Wat is het?
Een bijtwonde wordt meestal veroorzaakt door een beet van een kat, hond of mens. Het kan gaan om een schaafwonde, een scheurwonde of een steekwonde.
Bij een schaafwonde zijn er enkel oppervlakkige huidletsels.
Bij een scheurwonde is de huid opengescheurd, en loopt de wonde soms door tot in de onderliggende weefsels.
Een steekwonde wordt meestal veroorzaakt door een tand die diep in de huid is doorgedrongen. Bij het terugtrekken van de tand sluit deze wonde zich en is alleen nog de steekplaats te zien.
Door zo'n 5 à 20 % van de hondenbeten, 30 à 60 % van de kattenbeten en 10% van de mensenbeten kun je een infectie oplopen. De infectiekiemen zijn afkomstig uit de mond of muil van respectievelijk mens of dier, of uit de omgeving. Loop je de bijtwonde van een dier op in het buitenland, dan moet je ook rekening houden met het risico op rabiës (hondsdolheid). Mensen kunnen dan weer drager zijn van een besmettelijke ziekte zoals hepatitis B en C en HIV.
Hoe kun je het herkennen?
Bij bijtwonden moet je vooral beducht zijn voor infecties. Tekenen hiervan zijn roodheid, zwelling, lokale warmte en pijn. Er kan ook koorts optreden. Erg gekneusd weefsel kan afsterven. Dat herken je aan de zwarte verkleuring. Let bij bijtwonden in de handen ook op peesletsels. Bij zulke letsels zijn bepaalde bewegingen van de vingers, bijvoorbeeld plooien of strekken, niet meer mogelijk.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De diagnose op zich stelt geen probleem. Je arts zal vooral aandacht hebben voor de mogelijke verwikkelingen zoals infectie, afsterven van weefsel en peesletsels.
Wat kun je zelf doen?
Het is zeer belangrijk om een bijtwonde zo snel mogelijk te (laten) behandelen. Blijf er dus niet mee lopen. Een wonde ouder dan 24 uur mag niet meer gehecht worden. De kans op infectie is dan immers te groot, en bij hechting worden de kiemen in de wonde opgesloten.
Wat je onmiddellijk moet doen na het bijtincident is de wonde onder lopend water houden. Het snel reinigen van (het gebied rond) de wonde biedt zelfs een betere bescherming tegen infecties dan antibiotica. Je hoeft geen ontsmettingsmiddelen te gebruiken.
Hondenbeten was je met zeep. Dat remt de ontwikkeling van het virus dat hondsdolheid (rabiës) veroorzaakt. Als je een hoog risico loopt op besmetting (vb. dierenartsen), kun je je preventief tegen hondsdolheid laten vaccineren. Word je door een hond gebeten in het buitenland, dan is het heel belangrijk dat je binnen de 24 uur een arts of ziekenhuis bezoekt.
Je kunt de gekwetste zone best omhoog houden. Dit houdt zwelling tegen. Controleer ook of je vaccinatie tegen tetanus (klem) nog in orde is. Is je laatste inenting langer dan 10 jaar geleden, dan is een nieuwe nodig.
Wat kan je arts doen?
Na zorgvuldig uitwassen zal je arts de wonde spoelen met een zoutoplossing. Loshangende flardjes huid en dood weefsel zal hij onder lokale verdoving wegsnijden.
Is de wonde recent en zijn er geen tekenen van infectie, dan wordt ze indien mogelijk onmiddellijk gehecht. Oude en geïnfecteerde wonden worden opengelaten en met een steriel verband afgedekt. Is er etter zichtbaar, dan wordt altijd wat etter onderzocht om de oorzakelijke bacterie te achterhalen.
Zo nodig krijg je een tetanusvaccinatie.
In de volgende gevallen wordt preventief antibiotica voorgeschreven gedurende 3 tot 5 dagen:
- bij verwonding tot op het bot of gewricht,
- bijtwonden ter hoogte van de handen en het gezicht,
- bijtwonden in de buurt van de geslachtsdelen en in de buurt van gewrichtsprothesen,
- bij personen met een verminderde weerstand (geen milt, overmatig alcoholgebruik, medicatie en/of ziekte die de weerstand verlaagt),
- bijtwonden veroorzaakt door mensen of katten.
Zijn er na 3 tot 5 dagen geen tekenen van infectie, dan stopt men de behandeling.
Zijn er na deze behandeling wel nog tekenen van infectie, dan wordt verder antibiotica genomen tot 10 dagen.
Als je bent gebeten door een mens, dan wordt nagegaan of over hem of haar gegevens beschikbaar zijn. Als men kan uitsluiten dat die persoon een risico vormt voor een besmetting met bv. hepatitis, dan hoeft er niets te gebeuren. Zijn er geen gegevens over die persoon bekend, dan word je best onmiddellijk ingeënt tegen hepatitis B. Is bekend dat de bijter hiv-positief is, dan start men in sommige specifieke gevallen met een PEP-behandeling ('Post Exposure Profylaxis'). Dit is een behandeling met anti-hivgeneesmiddelen, om eventuele besmetting tegen te gaan. Overdracht van het hiv-virus door een bijtwonde is echter zeer onwaarschijnlijk: het speeksel bevat te weinig viruspartikels om het virus door te geven. Enkel als er bloed aanwezig is in de mond van de bijter is er mogelijk een risico.