Wat zijn oogafwijkingen bij jonge kinderen?
De meest voorkomende oogafwijkingen bij kinderen zijn:
- scheelzien (strabisme): de ogen kijken niet dezelfde kant op. Je kind kijkt daardoor dubbel.
- een lui oog (amblyopie): een lui oog kan niet goed zien, bijvoorbeeld omdat het een scheel oog is. Daarom kijkt je kind alleen met het andere oog (het goede oog). Een lui oog kan wel degelijk zien, maar de hersenen gebruiken dat oog niet, omdat het beeld anders slechter of vervormd is.
Ook verziendheid en bijziendheid kunnen bij jonge kinderen voorkomen. Je kind heeft dan misschien een bril nodig. Meer informatie vind je hier.
Hoe vaak komen oogafwijkingen bij jonge kinderen voor?
Scheelzien
Scheelzien komt voor bij ongeveer 1 tot 5% van jonge kinderen en 1 tot 7% van oudere kinderen. Het verschilt per regio.
Lui oog
Een lui oog is de meest voorkomende oorzaak van verminderd zicht bij kinderen. Wereldwijd komt het voor bij 1 tot 5% van de kinderen.
Meestal heeft het kind één lui oog. In zeldzame gevallen zijn beide ogen aangetast.
Risicogroep
Deze kinderen hebben een hoger risico op oogafwijkingen:
- kinderen met familieleden die scheel kijken of een lui oog hebben;
- kinderen met een moeilijke start bij de geboorte, zoals vroeggeboorte of een laag geboortegewicht;
- kinderen met een andere stoornis, een vertraagde lichamelijke of geestelijke ontwikkeling, spierzwakte, slechthorendheid of een aandoening die vaak gepaard gaat met een visuele handicap, zoals het syndroom van Down;
- kinderen die scheel kijken hebben meer risico op een lui oog.
De ogen van kinderen met een verhoogd risico moeten regelmatig onderzocht worden. Zo kunnen eventuele afwijkingen tijdig vastgesteld worden. Praat erover met je huisarts of kinderarts.
Hoe wordt een oogafwijking vastgesteld bij jonge kinderen?
Voor een goede ontwikkeling van de ogen is het belangrijk dat een oogafwijking zo vroeg mogelijk ontdekt en behandeld wordt. Daarom wordt het zicht van jonge kinderen op vaste momenten getest door verschillende zorgverleners en diensten.
In Vlaanderen wordt je kind getest door Kind en Gezin en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). Als tijdens die onderzoeken een oogafwijking wordt vastgesteld, wordt je kind naar de oogarts doorverwezen.
Kind en Gezin
Kind en Gezin spoort oogafwijkingen op in de eerste levensjaren. Op tien belangrijke momenten in de groei van je kind kan je gratis op consult komen bij het consultatiebureau.
Tijdens elk consult wordt er kort naar de ogen van je kind gekeken. Op 12 en 30 maanden wordt ook een oogtest gedaan. Die test kan een lui oog of een ernstige oogafwijking opsporen.
Eerste oogtest op 12 maanden
Een speciale camera bepaalt of de ogen en het zicht van je kind goed zijn. Een verpleegkundige zal met deze camera de aandacht van je kind trekken, zodat je kind even recht in de camera kijkt. Deze test is veilig, pijnloos en kindvriendelijk.
Meer informatie over de oogtest vind je op de website van Kind en Gezin (zie Meer weten?).
Tweede oogtest op 30 maanden
De ogen van een jong kind blijven zich ontwikkelen. Daarom wordt de oogtest op 30 maanden nog eens herhaald.
Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB)
Zodra je kind naar school gaat, wordt het verder opgevolgd door het CLB. De ogen en het zicht van je kind worden meermaals onderzocht door de CLB-verpleegkundige of arts: in de eerste kleuterklas, in het eerste, vierde en zesde leerjaar en in het derde middelbaar.
Als je kind in het buitengewoon onderwijs zit, worden de testen aangepast aan de ontwikkeling van je kind.
Het CLB kijkt na of je kind:
- voldoende scherp ziet;
- een goed dieptezicht heeft;
- een lui of scheel oog heeft;
- goed kleuren kan zien.
Wat kan je zelf doen?
- Ga met je kind naar het consultatiebureau van Kind en Gezin op de afgesproken momenten.
- Laat je kind via de school onderzoeken tijdens de geplande consultatiemomenten van het CLB.
- Ga naar je huisarts of kinderarts bij deze signalen:
- Je kind heeft moeite met dingen zien.
- Je kind heeft moeite met iets vast te nemen (grijpt vaak naast dingen).
- Je kind valt regelmatig.
- Je kind kijkt soms scheel.
- Je kind knijpt soms één oog dicht of houdt een hand voor één oog.
- Je kind klaagt regelmatig over hoofdpijn.
- Er zijn oogproblemen in de familie, zoals scheelzien, een lui oog of een zeer sterke bril.
Wat kan je zorgverlener doen?
Wanneer Kind en Gezin, het CLB, je huisarts of de kinderarts een oogafwijking vermoedt, zullen ze je kind doorverwijzen naar de oogarts.
De oogarts test de ogen van je kind verder en beslist wat de beste behandeling is:
- Soms wordt het gezonde oog afgedekt of moet je er druppels in doen om het luie oog te stimuleren.
- Soms is een bril nodig.
- In zeldzame gevallen is een operatie van het schele oog nodig.
Meer weten?
- Op de website van Kind en Gezin vind je meer informatie over:
- Thuisarts.nl: Mijn kind heeft een lui oog
- Thuisarts.nl: Mijn kind kijkt scheel
Bronnen
- www.ebpnet.be
- Amblyopia. BMJ Best Practice. Sep 2023.
- Strabismus. BMJ Best Practice. Nov 2024.
- Amblyopia. DynaMed. Sep 2024.
- Strabismus in Children. DynaMed. Sep 2024.
- Standaard Visusonderzoek bij 3- tot 18-jarigen in het CLB - Kerninformatie. Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg. Sept 2018.
- Kind en Gezin. Oogtest. Geraadpleegd apr 2025.