Wat is het?
We spreken van chronische bronchitis als je een hoest met slijmen hebt gedurende minstens 3 maanden per jaar, en dat gedurende 2 opeenvolgende jaren.
De afkorting COPD staat voor ‘Chronic Obstructive Pulmonary Disease’, oftewel chronisch obstructieve longziekte. Het is een aandoening waardoor je alsmaar moeilijker vrij kan ademen.
Vernauwing van de luchtwegen
Bij COPD zijn je luchtwegen chronisch ontstoken, waardoor ze vernauwen: vandaar de naam ‘obstructieve longziekte’. Daarnaast maken je luchtwegen te veel slijm aan, waardoor je gaat hoesten. De vernauwing van de luchtwegen is bij COPD, in tegenstelling tot bij astma, niet omkeerbaar met medicatie (puffers).
Schade aan de longen
Het is niet mogelijk de schade aan de longen te herstellen. Meestal verergert het geleidelijk na verloop van tijd. Je kan dus niet genezen van COPD, maar wel je klachten verlichten en de voortgang van de aandoening vertragen.
Bij emfyseem zijn de longblaasjes vernietigd. De longblaasjes brengen zuurstof (02) in je bloed wanneer je inademt, en geven koolstofdioxide (CO2) af wanneer je uitademt. Door de longschade bij COPD kan je zuurstof minder goed opnemen en koolstofdioxide moeilijk kwijt geraken.
Oorzaken
Veruit de belangrijkste oorzaak van COPD is roken. Hoe langer en hoe meer iemand gerookt heeft, hoe groter de kans op COPD.
De aandoening komt echter ook bij niet-rokers voor. Mogelijke oorzaken zijn dan:
- luchtvervuiling;
- passief meeroken;
- bepaalde erfelijke aandoeningen.
COPD en astma
Soms is het onderscheid met astma moeilijk te maken. Hoewel COPD en astma een aantal kenmerken delen, zijn het 2 verschillende aandoeningen. Een juiste diagnose is heel belangrijk, want de optimale behandeling is verschillend.
Bij sommige personen is er sprake van een mengvorm van COPD en astma. De behandeling kan dan wat verschillen van de behandeling van ‘zuivere’ COPD.
Andere aandoeningen
COPD gaat vaak gepaard met andere aandoeningen. COPD verzwakt de natuurlijke weerstand, waardoor je vatbaarder wordt voor infecties.
Daarnaast heb je meer kans op:
- hart- en vaatziekten (bijv. hartinfact of beroerte);
- diabetes;
- emotionele problemen (bijv. depressie of angst);
- osteoporose;
- longkanker;
- andere vormen van kanker (bijv. keelkanker).
Hoe vaak en bij wie komt het voor?
- Meer dan 25% van de langdurige rokers heeft een langzaam erger wordende vorm van luchtwegvernauwing.
- Naar schatting 4 tot 10% van de Europeanen lijdt aan COPD.
- In België ligt het aantal personen met COPD grof geschat rond de 400.000. Vaak wordt de diagnose echter laattijdig gesteld. Het cijfer loopt wellicht op tot 700.000 (exacte cijfers ontbreken)1.
- COPD komt het vaakst voor bij personen tussen 65 en 69 jaar oud. Voor de leeftijd van 45 jaar is de aandoening zeldzaam.
Hoe kun je het herkennen?
Symptomen
Als je COPD hebt, heb je last van:
- hoesten met slijmen;
- een piepend of fluitend geluid bij de ademhaling;
- kortademigheid, in het begin vooral bij inspanning;
- vermoeidheid.
Je klachten kunnen erger worden bij een luchtweginfectie.
Opstoot
Als je COPD hebt en plots meer last krijgt van kortademigheid en slijmen, kun je een acute opstoot van COPD doormaken.
Hoe kan je arts het herkennen?
Je arts stelt vragen over je klachten en voert een lichamelijk onderzoek uit. Dat is echter niet voldoende om een diagnose te stellen. Daarvoor is een longfunctietest (spirometrie) nodig. Je arts laat ook een röntgenfoto of scan van je longen maken om andere aandoeningen uit te sluiten.
Longfunctietest (spirometrie)
Met een longfunctietest kan de arts meten of je luchtwegen vernauwd zijn (obstructieve longziekte). Je huisarts kan zo’n longfunctietest uitvoeren. Dat is voldoende voor de diagnose van COPD. Een longarts kan iets meer gespecialiseerde tests uitvoeren.
- Voor een longfunctietest moet je krachtig ademen in een speciaal toestel, een spirometer.
- De longfunctietest wordt opnieuw uitgevoerd nadat je gepuft hebt met een geneesmiddel dat je luchtwegen openzet (bronchusverwijderaar).
- Bij astma zie je na het puffen een duidelijke verbetering, bij COPD niet. Deze test helpt de arts dus om het onderscheid te maken tussen astma en COPD.
Als je al medicatie voor de luchtwegen (puffers) gebruikt, gaat je arts na of je die mag blijven gebruiken de dag voor de longfunctietest. Sommige puffers kunnen immers het testresultaat beïnvloeden.
Wat kun je zelf doen?
Geneesmiddelen zijn nodig, maar hun goede werking hangt ook af van andere maatregelen die de aandoening mee onder controle houden. De belangrijkste pijlers zijn:
- stoppen met roken;
- een gezond voedingspatroon;
- voldoende lichaamsbeweging.
Stoppen met roken
Stoppen met roken is de belangrijkste maatregel. Het is de enige manier om de verdere ontwikkeling van COPD tegen te houden.
- Als je blijft roken, kan medicatie de snelle achteruitgang van je longfunctie helaas niet afremmen.
