Wat is het?
Een middelengebruiker is iemand die stimulerende, dempende of hallucinogene middelen gebruikt. Stimulerende middelen zijn bijv. cocaïne en amfetamines. Dempende middelen zijn bijv. alcohol en opioïden (sterke pijnstillers). Hallucinogene middelen zijn bijv. cannabis en LSD. Ook sommige geneesmiddelen kunnen aanleiding geven tot misbruik. Zij vormen het onderwerp van een aparte richtlijn.
Een zwangerschap bij een vrouw met middelengebruik wordt altijd beschouwd als een hoogrisicozwangerschap. Dit wil zeggen dat er een verhoogde kans is op problemen bij de moeder of het kind, zowel tijdens de zwangerschap als bij en na de bevalling. Deze vrouwen moeten dan ook verwezen worden naar een specialist voor opvolging van de zwangerschap.
Wat zijn de risico’s?
Overmatig alcoholgebruik tijdens de zwangerschap kan leiden tot een miskraam, laag geboortegewicht, groeivertraging, vroeggeboorte en aangeboren misvormingen. Bij ernstig misbruik kan een foetale alcoholspectrumstoornis (FAS) ontstaan. Dit is een verzamelnaam voor alle afwijkingen bij het kind ten gevolge van alcoholmisbruik van de moeder tijdens de zwangerschap. Het gaat om aangeboren afwijkingen, gedragsstoornissen en achterstand in de intellectuele ontwikkeling. De baby kan ook prikkelbaar zijn, een slechte zuigreflex hebben en zich moeilijk ontwikkelen.
Overmatig alcoholgebruik tijdens de zwangerschap wordt gedefinieerd als meer dan 5 eenheden alcohol in één keer of meer dan 10 eenheden per week (1 eenheid = 33 ml van een pint matig sterk bier, 12 ml wijn of 4 ml sterkedrank). Het is onwaarschijnlijk dat 1 à 2 eenheden alcohol, één of tweemaal per week, tijdens de zwangerschap nadelig zijn voor de baby. Er is echter geen duidelijke veiligheidsgrens vastgelegd voor alcoholgebruik tijdens de zwangerschap.
Roken tijdens de zwangerschap is geassocieerd met een verhoogd risico op miskraam, gespleten gehemelte, laag geboortegewicht en groeiachterstand, vroeggeboorte en wiegendood.
Druggebruik kan verschillende risico’s inhouden. Een zwangere vrouw die amfetamines gebruikt, komt weinig bij in gewicht, wat gemakkelijk leidt tot ondervoeding van zowel de moeder als het kind. Amfetamine- en cocaïnegebruik verhoogt dan ook het risico op een laag geboortegewicht, vroeggeboorte, vroegtijdige loslating van de placenta hartafwijkingen. Bij de pasgeborene kan het symptomen veroorzaken zoals verhoogde bloeddruk, abnormaal huilen, braken en moeite met zuigen. Overmatig cannabisgebruik kan de zwangerschapsduur enkele weken verkorten en aanleiding geven tot een lager geboortegewicht. Het kan tevens het risico op aandachtstoornissen, problemen met het kortetermijngeheugen en impulscontrole bij kinderen verhogen. Opioïdengebruik tot in de zeer late zwangerschap kan ontwenningsverschijnselen geven bij de baby.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts zal bij elke zwangerschap navragen welke medicatie je neemt, of en hoeveel je rookt, hoeveel alcohol je drinkt en of je drugs gebruikt. Er bestaan verschillende vragenlijsten met scores om overmatig alcoholgebruik op te sporen. Typische vragen zijn:
- Hoe vaak drink je alcohol?
- Hoeveel alcohol drink je per keer?
- Heb je ooit de neiging gehad om minder te drinken?
- Voel je je ooit schuldig wanneer je gedronken hebt?
- Wordt in je familie alcohol gebruikt? Drinkt je partner?
- Ben je dronken geweest in het afgelopen jaar?
- Drink je soms om een kater te verminderen?
Wat kan je zelf doen?
Als je zwanger bent en middelen gebruikt, neem je best contact op met je vroedvrouw, huisarts of gynaecoloog voor een nauwkeurige medische opvolging. Het beste is natuurlijk dat je volledig stopt met het middelengebruik. Omdat het vaak gepaard gaat met ondervoeding, moet je voldoende en gevarieerd eten. Ook kan je extra vitaminen, mineralen (bijv. magnesium) en sporenelementen (bijv. foliumzuur, ijzer) innemen. Dit bespreek je best met je arts.
Wat kan je arts doen?
De arts zal informatie geven over de risico's van alcohol- en druggebruik tijdens de zwangerschap. Het onderwerp ter sprake brengen heeft soms al een gunstige invloed en leidt tot vermindering van het middelengebruik. De arts probeert de zwangere vrouw te motiveren om in behandeling te gaan. Soms worden hierbij andere specialisten betrokken, zoals een psycholoog of psychiater.
Als een zwangere vrouw bekent dat ze regelmatig alcohol drinkt, of minder dan een jaar geleden voor het laatst drugs heeft gebruikt, moet ze opgevolgd worden door een gynaecoloog. De gynaecoloog kan gedetailleerde informatie geven over de effecten van alcohol en drugs op de ongeboren baby. Hij volgt ook de groei van de baby op. Na de geboorte zal een kinderarts gezondheids- en ontwikkelingsproblemen opsporen en behandelen.
Meer weten?
http://www.kindengezin.be/zwangerschap-en-geboorte/zwanger/levenswijze/alchohol-drugs-en-roken/