Wat is het?
Borstkanker is een kwaadaardig gezwel of tumor (carcinoom) in de borst.
- Het ontstaat wanneer normale cellen zich ongecontroleerd beginnen te vermenigvuldigen. Ze veranderen dan in kankercellen.
- Soms verspreiden kankercellen zich ook buiten de borst. We spreken dan van uitzaaiingen.
Borstkanker komt niet alleen bij vrouwen voor. In zeldzame gevallen kunnen ook mannen het ontwikkelen.
Vormen van borstkanker
We onderscheiden drie vormen van borstkanker:
- vroege vorm:
- Er zitten dan abnormale cellen in een beperkt deel van de borst, bijvoorbeeld in de:
- melkkanalen (DCIS, ductaal carcinoom in situ);
- borstlobben (LCIS, lobulair carcinoom in situ);
- tepel en het tepelhof (ziekte van Paget, eerder zeldzaam).
- Die abnormale cellen:
- zijn nog niet helemaal kwaadaardig;
- hebben zich nog niet verspreid in het borstweefsel.
- Er zitten dan abnormale cellen in een beperkt deel van de borst, bijvoorbeeld in de:
- invasieve vorm:
- De kankercellen ontstaan vanuit de:
- melkkanalen (IDC, invasief ductaal carcinoom);
- borstlobben (ILC, invasief lobulair carcinoom).
- Ze hebben zich ondertussen verspreid in het borstweefsel. Daardoor is er een risico op uitzaaiingen.
- De kankercellen ontstaan vanuit de:
- uitgezaaide vorm (metastasen):
- De kankercellen hebben zich verspreid vanuit de borst via de lymfeklieren naar andere lichaamsdelen.
Oorzaken van borstkanker
In de meeste gevallen is de precieze oorzaak onbekend.
Risicofactoren
Er zijn wel factoren die het risico op borstkanker verhogen, namelijk:
- vrouwelijk geslacht;
- ouderdom;
- borstkanker in het verleden;
- erfelijke aanleg:
- door een afwijking (mutatie) in bepaalde genen (BRCA1 en BRCA2);
- via familieleden met borstkanker:
- vooral moeder, zus of dochter (eerstegraadsfamilieleden);
- jonger dan 40 jaar;
- mannelijke familieleden.
Risicofactoren met een beperkte invloed
Er is bovendien een verband tussen sommige risicofactoren met een beperkte invloed en borstkanker:
- eerste menstruatie voor de leeftijd van 12 jaar;
- menopauze op late leeftijd;
- geen kinderen hebben;
- eerste zwangerschap na de leeftijd van 30 jaar;
- langdurige hormoonbehandeling om menopauzeklachten te verminderen;
- grote blootstelling aan straling, zoals bij röntgenfoto's;
- levensstijl:
- gewicht:
- zwaarlijvigheid;
- gewichtstoename na de menopauze.
- voeding:
- te veel verzadigde vetten;
- te veel alcohol.
- gebrek aan lichaamsbeweging.
- gewicht:
Hoe vaak komt het voor?
Borstkanker is in België de meest voorkomende kanker bij vrouwen:
- Meer dan een derde van alle nieuwe kankers zijn borstkankers.
- Borstkanker ontstaat het vaakst in de melkkanalen.
- In 2018 kregen 11.009 personen de diagnose van borstkanker: 10.905 vrouwen en 104 mannen.
- Bij vrouwen stijgt dat cijfer nog steeds. Dat komt voornamelijk doordat vrouwen nu langer leven.
Borstkanker:
- ontwikkelt zelden voor de leeftijd van 30 jaar (0,7% van alle gevallen);
- komt meer voor na de leeftijd van 45 jaar;
- is in ongeveer 5 à 10% van de gevallen erfelijk door een genetische mutatie, namelijk een afwijking van het borstkankergen (BRCA1 en BRCA2):
- komt bij ongeveer 15 tot 20% van de personen ook bij familieleden voor: waarschijnlijk door een combinatie van erfelijke factoren en omgevingsfactoren (bijv. levensstijl).
De prognose van borstkanker is de laatste jaren fel verbeterd. Dat komt doordat de behandelingen erop vooruit zijn gegaan. Zo is 90% van de vrouwen met borstkanker vijf jaar na de diagnose nog in leven. Bij mannen is dat 84%.
Hoe kan je het herkennen?