- Als je stopt, wordt je longfunctie niet opnieuw normaal, maar verloopt de achteruitgang aan hetzelfde tempo als bij niet-rokers.
Bespreek met je arts de opties om je hierin te begeleiden.
Lichaamsbeweging
Probeer regelmatig te bewegen. Het is voldoende bewezen dat lichaamsbeweging een gunstig effect heeft op je levenskwaliteit en uithoudingsvermogen. Het maakt je minder kortademig en verbetert je spierkracht.
Beweging en spierversterkende oefeningen
- Je kan het best matig intensief bewegen gedurende minimaal 150 minuten per week. Je kan de beweging verdelen over verschillende sessies.
- Vijf keer per week een halfuur matig intensief wandelen is een goed voorbeeld.
- Ook fietsen, zwemmen en andere water-gebaseerde training zijn mogelijk.
- Daarnaast kan je het best 2 à 3 keer per week spierversterkende oefeningen doen, bijvoorbeeld in de fitness.
Beweging onder begeleiding
- In eerste instantie kan een longarts een behandeling voorschrijven, onder supervisie van bijvoorbeeld een kinesitherapeut.
- Soms is een specifiek revalidatieprogramma in het ziekenhuis aangewezen.
- Na deze behandeling blijf je het best zelfstandig voldoende in beweging. Als je daarbij extra begeleiding wenst of als het aangewezen is, kan Bewegen Op Verwijzing nuttig zijn. Een Bewegen Op Verwijzing-coach voorziet dan via consultaties een beweegplan op maat, extra motivatie, inplanning in je dagelijks leven en verdere opvolging.
Gezonde voeding
Een gezonde en gevarieerde voeding is belangrijk. Een kwart van de personen met COPD heeft ondergewicht, sommigen hebben overgewicht.
Je huisarts kan je indien nodig doorverwijzen naar een diëtist om je te begeleiden.
Vaccinaties
Laat je vaccineren tegen griep en pneumokokken.
Wat kan je arts doen?
COPD echt genezen is vandaag nog niet mogelijk. Er bestaan wel geneesmiddelen die de klachten verminderen en het voortschrijden van de ziekte afremmen.
Als je rookt, moet je je ervan bewust zijn dat het allerbelangrijkste is om ermee te stoppen.
Luchtwegverwijders
De belangrijkste geneesmiddelen voor de behandeling van COPD zijn luchtwegverwijders of ‘bronchodilatatoren’. Meestal zijn dat puffers. Luchtverwijders openen je luchtwegen door de spiertjes errond te ontspannen. Deze middelen:
- verlichten je ademhalingsklachten;
- houden je luchtwegen langer open;
- verminderen de kans op opstoten.
Er bestaan 2 soorten luchtwegverwijders:
- Kortwerkende luchtwegverwijders (bijv. salbutamol, terbutaline, ipratropium) moet je enkel gebruiken als je klachten hebt. De benauwdheid neemt dan binnen 10 tot 30 minuten af.
- Langwerkende luchtwegverwijders (bijv: salmeterol, formoterol, tiotropium) schrijft je arts voor als je ernstige symptomen hebt of als kortwerkende middelen niet volstaan. Deze medicatie moet je dagelijks gebruiken.
Een correct gebruik en juiste techniek van deze medicatie is heel belangrijk. Je arts en apotheker kunnen je daarbij helpen. Je vindt ook handige filmpjes via deze link.
Corticosteroïden
Corticosteroïden of kortweg cortisone zijn ontstekingsremmende geneesmiddelen.
- Via puffers (bijv. beclomethason, budesonide, fluticason) kan je het gebruiken in combinatie met een langwerkende luchtwegverwijder.
- Deze middelen heb je enkel nodig als je meer kans hebt op opstoten.
- Bij een opstoot heb je soms cortisone in tabletvorm nodig.
Andere
- In sommige gevallen is een zogenaamde ‘triple therapy’ aangewezen: 2 luchtwegverwijders plus een corticosteroïde.
- Theofylline: dit geneesmiddel doet luchtwegverwijders iets efficiënter werken. Soms schrijft de arts het dus voor in combinatie met andere medicatie. Het effect is helaas niet zo groot. Bovendien kan het heel wat bijwerkingen veroorzaken en interacties met andere geneesmiddelen hebben.
- Soms wordt langdurig gebruik van bepaalde antibiotica (bijv. azitromycine) overwogen. Een specialist in longziekten (pneumoloog) kan hierin advies geven en de voor- en nadelen tegenover elkaar afwegen.
Zuurstoftherapie
Als je heel kortademig bent, kan (tijdelijke) zuurstoftherapie nodig zijn. Extra zuurstof kan je langs je neus of mond inademen. Hierdoor komt er meer zuurstof in je bloed en moeten je hart en longen minder hard werken. Daardoor verbetert je gevoel van kortademigheid.
Tijdelijke zuurstoftherapie
Je huisarts kan maximaal 3 maanden per jaar tijdelijke zuurstoftherapie aanvragen.
Langdurige zuurstoftherapie
Lijd je aan zware COPD en heb je vaak last van ernstige kortademigheid? Dan kan een longarts bepalen of je in aanmerking komt voor chronische zuurstoftherapie. Voor een langdurige behandeling met zuurstof word je altijd doorverwezen naar het ziekenhuis.
Behandeling van een opstoot
Deze informatie vind je in een aparte richtlijn.
Meer weten?
- Handige patiëntenfolder: https://www.inami.fgov.be/SiteCollectionDocuments/brochure_copd.pdf
- https://www.thuisarts.nl/copd
- https://www.longfonds.nl/copd/alles-over-copd/wat-is-copd
- https://www.tabakstop.be/
- https://www.bvpv-sbip.be/publicaties/inhalatiefilmpjes/
Bronnen
1 Intego databank