Wat is het?
Je rug is een van de sterkste structuren van je lichaam en omvat:
- je wervelkolom, met:
- je wervels, van je nek tot je staartbeentje;
- tussen je wervels, de tussenwervelschijven met:
- een sterke kraakbeenring;
- in het midden een gelatineachtige stof.
- je ruggenmerg en zenuwen;
- je spieren en ligamenten (gewrichtsbanden).
Lagerugpijn
Pijn in je onderrug of lagerugpijn (ook ‘lumbalgie’ genoemd):
- is pijn in je rugstreek, vanaf je onderste ribben tot aan je bilplooi;
- komt veel voor;
- is meestal niet ernstig;
- verdwijnt vaak vanzelf;
- kan acuut, subacuut of chronisch zijn:
- Acute lagerugpijn:
- noemen we in de volksmond een lumbago, het ‘spit’ of ‘verschot’;
- gaat binnen de 12 weken over.
- Subacute lagerugpijn houdt 6 tot 12 weken aan.
- Chronische lagerugpijn blijft langer dan 12 weken aanwezig.
- Acute lagerugpijn:
Lagerugpijn met of zonder uitstraling
We maken een onderscheid tussen:
- gewone lagerugpijn;
- De oorzaak is onbekend.
- lagerugpijn met uitstraling naar een of beide benen.
- Hiervoor is vaak wel een oorzaak te vinden.
Beide types lagerugpijn zijn meestal onschuldig.
Hoe vaak komt het voor?
Jaarlijks raadpleegt 5% van alle volwassenen zijn huisarts wegens pijn in de onderrug1.
In meer dan 9 op de 10 gevallen van acute lagerugpijn gaat het om gewone lagerugpijn.
Hoe ontstaat lagerugpijn?
Vorm van lagerugpijn | Mogelijke oorzaken | Uitlokkende factoren |
Gewone lagerugpijn |
|
|
Hernia zonder uitstralingspijn | Een hernia:
| De pijn kan toenemen wanneer je:
|
Hernia met uitstralingspijn |
| De pijn en uitstraling kunnen toenemen wanneer je:
|
Ernstige vormen van lagerugpijn | Zelden ligt een meer ernstige aandoening aan de basis van lagerugpijn, zoals een:
|
Hoe kan je het herkennen?
Gewone lagerugpijn
Gewone lagerugpijn:
- komt doorgaans door:
- een slechte houding;
- overbelasting;
- stress;
- vermoeidheid.
- kan plots of langzaam beginnen;
- kan gepaard gaan met:
- zeurende of hevige pijn;
- stijfheid of spierkrampen;
- beperkte beweeglijkheid.
- verdwijnt meestal vanzelf.
- De ergste pijn duurt slechts enkele dagen en neemt dan af.
Hernia
Soms veroorzaakt een hernia geen klachten (asymptomatisch), maar meestal wel (symptomatisch).
Bij een symptomatische hernia:
- nemen je klachten toe wanneer je:
- langdurig in dezelfde houding zit, staat of ligt;
- hoest, niest of perst op het toilet;
- vooroverbuigt.
- Dat is doorgaans de meest pijnlijke beweging.
- nemen je klachten meestal af wanneer:
- je beweegt;
- de druk op je zenuw vermindert.
- De gelatineachtige stof die uit je tussenwervelschijf puilt, gaat meestal weer op haar oorspronkelijke plaats zitten.
- varieert het herstelproces:
- naargelang de grootte van de hernia;
- van een paar dagen tot een jaar.
Uitstralingspijn
Uitstralende pijn naar je been (bijv. ‘ischias’) kan betekenen dat een zenuw wordt geprikkeld. Je kan dan last hebben van:
- pijn, tintelingen en een voos of dof gevoel in één been;
- krachtverlies in je been;
- De oorzaak is een probleem met de zenuwen die je spieren aansturen.
- een 'dropvoet' of hangvoet.
- Je kan je voet onvoldoende optillen en afrollen.
- Daardoor zet je je voet met een klap op de grond.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Enkel bij ernstige symptomen is het belangrijk om de precieze oorzaak van je lagerugpijn te achterhalen. In alle andere gevallen speelt de oorzaak immers geen rol bij de aanpak van je rugpijn.
