Wat is het?
Het schoudergewricht wordt gevormd door de bovenarm en het schouderblad. Bij een schouderontwrichting (of schouderluxatie) is de kop van de bovenarm verplaatst ten opzichte van de schouderkom. De kop kan dan gedeeltelijk (subluxatie) of volledig (luxatie) uit de kom geschoven zijn.
Er kan beschadiging optreden van het schouderkapsel, het kraakbeen, de omliggende bloedvaten en zenuwen. Meestal ontstaat een schouderluxatie door een trauma, bv. een val op de arm of op de schouder. Soms zijn een forse stoot tegen de schouder, een (plots) tegengehouden beweging (bv. worp tijdens basketbal) of soepele gewrichten (hyperlaxiteit) de oorzaak.
Hoe vaak komt het voor?
Een voorste schouderontwrichting komt het vaakst voor. Hierbij schiet de kop van de bovenarm naar voor toe uit de schouderkom. Soms geraakt de bovenarm naar achteren ontwricht (achterste schouderontwrichting) en af en toe naar boven of onder. Beschadiging van bloedvaten of zenuwen is zeldzaam.
Eens je een schouderontwrichting hebt doorgemaakt, is het risico op een nieuwe ontwrichting groter.
Hoe kun je het herkennen?
Je voelt veel pijn en kunt de schouder niet of slechts beperkt bewegen. Soms is een verdikking zichtbaar; dat is de kop van de bovenarm die uit de schouderkom is geraakt. Bij een voorste schouderontwrichting zie je de verdikking aan de voorzijde van de schouder en is de arm een beetje naar buiten gedraaid. Bij een achterste ontwrichting zit de verdikking aan de achterzijde en is de arm een beetje naar binnen gedraaid.
Daarnaast kunnen een snel optredende zwelling, een verdoofd gevoel in schouder of arm, krachtverlies en/of verkleuring van de huid ook wijzen op een schouderluxatie.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts zal je vragen hoe de klachten zijn ontstaan en je schouder onderzoeken. Hij controleert vooral of er druk op de zenuwen of bloedvaten is. Hij voelt hiervoor aan je pols. Hij gaat ook na of je nog gevoel hebt in de onderarm en of je die kunt bewegen. Is er een vermoeden van schouderluxatie, dan zal hij je doorverwijzen. Er gebeurt doorgaans een radiografie (Rx) om de diagnose te bevestigen, eventuele breuken uit te sluiten, en om te zien om welk soort luxatie het gaat.
Wat kun je zelf doen?
Vermoed je dat je je schouder hebt ontwricht, contacteer dan zo snel mogelijk een arts. Een ontwrichting vraagt immers om een dringende behandeling. Leg in afwachting in een handdoek gewikkeld ijs op de schouder om zwelling en pijn tegen te gaan.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Een reductie (of terugplaatsen van de schouderkop in de kom) gebeurt meestal in een ziekenhuis. Soms geeft men hiervoor een lichte verdoving om de spieren rond de schouder te ontspannen en om het terugplaatsen te vergemakkelijken. In bepaalde situaties kan het nodig zijn om de schouder operatief (dus onder algemene narcose) te reduceren, bv. wanneer de ontwrichting al langere tijd bestaat of na herhaalde ontwrichtingen.
Na het terugplaatsen vermindert de pijn aanzienlijk. Bij een succesvolle reductie voelt de arts de schouder terug in de kom glijden. Voor de zekerheid wordt wel steeds een radiografie van de schouder genomen. Je mag het ziekenhuis snel verlaten, maar thuis draag je nog gedurende 1 tot 3 weken een ondersteunend verband (mitella).
Je zult soms op controle moeten gaan bij de orthopedist. Je wordt tenslotte verwezen naar de kinesitherapeut voor specifieke oefeningen om de spieren rond de schouder te verstevigen.