een drukverband aangelegd, en van zodra de vochtopstapeling verdwenen is, ook drukkousen gedurende twee jaar.
Je wordt doorverwezen naar een specialist, in geval van:
- vermoeden van hartfalen,
- vermoeden van een bloedklonter in een diepgelegen ader,
- tekenen wijzend op kanker of een herval van kanker ter hoogte van het kleine bekken of de onderbuik,
- ernstige onderliggende aandoening, waarvoor verder onderzoek noodzakelijk is, zoals onder meer leverlijden, nierlijden, verminderde schildklierwerking.