Bevraging
Je arts:
- stelt je vragen over je klachten;
- heeft extra aandacht voor:
- ernstige symptomen, zoals:
- verlammingen die uitbreiden;
- hoge koorts;
- moeilijk kunnen plassen;
- plots urine- en stoelgangverlies;
- recente zware val;
- een plotse koude voet.
- je werkomstandigheden:
- Hij gaat na of er een verband is tussen het soort werk dat je doet en de pijn die je voelt.
- factoren die ervoor zorgen dat je rugpijn langer aansleept, zoals:
- angst om te bewegen;
- ongerustheid over je rugpijn;
- levensstijl;
- stress;
- slaapproblemen.
- ernstige symptomen, zoals:
Lichamelijk onderzoek
Daarna onderzoekt je arts je onderrug. Hij let daarbij vooral op:
- je beweeglijkheid;
- de werking van je zenuwen (zenuwfunctietests, zie verder):
- kracht;
- gevoeligheid;
- reflexen.
- mogelijke problemen ter hoogte van het ruggenmerg (voetzoolreflex).
Zenuwfunctietests
Om uitval van je zenuwen op te sporen, test de arts je zenuwfunctie. Daarbij:
- vraagt hij je om verschillende spieren op te spannen:
- Dit geeft hem een idee van je spierkracht.
- test hij je gevoeligheid:
- bij aanraking;
- voor pijn.
- controleert hij je kniepees- en achillespeesreflex.
Bloedonderzoek
Een bloedonderzoek is alleen nodig bij:
- koorts;
- aanwijzingen voor bepaalde ernstige oorzaken, bijv.:
- een infectie;
- een reumatische aandoening.
Radiologisch onderzoek
Bij gewone lagerugpijn is een röntgenfoto (Rx) of scan (CT of MRI) bijna nooit nodig. Het resultaat heeft immers geen invloed op de verdere behandeling.
Een scan van je onderrug (CT- of MRI-scan) is enkel nodig wanneer je arts, op basis van je klachten en het lichamelijk onderzoek, denkt dat je in aanmerking komt voor een operatie en daar zeker van wil zijn (zie verder).
Wat kan je zelf doen?
Gezond leven
Probeer:
- gezond en evenwichtig te eten;
- niet te roken;
- matig te zijn met alcohol;
- voldoende te slapen;
- te veel stress te vermijden;
- te vermageren als je wat te zwaar bent.
Bewegen
Probeer bij lagerugpijn:
- in beweging te blijven:
- Zo vermijd je dat de lagerugpijn chronisch wordt.
- Vermijd bedrust, want daardoor slepen je klachten langer aan.
- Wandelen:
- is een goede activiteit;
- stimuleert je herstel;
- vermindert je kans op herval.
- je dagelijkse activiteiten verder te zetten, binnen je eigen grenzen:
- Doseer je activiteiten.
- Stel prioriteiten in je dagplanning.
- Gun jezelf tijd:
- Zorg voor regelmatige ontspanning.
- Slaap voldoende.
Blijf dus in beweging en vraag je omgeving om hulp.
Heb je al langer dan drie maanden rugpijn? Dan kan je je laten begeleiden door een bewegingscoach via het project ‘Bewegen op verwijzing’ (BOV).
Werksituatie bespreken
Hervat zo snel mogelijk je werk, eventueel deeltijds.
Je kan je situatie bespreken met je werkgever en/of bedrijfsarts. Zij kunnen:
- je informatie geven over de mogelijkheden en bestaande initiatieven;
- samen met jou bekijken of:
- de werkomstandigheden en/of de werkbelasting kunnen worden aangepast;
- je in aanmerking komt voor een specifiek revalidatieprogramma.
Andere maatregelen
Zitten en staan
- Wissel regelmatig van houding.
- Zorg voor een goede stoel die steun geeft aan je onderrug.
- Controleer of je werktafel de goede hoogte heeft.
Ontspanning
- Probeer regelmatig te ontspannen.
- Vraag hulp waar nodig.
- Bij stress heb je de neiging om je spieren op te spannen. Dat vergroot het risico op lagerugpijn.
Tillen en heffen
- Let op je houding wanneer je voorwerpen tilt.
- Hou de voorwerpen kort bij je lichaam, en buig niet voorover.
