Wat is het?
Meestal start men bij diabetes type 2 met een dieet en een aanpassing van de levensstijl.
Als dat niet voldoende is, zal de arts medicatie voorschrijven. Doorgaans gebruikt hij dan als eerste keuze metformine.
Is een geneesmiddel niet genoeg voor een goede controle van de suikerwaarden in je bloed, dan kan een ander geneesmiddel aan je behandeling worden toegevoegd.
Als ook de combinatie van twee of meerdere producten niet volstaat om goede suikerwaarden te bereiken, dan heb je insuline-injecties nodig.
We bespreken hier specifiek de geneesmiddelen die in geval van diabetes type 2 worden gebruikt om de suikerwaarden in het bloed te verlagen.
Metformine
In België is metformine beschikbaar onder de commerciële namen Glucophage®, Metformax® of Metformine®. Metformine is voor de meeste personen met diabetes de voorkeursbehandeling.
Bij langdurig gebruik verlaagt metformine het risico op hart- en vaatzieken. Bovendien loop je met metformine geen risico op een hypoglycemie (te lage bloedsuikerspiegel) en remt het een gewichtstoename.
Een effect bekom je pas als de dosis voldoende hoog is. Je arts zal de dosis daarom geleidelijk aan opdrijven tot een voldoende hoge dosis is bereikt.
Buikpijn is de meest hinderlijke bijwerking van metformine. Je mag geen metformine gebruiken als je last hebt van leverfalen of hartfalen, bij alcoholmisbruik of bij een erg slechte werking van de nieren.
Sulfonylureumderivaten
Sulonylureumderivaten zijn in België beschikbaar onder de namen Daonil®, Euglucon®, Gliclazide®, Uni diamicron®, Uni gliclazide®, Amarylle®, Glimepiride®, Minidiab® en Glurenorm®.
Bij langdurig gebruik verminderen ze de beschadiging van de kleine bloedvaten die bij diabetes kan ontstaan.
Belangrijkste bijwerking is langdurige hypoglycemie. Dit wordt vaak gezien, vooral bij ouderen. Andere bijwerkingen zijn vrij zeldzaam, behalve een risico op gewichtstoename. Je mag geen sulfonylureumderivaten gebruiken als je nieren zeer slecht werken.
Gliniden (Repaglinide)
Repaglinide is in België beschikbaar onder de naam NovoNorm® of Repaglinide®. Het is een kortwerkend geneesmiddel dat vóór de maaltijd moeten worden ingenomen. Dit geneesmiddel zou minder vaak hypoglycemie veroorzaken dan de sulfonylureumderivaten, maar daarvoor bestaat geen overtuigend bewijs.
Het wordt vooral gebruikt bij personen die hoge suikerwaarden hebben na de maaltijd, maar slechts een licht verhoogde suiker als ze nuchter zijn. Ook personen met matig nierfalen kunnen gliniden gebruiken.
Glitazonen (Pioglitazon)
Pioglitazon is in België beschikbaar onder de naam Actos®. Dit geneesmiddel vermindert het vetgehalte in de lever. Het heeft mogelijk ook een gunstig effect op hart- en vaatziekten.
Het wordt vooral gebruikt voor personen met een grote buikomtrek en leververvetting.
Personen met hartfalen mogen het niet nemen.
Bij 5% van de personen treedt vochtophoping op. Er is geen risico op hypoglycemie. Wel kan er gewichtstoename zijn.
DPP-IV-inhibitoren (Gliptinen)
DPP-IV-inhibitoren zijn in België beschikbaar onder de namen Trajenta®, Onglyza®, Januvia®, Vipidia® en Galvus®. Er zijn geen belangrijke bijwerkingen gekend: ze veroorzaken geen hypoglycemie en er is geen effect op het lichaamsgewicht.
Gezien ze vrij nieuw zijn, zijn de effecten op lange termijn minder gekend.
SGLT2-inhibitoren (Gliflozinen)
SGLT2-inhibitoren zijn in België beschikbaar onder de namen Invokana®, Forxiga® en Jardiance®. Hun suikerverlagend effect is gebaseerd op het uitlokken van glucosurie (suiker komt in de urine terecht). Ze werken niet meer als de nieren minder goed werken.
Nevenwerkingen doen zich voor ter hoogte van de maag en darmen, alsook ter hoogte van de urinewegen (veel plassen, pijnlijk plassen, infecties). Ook is er meer kans op een schimmelinfectie ter hoogte van de geslachtsdelen.
GLP-1-analogen
De GLP-1-analogen zijn in België beschikbaar onder de namen Trulicity®, Bydureon®, Byetta®, Ozempic®, Victoza® en Lyxumia®. De toediening gebeurt meestal via een inspuiting in het vetweefsel. Bij sommige producten gebeurt dat dagelijks, bij andere wekelijks.
Deze geneesmiddelen kunnen aanleiding geven tot een gewichtsvermindering. De belangrijkste bijwerking is misselijkheid. Ongeveer de helft van de personen heeft er last van. Ze kunnen in de plaats van insuline worden gebruikt wanneer het suikergehalte onvoldoende onder controle is na inname van andere geneesmiddelen.