Wat is niet-alcoholische leververvetting?
Niet-alcoholische leververvetting of vetlever is een aandoening van de lever door ophoping van vet in de lever. Met andere woorden: de lever wordt vet.
‘Niet-alcoholisch’ betekent dat de aandoening niet veroorzaakt wordt door te veel alcohol drinken. Deze aandoening is vooral het gevolg van ongezonde eetgewoontes en een gebrek aan beweging. Overgewicht speelt een belangrijke rol. De aandoening is sterk verbonden aan het metabool syndroom.
Als niet-alcoholische leververvetting niet behandeld wordt, kunnen de cellen van de lever beschadigd raken. Er ontstaat dan een leverontsteking.
Het is belangrijk dat een arts deze complicatie tijdig opspoort, omdat ze verder kan evolueren naar levercirrose of leverkanker.
Hoe vaak komt niet-alcoholische leververvetting voor?
Niet-alcoholische leververvetting is de meest voorkomende leveraandoening in de westerse wereld. Het komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Bij mensen tussen de 45 en 69 jaar hebben verhoogde leverwaarden in het bloed vaak te maken met niet-alcoholische leververvetting.
Ongeveer 1 op de 20 mensen met leververvetting heeft ook een leverontsteking.
Hoe kan je niet-alcoholische leververvetting herkennen?
Het is moeilijk om te weten of je een leveraandoening hebt. Meestal heb je geen symptomen.
Als er symptomen optreden zoals vermoeidheid, gewichtsverlies en spierzwakte, is de ziekte al in een vergevorderd stadium.
Hoe stelt je arts niet-alcoholische leververvetting vast?
Niet-alcoholische leververvetting wordt vaak toevallig ontdekt:
- op basis van de resultaten van een bloedonderzoek;
- tijdens een echografie of ander beeldvormend onderzoek van de buik.
Je arts stelt je vragen over je alcoholgebruik om uit te sluiten dat alcohol de oorzaak van de leververvetting is. Vraag je je af of je te veel alcohol drinkt? Hier vind je meer info.
Onderzoeken
Er kunnen verschillende onderzoeken gebeuren.
Bloedonderzoek
Een bloedonderzoek maakt duidelijk:
- of er sprake is van een infectie (bijvoorbeeld virale hepatitis) of een auto-immuunziekte van de lever;
- of er sprake is van metabool syndroom, diabetes of leverontsteking.
Biopsie
Om na te gaan of je een leverontsteking hebt, kan er een leverbiopsie gebeuren:
- Onder lokale verdoving wordt een stukje weefsel weggenomen.
- Er wordt gecontroleerd of er vetophoping is en of er ernstig beschadigde levercellen zijn.
Elasticiteit meten
Een derde mogelijk onderzoek meet hoe elastisch de lever is.
Zijn er te veel beschadigde levercellen, dan verschijnen er littekens op de wand van de lever. Dat noemen we leverfibrose. Plekken met littekens zijn minder elastisch dan plekken met normale cellen.
Is de leverfibrose zeer ernstig, dan loop je het risico om levercirrose te ontwikkelen.
Wat kan je zelf doen?
Leververvetting is omkeerbaar: als je de oorzaak wegneemt, wordt je lever opnieuw minder vet. Om dat te bereiken, is het heel belangrijk dat je je levensstijl aanpast.
Enkele adviezen:
- Heb je overgewicht of obesitas? Probeer dan minstens 5% en liefst 10% van je gewicht te verliezen.
- Het is belangrijk dat dat geleidelijk aan gebeurt: 0,5 tot max. 1 kg per week. Sneller vermageren kan tot complicaties leiden.
- Je vermagert best door een combinatie van voedings- en beweegadviezen.
- Eet gezond en evenwichtig:
- Eet volgens de principes van de voedingsdriehoek.
- Vermijd alcohol.
- Probeer zo weinig mogelijk gesuikerde frisdranken en ultrabewerkte voeding te eten.
- Beweeg voldoende:
- Volg de bewegingsdriehoek.
- Vermijd lang stilzitten en sta elke 30 minuten even recht.
- Beweeg elke dag aan lichte en matige intensiteit (bijvoorbeeld wandelen).
- Probeer minstens één keer per week een activiteit aan hoge intensiteit te doen (bijvoorbeeld baantjes zwemmen).
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Hulp bij verandering van levensstijl
Het is niet altijd eenvoudig om je levensstijl te veranderen. Je huisarts kan je helpen of je doorverwijzen naar:
- een diëtist: die helpt je om gezonder te eten en te vermageren;
- een kinesist of beweegcoach: die maakt samen met jou een beweegprogramma op maat.
Je huisarts bekijkt ook samen met jou welke medicatie je neemt. Geneesmiddelen die toxisch zijn voor de lever, moet je vermijden.
Verder onderzoek
Als je arts vermoedt dat je een leverontsteking hebt, verwijst die je door naar een maag-darmspecialist voor verder onderzoek.