- Vermijd om je rug te draaien wanneer je iets zwaars aan het heffen bent.
Gordels en zolen
Het is onvoldoende bewezen dat volgende (orthopedische) hulpmiddelen effect hebben:
- rugbanden of -gordels (om lagerugpijn te voorkomen);
- steunzolen;
- instabiele schoenen (met bolronde zolen).
In het filmpje hieronder tonen we enkele voorbeelden van mogelijke oefeningen die je kan doen om je rugspieren te onderhouden:
Wat kan je arts doen?
Stapsgewijze aanpak
Je arts werkt samen met jou een strategie uit:
Advies
Hij geeft je eerst advies:
- bij zaken die je zelf kan doen om met de pijn om te gaan;
- over de mogelijkheden van kinesitherapie (zie verder).
Meestal verdwijnen je klachten daarmee binnen enkele dagen tot weken.
Opvolging
Je arts volgt je op regelmatige basis op, om na te gaan of je klachten verbeteren. De tijdstippen van de opvolging hangen af van:
- of je enkel last hebt van lagerugpijn;
- of je ook uitstralingspijn in je been hebt;
- hoelang je al rugpijn hebt;
- hoe goed je klachten verbeteren tussen de controles bij de arts.
Hij zal je vragen om sneller op controle te komen als je last hebt van:
- hevige pijn;
- plotse uitvalsverschijnselen;
- ernstige slaapproblemen.
Meer intensieve aanpak
Is je rugpijn na 2 weken niet verbeterd? Dan schrijft je arts je, naargelang het verloop van je rugpijn, een meer intensieve of multimodale aanpak voor, met:
- kinesitherapie (zie verder), bestaande uit:
- een oefenprogramma;
- Dat kan individueel of in groep.
- manuele technieken, zoals:
- manipulatie;
- mobilisatietechnieken;
- zachteweefseltechnieken.
- een oefenprogramma;
- psychologische begeleiding:
- Dit is aangewezen wanneer de pijn een impact heeft op je dagelijks leven en relaties.
Doorverwijzing
Je arts verwijst je door naar een specialist wanneer:
- je klachten onvoldoende verbeteren na 6 à 12 weken, voor advies over een multidisciplinair revalidatieprogramma met:
- een combinatie van intensieve oefentherapie en psychosociale begeleiding;
- begeleiding door:
- een ergonoom:
- Hij gaat de interactie na tussen je werk en de pijn.
- Dat is zeer belangrijk: hoe langer je van het werk afwezig bent, hoe moeilijker de terugkeer wordt.
- een ergotherapeut:
- Hij helpt je je dagelijkse activiteiten weer op te nemen.
- een ergonoom:
- je volgende symptomen vertoont:
- ernstig krachtverlies of verlamming die erger wordt, bijv. een dropvoet;
- niet meer kunnen plassen;
- plots urine- en stoelgangverlies;
- een verminderd gevoel rond je anus;
- pijn die je niet onder controle krijgt.
- je lagerugpijn gepaard gaat met druk op de zenuwwortel, en je arts denkt dat een operatie nodig is.
Medicatie tegen de pijn
Lagerugpijn
Je arts raadt je aan om pijnstillers alleen te gebruiken wanneer:
- je te veel pijn hebt;
- de pijn je belet om normaal te bewegen.
Bespreek steeds met je huisarts of apotheker wanneer je een pijnstiller wil nemen:
- De eerste keuze is een ontstekingsremmer, bijv. ibuprofen.
- Deze neem je het best in aan de laagst werkzame dosis.
- Ontstekingsremmers kunnen immers ernstige bijwerkingen veroorzaken op je maag, nieren en hartspier.
- Paracetamol kan soms aangewezen zijn bij:
- oudere personen;
- mensen die geen ontstekingsremmers mogen innemen.
- Werkt ibuprofen of paracetamol onvoldoende?
- Dan kan je arts een sterkere pijnstiller voorschrijven.
- Die mag je slechts kort gebruiken.
Uitstralingspijn
Bij lagerugpijn die uitstraalt naar je benen:
- kan je arts inspuitingen in de onderrug (infiltraties) voorschrijven:
- Ze worden toegediend in het ziekenhuis.
- Ze stillen alleen de pijn.
