Wat is het?
Een gastroscopie is een onderzoek waarbij het slijmvlies van de slokdarm, van de maag en van het eerste stuk van de twaalfvingerige darm (duodenum) ‘live’ kan bekeken worden. Hiervoor gebruikt men een endoscoop. Dat is een dunne flexibele slang met een camera die langs de mond wordt ingebracht. Ook bepaalde behandelingen zijn langs deze weg mogelijk.
Tijdens dit onderzoek kunnen ook kleine stukjes weefsel (biopsies) worden afgenomen. Deze stukjes worden vervolgens microscopisch onderzocht om na te gaan of er bacteriën of kwaadaardige cellen aanwezig zijn.
Wanneer is het onderzoek aangewezen?
Niet voor ieder maagongemak moet een gastroscopie gebeuren. Bij mensen jonger dan 55 jaar met klachten van maagzuur, oprispingen of opgeblazen gevoel gebeurt over het algemeen eerst een proefbehandeling met zuurremmers gedurende 4 weken. Dit is ook de eerste stap in geval van klachten veroorzaakt door medicatie zoals ontstekingsremmers.
Het onderzoek is nodig voor de diagnose van maag- en slokdarmziekten, voor de opvolging van het effect van een behandeling en voor bepaalde lokale ingrepen.
Voor het vaststellen van een aandoening bij:
- patiënten jonger dan 55 jaar die geen beterschap ondervinden van een behandeling.
- patiënten boven de 55 jaar met aanhoudende maaglast zoals maagbranden en zure oprispingen.
- patiënten met alarmsymptomen zoals bloedbraken of zwarte stoelgang, moeilijk slikken, onverklaard gewichtsverlies, bloedarmoede van onbekende oorsprong, vroeger doorgemaakte maagzweren, overmatig gebruik van ontstekingsremmers, overmatig alcoholgebruik en onverklaarde pijn op de borst.
Voor de opvolging van:
- het effect van een behandeling voor maagzweren en slokdarmontstekingen.
- patiënten met andere onderliggende aandoeningen zoals de ziekte van Crohn, aantasting van het maag-darmstelsel door glutenintolerantie, en bij kwaadaardige aandoeningen van maag en slokdarm.
Voor bepaalde ingrepen zoals:
- wegnemen van poliepen en gezwellen.
- stoppen van bloedingen en afbinden van aders.
- oprekken van vernauwingen.
- het plaatsen van een verblijfsonde in de maag voor kunstmatige voeding.
Hoe gebeurt het onderzoek?
Het onderzoek gebeurt het best nuchter. Dit wil zeggen dat je liefst niet meer gegeten hebt sinds de vorige avond. Tot 6 uur vóór het onderzoek kan een lichte vezelarme maaltijd wel, bijvoorbeeld wit geroosterd brood of beschuit met confituur.
Je zult voor het onderzoek bepaalde geneesmiddelen moeten stoppen. Vraag raad aan je arts.
Doorgaans verdooft de arts je keel plaatselijk met een spray. Erg nerveuze of angstige mensen krijgen soms een injectie met midazolam, waarmee ze een 15-tal minuten (licht) verdoofd zijn.
Na het onderzoek kun je gewoon terug naar huis. Het is wel goed om een chauffeur te hebben, zeker als men je heeft verdoofd.
De eerste 2 uur na het onderzoek eet of drink je best niet. Je keel is immers ongevoelig. Er kan dus eten of drank in je luchtpijp terechtkomen zonder dat je het merkt.
Wat kan de arts vaststellen?
Een gastroscopie kan ontstekingen, vernauwingen, zweren en gezwellen ter hoogte van de slokdarm aan het licht brengen. Soms zijn er streepvormige zones te zien, die bekleed zijn met cellen die kunnen uitgroeien tot kwaadaardige cellen. Dit noemt men een Barret-slokdarm.
De arts kan ook een maagbreuk (hiatus hernia) vinden. Maar die hoeft niet per se klachten te veroorzaken. Ter hoogte van de maag kan hij tevens zweren, gezwellen en bloedende letsels vaststellen. Soms is het maagslijmvlies bleek van kleur en dun (atrofie). Dat is bijvoorbeeld het geval bij mensen met een problematisch alcoholgebruik. Dan wordt het bloed onderzocht op een tekort aan vitamine B12.
Het vaststellen van een terugloop van galvocht in de maag heeft meestal geen betekenis.
De arts kan ten slotte stoten op ontstekingen, zweren, gezwellen, vervormingen van de overgang van de maag naar de dunne darm ter hoogte van de twaalfvingerige darm.
Wat kun je zelf doen?
Zorg dat je je goed voorbereidt op het onderzoek. Blijf liefst vanaf de avond ervoor nuchter; met een volle maag kan de arts immers niet veel zien.
Voorkom slokdarm- en maagaandoeningen door gezond en niet te pikant te eten. Drink ook niet te veel alcohol, koffie of bruisdranken als je hier gevoelig voor bent. Vermijd voedingsmiddelen die klachten geven. Probeer te vermageren als je overgewicht hebt, en stop met roken. Het is ook beter om kleinere maaltijden te nemen en goed te kauwen. Neem je tijd om te eten!
Wat kan je arts doen?
Alles hangt natuurlijk af van de resultaten van het onderzoek. Ontstekingen worden meestal behandeld met zuurremmers (bv. omeprazole). In geval van een bacteriële infectie (met Helicobacter pylori) wordt, naast zuurremmers, ook een combinatie van 2 of 3 antibiotica gegeven. Met deze 3 geneesmiddelen samen wordt 96% van de infecties genezen.
Ziet de arts verdachte letsels, dan zal hij een biopsie afnemen. Blijkt er een kwaadaardig letsel aanwezig te zijn, dan volgt meestal een ingreep.
Bij vermoeden van een tekort aan vitamine B12 of van glutenintolerantie is doorgaans ook een bloedonderzoek aangewezen.
Over het algemeen wordt na een behandeling een gastroscopie uitgevoerd om te controleren of de aandoening genezen is.