Wat is het?
Wanneer een moeder tijdens de zwangerschap aanzienlijke hoeveelheden alcohol drinkt (meer dan 10 eenheden per week of meer dan 5 per keer), heeft dit een bijzonder nadelige invloed op de ontwikkeling van haar kind. Alcohol dringt gemakkelijk doorheen de placenta en wordt door de foetus veel trager verwerkt dan door de moeder. Hierdoor blijft de alcohol veel langer in het lichaam van de foetus aanwezig. Dit kan aanleiding geven tot een hele reeks stoornissen.
Foetale alcoholspectrumstoornissen is de overkoepelende term die men geeft aan alle afwijkingen bij het kind die het gevolg zijn van het alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap. We onderscheiden vier ziektebeelden:
- het foetaal alcoholsyndroom (FAS) uit zich in de combinatie van onvoldoende groei, een karakteristiek patroon van afwijkingen in het gelaat en omvangrijke en blijvende schade aan het centrale zenuwstelsel;
- bij het partieel foetaal alcoholsyndroom (PFAS) is er de combinatie van afwijkende gelaatskenmerken met ofwel groeiachterstand, ofwel neurologische afwijkingen;
- ‘Alcohol related neurobehavioural disorder’ (ARND) wordt gekenmerkt door uitgesproken neurologische afwijkingen, maar geen afwijkingen in het gelaat;
- bij het ‘Alcohol-related birth defect’ (ARBD) zijn er alleen uitwendige misvormingen.
Hoe vaak komt het voor?
In geïndustrialiseerde landen ligt het aantal nieuwe gevallen van foetale alcoholspectrumstoornissen rond 1 tot 5%. Het is de grootste oorzaak van mentale achterstand in de westerse wereld. Twintig tot 30% van de foetale spectrumstoornissen is onder te brengen in de categorieën FAS of PFAS. ARND komt het meest voor.
Hoe kan je het herkennen?
De typische uitwendige kenmerken zijn niet altijd aanwezig. De diagnose wordt soms pas op puber- of volwassen leeftijd gesteld, naar aanleiding van sociale, gedragsmatige of emotionele problemen. De vastgestelde afwijkingen kunnen zich voordoen op fysiek vlak, maar ook op vlak van kennis en gedrag.
Fysieke afwijkingen
- Misvorming van hart, nieren, centraal zenuwstelsel, skelet en ogen. Het slecht functioneren van het centrale zenuwstelsel kan zich uiten in slaap- of voedingsproblemen, in een vertraagde motorische ontwikkeling en in verminderde intellectuele mogelijkheden, tot zelfs mentale achterstand;
- Zichtbare aangeboren afwijkingen zijn een dunne bovenlip, smalle oogspleten, scheelzien, korte afgeplatte neus, abnormale plooien in de handpalmen, oorlelafwijkingen en weinig ontwikkelde oorschelpen met soms slechthorendheid;
- Groeiachterstand: te klein hoofd, slechte toename van gewicht en lengte, geen inhaalgroei;
- Skeletafwijkingen: klompvoeten, scoliose (misvorming) van de wervelzuil, beperkte beweeglijkheid van de onderarmen, afwijkend aantal vingers en/of tenen;
- Afwijkingen van de zintuigen: oogafwijkingen en slechthorendheid.
Afwijkingen op kennisniveau
- Verminderde taalvaardigheid;
- Leerstoornissen, meer bepaald voor wiskunde en voor complexe redeneringen;
- Problemen met het plannen en uitvoeren van taken, en met het overschakelen van de ene taak op de andere;
- Aandachtstoornissen;
- Geheugenproblemen.
Afwijkingen in het gedrag
- Moeilijkheden met begrijpen en opvolgen van sociale regels;
- Gedrag geassocieerd met het onvermogen om wetten en normen te begrijpen, zoals illegale activiteiten, moeilijk gedrag op school of op het werk;
- Het niet begrijpen van het verband tussen oorzaak en gevolg.
Het geheel van deze afwijkingen kan resulteren in zwakke schoolprestaties, stoppen met studies, ontslag op het werk, geneesmiddelen- en drugmisbruik, criminele activiteiten…
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts kan op de hoogte zijn van het overmatige alcoholgebruik via de moeder zelf of een betrouwbare bron uit haar naaste omgeving. De vertraagde groei, die vooral voorkomt bij FAS en PFAS, wordt duidelijk bij een echografisch onderzoek tijdens de zwangerschap.
Wanneer de fysieke kenmerken bij het kind minder duidelijk zijn, kan de arts gebruikmaken van een specifieke vragenlijst. Hierbij wordt gekeken naar de sociale, gedragsmatige en emotionele kenmerken van het kind.
Wat kan je zelf doen?
Er is geen veilige hoeveelheid alcohol die je tijdens de zwangerschap kunt drinken, ook niet tijdens de eerste weken wanneer je nog niet weet dat je zwanger bent. Gebruik dus best helemaal geen alcohol wanneer je een actieve kinderwens hebt of zwanger bent. Heb je een alcoholprobleem, blijf er dan niet mee lopen. Spreek erover met je arts. Neem eventueel contact op met de Anonieme Alcoholisten (AA) en probeer te ontwennen en te stoppen met drinken.
Het is heel belangrijk om kinderen met dit soort stoornissen goed op te vangen en te begeleiden. De omgeving en opvoeding zijn bepalend voor een normale groei en ontwikkeling. Deze kinderen hebben een veilige thuis nodig. Doe een beroep op de sociale diensten van je gemeente of stad voor hulp en begeleiding. Er is bovendien vaak nood aan een actieve begeleiding van het kind, zeker vanaf de schoolleeftijd. Spreek er dus over op school, en maak hierover afspraken. Een coach kan je kind zeker helpen. Bij extreem moeilijke kinderen kan het nuttig zijn om ze een tijdje uit hun gewone omgeving te verwijderen en ze in een zorginstelling op te nemen.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
De afwijkingen zijn blijvend. De diagnose, behandeling en opvolging van kinderen met foetaal alcoholspectrumstoornissen zijn multidisciplinair. Dit betekent dat er een goede samenwerking moet zijn tussen artsen, psychologen, opvoeders, sociale diensten en zorginstellingen. Een ondersteunende omgeving is essentieel voor een betere prognose.
Meer weten?
https://www.gezondzwangerworden.be/alcohol
https://www.alcoholhulp.be/alcohol-zwangerschap
http://www.fasstichting.nl/
https://www.hersenstichting.nl/hersenaandoeningen/foetaal-alcoholsyndroom/