- Je geneest er niet sneller door.
- moet je spierontspanners (benzodiazepines) absoluut vermijden, want die hebben een verslavend effect.
Wat kan je samen met je kinesitherapeut doen?
Je kinesitherapeut is een vaste partner in de multimodale aanpak van lagerugpijn.
- Hij is expert op vlak van advies rond beweging en oefentherapie.
- Hij volgt het verloop van je lagerugpijn mee op.
Informatie en coaching
Je kinesitherapeut:
- beoordeelt je beweeglijkheid en pijn in detail;
- geeft je uitleg over:
- lagerugpijn, die meestal onschuldig is en vanzelf verdwijnt;
- de risicofactoren voor lagerugpijn;
- de manier waarop lagerugpijn kan optreden en verdwijnen, naargelang de gevoeligheid van je rug;
- het belang om je fysieke activiteiten in volle vertrouwen geleidelijk aan te hernemen.
- brengt samen met jou in kaart:
- hoe je je lagerugpijn ervaart;
- welke problemen je hebt door je rugpijn;
- wat je zelf kan doen in je herstelproces;
- hoe je met je rugpijn kan omgaan.
- moedigt je aan om, ondanks de pijn:
- te blijven bewegen;
- gezond te leven.
- leert je:
- technieken en/of oefeningen om je rug goed te bewegen;
- houdingen en manieren om je pijn te verminderen.
Behandelplan
Oefentherapie
Je kinesitherapeut stelt samen met jou een haalbaar behandelplan op:
- op maat van je specifieke situatie en klachten;
- vaak met informatie, advies en oefentherapie:
- gesuperviseerde oefeningen;
- oefeningen die je thuis kan doen;
- in groep of individueel.
- om je:
- beweeglijkheid te herstellen en te behouden;
- romp- en beenspieren te versterken;
- conditie en uithoudingsvermogen op peil te houden.
Hoe langer je rugpijn aanhoudt, hoe belangrijker het is om een oefenprogramma te volgen.
Manuele therapie
Als je kinesitherapeut daarvoor is opgeleid, kan hij bovenop het oefenprogramma eventueel manuele technieken toepassen om:
- je pijn te verlichten;
- je rugfunctie te verbeteren, zoals:
- spierspanning;
- houding;
- beweeglijkheid.
Indien nodig informeert je kinesitherapeut je huisarts over de evolutie van je klachten en herstel.
Oefentherapie en lichaamsbeweging
Bij aanhoudende lagerugpijn is het erg belangrijk om, als onderdeel van het behandelplan, oefentherapie te combineren met regelmatige lichaamsbeweging:
- De bedoeling is om de spieren van je wervelkolom goed te trainen:
- Het maakt je rug steviger.
- Zo bescherm je je rug tegen (over)belasting.
- Je moet het regelmatig uitvoeren (minstens 3 à 4 keer per week).
- Het helpt omdat het je:
- beweeglijkheid (mobiliteit) verbetert;
- spierkracht vergroot;
- spieren helpt te ontspannen.
Meer weten?
- Bekijk dit filmpje van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid:
- Brochure: zorgpad lagerugpijn en radiculaire pijn
- Pijn onderin de rug | Thuisarts
- Eerste hulp bij rugpijn | Rode Kruis
- Revalidatieprogramma Rugpijn Fedris
- Bewegen op verwijzing
- Tips voor de inrichting van je werkplek
- Tips voor een correcte houding bij staan, zitten en tillen
- Brochure rugpijn UZ Leuven
- www.geenscanzonderplan.be
Bronnen
- https://www.ebpnet.be
- http://lagerugpijn.kce.be/
- https://kce.fgov.be/nl/een-handleiding-voor-de-aanpak-van-rugpijn
- https://kce.fgov.be/sites/default/files/atoms/files/KCE_295A_lage_rugpijn_en_radiculaire_pijn_zorgpad_Synthese_0.pdf
- https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/aspecifieke-lagerugpijn
- https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/lumbosacraal-radiculair-syndroom
- KNGF-richtlijn Lage rugpijn
- https://defysiotherapeut.com/aandoeningen-en-klachten/rugpijn/
- https://www.cm.be/media/Folder-rug-in-beweging_tcm47-11172.pdf