Wat is het?
De hersenen en het ruggenmerg zijn zachte, kwetsbare weefsels, die beschermd worden tegen schokken door het hersenruggenmergvocht. Dit vocht, ongeveer 500 ml per dag, wordt aangemaakt vanuit het bloed in de hersenkamers. Van daaruit wordt het verspreid over de buitenzijde van de hersenen en het ruggenmerg. Daarna wordt het weer opgenomen in het bloed. Er is dus een constante aanmaak en doorstroming van hersenvocht en een evenwicht tussen aanmaak en afvoer.
Men spreekt van een waterhoofd bij een abnormale opstapeling van hersenvocht, meestal veroorzaakt door een blokkering van de afvoer. Hierdoor neemt de druk van het hersenvocht toe.
Mogelijke oorzaken zijn hersenbloedingen of infecties.
De doorstroming van het hersenvocht kan hersteld worden door het plaatsen van een shunt, een buisje dat ingebracht wordt in een van de hersenkamers. Hierlangs wordt het vocht afgeleid naar de buikholte of het hart.
Dit kan gepaard gaan met een aantal complicaties:
- verstopping van de shunt;
- infectie;
- afvoer van te veel vocht;
- toename van het risico op een bloeding tussen de hersenvliezen.
Hoe kun je het herkennen?
Bij een sterk verhoogde hersendruk ontstaat er hoofdpijn, braken en uiteindelijk ook sufheid.
In ernstige gevallen kan een coma optreden.
Bij normale druk zonder ernstige symptomen van overdruk ontstaat er een langzaam evoluerend ziektebeeld met als symptomen dementie, gangstoornissen en blaasproblemen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Bij vermoeden van een waterhoofd zal je arts je steeds verwijzen naar een neuroloog voor een grondig onderzoek met o.a. een CT- en/of MRI-scan van het hoofd.
Wat is een shunt?
De shunt bestaat uit twee silicone katheters met een klepmechanisme tussenin. Aan het ene uiteinde wordt een katheter ingebracht in de hersenkamer via een boorgat in het hoofd. Aan het andere uiteinde wordt een katheter onder de huid tot in de buikholte geleid. Een andere optie is om de katheter te laten uitmonden in het hart via de halsader. De klep tussen de katheters voorkomt overmatige stroom van hersenvocht door de shunt.
Een overzicht van mogelijke shuntcomplicaties:
- De shunt kan verstoppen, wat de afvoer van het vocht belemmert. De oorzaak kan bijv. een bloedklonter zijn, of littekenweefsel dat de katheter afsnoert. Daardoor stijgt de druk van het hersenvocht en ontstaat binnen een paar uur een levensgevaarlijke situatie. De shunt moet dan dringend gecontroleerd en ontstopt worden.
- De katheter kan bloot komen te liggen aan de huid en geïnfecteerd raken. Dat gaat gepaard met koorts en verspreiding van de infectie via het bloed. In dergelijke gevallen moet de shunt vervangen worden door een nieuwe.
- Soms werkt de klep niet goed en wordt te veel vocht afgevoerd (overdrainage). Dan kunnen de hersenkamers als het ware dichtklappen. De voornaamste klacht is in dit geval hoofdpijn. De klep moet dan aangepast of vervangen worden.
- Een shunt maakt de patiënt meer vatbaar voor chronische bloeding juist onder het buitenste hersenvlies. Het bloed wordt dan verwijderd via een boorgat in de schedel.
- Ten slotte kan de katheter onder de huid ongemakken veroorzaken. Hiervoor moet de behandelende neurochirurg geraadpleegd worden.
Meer weten?
https://www.uzleuven.be/nl/hydrocefalie