Mogelijke symptomen van borstkanker zijn:
- meestal pijnloos knobbeltje in de borst (doorgaans een van de eerste symptomen);
- huid die rimpelt of ingetrokken tepel;
- veranderingen van de huid in de buurt van de tepel (soms gelijkend op eczeem);
- zwelling in de oksel;
- pijn of gevoel van zwaarte in de borst;
- afscheiding uit de tepel.
Hoe kan je arts de diagnose stellen?
Basisonderzoeken
Je arts stelt de diagnose van borstkanker in drie stappen (de zogenaamde ‘tripeldiagnostiek’):
- Eerst voert je arts een lichamelijk onderzoek uit, waarbij hij:
- je borst(en) betast;
- je oksels onderzoekt om na te gaan of je klieren gezwollen zijn.
- Hij vraagt vervolgens beeldvormend onderzoek aan:
- een röntgenfoto van je borst (mammografie) met twee opnamen: één van boven naar onder en één van opzij;
- en/of een echografie.
- Nadien doet hij een biopsie:
- Ofwel neemt hij een stukje borstweefsel weg met een dikke naald.
- Ofwel zuigt hij cellen op met een dunne naald.
Als er bij het beeldvormend onderzoek zeker geen aanwijzingen zijn voor kwaadaardigheid, is een biopsie niet altijd nodig.
Andere onderzoeken
- een MRI-scan, enkel bij:
- twijfel;
- erfelijke vormen van kanker;
- herval na behandeling.
- een scintigrafie;
- een PET-scan.
Tumormerkers opsporen in je bloed is niet zinvol voor de diagnose.
Stadium van de borstkanker bepalen
Je arts gaat na in welk stadium de borstkanker zit. Dat noemen we de stadiëring:
- Hij controleert hoe kwaadaardig de tumor is.
- Hij onderzoekt of de tumor al is uitgezaaid, en zo ja, tot waar (bijv. okselklieren, buik, beenderen).
(Hormoon)gevoeligheid
Ten slotte gaat je arts na of de tumor in je borst:
- gevoelig is voor hormonen, zoals oestrogenen en progesteron:
- Een ‘hormoongevoelige’ tumor vereist een aanvullende hormoontherapie.
- HER2-positief is:
- Ongeveer een op vijf borstkankers is HER2-positief.
- HER2 is een eiwit dat de groei en de deling van normale borstcellen regelt.
- Bij een HER2-positieve borstkanker zit er te veel van dat eiwit op de kankercellen. Dat stimuleert de cellen om snel te groeien en te delen.
- Voor dit soort borstkanker is een doelgerichte aanvullende behandeling nodig.
Wat kan je zelf doen?
Voel je iets in je borst of merk je er iets raars aan? Laat je borst dan zeker nakijken, ook al heb je recent een mammografie laten nemen. Een knobbeltje kan iets onschuldig zijn, maar evengoed een van de (eerste) symptomen van borstkanker.
Gezond leven
Borstkanker kan je niet voorkomen. Een gezonde levensstijl kan, zonder garantie, wel enige bescherming bieden:
- Probeer je gewicht onder controle te houden.
- Rook niet.
- Beperk je alcoholgebruik.
- Probeer voldoende te bewegen.
Borstkanker in je familie?
Is er borstkanker in je familie en maak je je daar zorgen over? Overloop je familie en maak een lijstje met wie borstkanker heeft (gehad):
- eerste graad: moeder, vader, broer, zus, zoon en dochter;
- tweede graad: grootvader, grootmoeder, kleinkind, oom, tante, nicht, neef, halfbroer en halfzus (langs moeders- en vaderskant).
- Andere familieleden, zoals overgrootouders, achterkleinkinderen, achterneven en -nichten, grootooms en -tantes, behoren tot de derde graad en zijn niet relevant.
Dat lijstje kan je bespreken met je arts:
- Samen bepalen jullie hoe groot je risico is om borstkanker te ontwikkelen. Aangepaste preventie kan nodig zijn.
- Je arts hoeft je niet door te verwijzen als er in je familie slechts één eerstegraads- of één tweedegraadsverwant borstkanker heeft gekregen op een leeftijd van 40 jaar of ouder.
Vroeg opsporen
Ben je een vrouw en tussen 50 en 69 jaar oud? Dan krijg je om de twee jaar de kans om gratis een mammografie te laten nemen.
Bespreek met je arts de voor- en nadelen ervan. Zo kan je een geïnformeerde keuze maken.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
De behandeling van borstkanker is voor iedereen anders. De opties hangen af van:
- de omvang van de tumor;
- de plaats waar de tumor zit;
- eventuele uitzaaiingen;
- je algemene gezondheidstoestand.
Behandelingsopties
De mogelijke behandelingen van borstkanker zijn (afzonderlijk of gecombineerd):
- de tumor operatief verwijderen:
- bij een vroege vorm van borstkanker: lokaal;
- bij invasieve vormen:
- een borstsparende ingreep;
- een borstamputatie, waarbij de okselklieren wel of niet worden verwijderd.
- chemotherapie:
- gebeurt soms voor de ingreep om de tumor te verkleinen;
- vergemakkelijkt de operatieve verwijdering van de tumor nadien.
- immuuntherapie;
- hormoontherapie (bijv. tamoxifen);
- doelgerichte behandeling, bijv. in geval van een HER2-positieve tumor.
Heb je liever geen hormonen of bestraling? Weet dan dat deze behandelingen soms nodig zijn om je kansen op genezing te verhogen. Bespreek de voor- en nadelen ervan met je arts.
Aan de hand van tumormerkers kan je arts nagaan of de behandeling(en) effect hebben.
Borstkliniek
Voor de behandeling word je naar een borstkliniek gestuurd. Daar krijg je multidisciplinaire zorg. Dat betekent dat meerdere specialisten over je behandeling beslissen, onder meer een:
- chirurg/gynaecoloog;
- oncoloog;
- radiotherapeut;
- huisarts;
- kinesitherapeut;
- psycholoog.
Revalidatie
Na de operatie kan je last hebben van:
- een stijve schouder:
- Stretch en oefen je bovenste ledematen en je schoudergewricht.
- Je kinesitherapeut kan je instructies geven.
- vermoeidheid:
- Je kinesitherapeut kan je helpen met een aangepast bewegingsschema.
- vochtophoping in je arm (lymfoedeem) aan de geopereerde zijde:
- Dat komt doordat je klieren zijn weggenomen.
- Dagelijkse oefeningen:
- verminderen het oedeem in je arm;
- versoepelen het littekenweefsel.
- psychologische problemen:
- Je kan last hebben van bijvoorbeeld emotionele stress, pijn, depressie, angst of verdriet.
- Psychologische ondersteuning is dan van groot belang.
Opvolging
Als je borstkanker hebt gehad, dan word je gedurende 10 jaar opgevolgd. De opvolging gebeurt aan de hand van een:
- bloedafname met controle van tumormerkers;
- mammografie, al dan niet samen met een echografie;
- MRI-scan (eventueel) als:
- je jong bent;
- je een erfelijke vorm van borstkanker hebt;
- je een erg agressieve kanker hebt;
- de oorspronkelijke tumor niet te zien was op een mammografie of echografie.
Herval
Het is mogelijk dat je na de behandeling hervalt. Een multidisciplinair team beoordeelt dan opnieuw je situatie. Meestal:
- worden nieuwe tumoren chirurgisch verwijderd en nabestraald;
- vindt een borstamputatie plaats als je eerder koos voor een borstsparende operatie;
- start je met chemotherapie.
Zwanger en borstkanker
Wordt borstkanker bij je vastgesteld tijdens je zwangerschap, dan ziet de behandeling er anders uit.
- De tumor kan zonder risico worden weggenomen.
- Radiotherapie (bestraling) en hormoontherapie zijn geen opties.
- Chemotherapie moet je vermijden tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap. Daarna kan je het overwegen, maar er is een klein risico op afwijkingen bij de baby.
Wil je na een behandeling voor borstkanker opnieuw zwanger worden? Wacht dan ongeveer 2 jaar. Daarna is er geen risico meer voor de vrucht. Zwanger worden verhoogt je risico ook niet om opnieuw borstkanker te krijgen.
Na een borstsparende operatie kan je doorgaans geen borstvoeding geven met de geopereerde borst, wel met de gezonde. De behandeling heeft geen invloed op de kwaliteit van de melk van de gezonde borst.
Meer weten?
- https://www.kanker.be/alles-over-kanker/alle-types-kanker/borstkanker
- www.allesoverkanker.be/borstkanker
- https://borstkanker.bevolkingsonderzoek.be/
- https://www.think-pink.be/nl/