Wat is het?
De schildklier is een vlindervormig orgaantje dat vooraan in de halsstreek ligt en schildklierhormonen produceert.
Deze hormonen (T3 en T4) zijn belangrijk in de regeling van heel wat processen in het menselijk lichaam. Ze zorgen voor een normale groei en ontwikkeling, en zijn een essentiële speler voor een evenwichtige stofwisseling.
Wanneer je schildklier te traag werkt, heb je een tekort aan schildklierhormoon in je lichaam. Hierdoor vertraagt je metabolisme.
Meestal (in 95% van de gevallen) is een te traag werkende schildklier te wijten aan een probleem in de schildklier zelf. Bijna steeds gaat het dan om een auto-immuunaandoening (zoals Hashimoto-thyreoïditis).
Het kan ook voorkomen na een vroegere operatie of radiotherapie aan de schildklier.
In 5% van de gevallen heeft het tekort aan schildklierhormonen te maken met een probleem bij de aanmaak van een ander hormoon dat de schildklier stimuleert om hormonen te produceren (schildklierstimulerend hormoon, TSH) in de hypofyse of elders in het centrale zenuwstelsel.
In sommige gevallen is een te traag werkende schildklier slechts tijdelijk. Dat is mogelijk het geval bij een ontsteking van de schildklier (subacute thyreoïditis). Hierbij volgt na een eerste fase van versnelde werking (hyperthyreoïdie) een fase van vertraagde werking.
Dit kan ook voorvallen binnen het eerste jaar na de zwangerschap.
Daarnaast zijn er sommige geneesmiddelen (lithium, amiodarone) die de werking van de schildklier tijdelijk beïnvloeden.
Hoe vaak komt het voor?
Een te traag werkende schildklier komt vrij vaak voor en komt meer voor dan een te snel werkende schildklier. Naar schatting kampt 1,4% van de bevolking met een te trage schildklier. Het komt vaker voor bij vrouwen (2,2%) dan bij mannen (0,6%). De kans op een schildklierstoornis neemt toe met de leeftijd.
Hoe kan je het herkennen?
Een verminderde schildklierfunctie kan een waaier aan klachten en problemen geven. Vaak gaat het dan om aspecifieke symptomen en tekenen waarvan de ernst varieert van persoon tot persoon.
Typische tekenen die kunnen wijzen op een te traag werkende schildklier zijn:
- gewichtstoename,
- vermoeidheid,
- lusteloosheid en depressieve stemming,
- traagheid in motoriek, spraak, verminderde concentratie (vooral bij ouderen, en is moeilijk te onderscheiden van een (beginnende) dementie),
- koudegevoel,
- obstipatie,
- vertraagde hartslag,
- huidveranderingen: droge, ruwe, koude of bleke huid, ruwer haar en haaruitval,
- spierzwakte, pijn en spierstijfheid,
- verstoorde menstruatiecyclus, onvruchtbaarheid, teveel aan prolactinehormoon.
Vaak zijn de klinische tekenen en symptomen niet zo duidelijk, waardoor het moeilijk is om de ziekte te herkennen.
Hoe stelt je arts de diagnose?
Je arts zal aan een te traag werkende schildklier denken wanneer je klachten of tekenen hebt van een vertraagde stofwisseling.
Bij familiaal voorkomen of in het eerste jaar na een zwangerschap is de kans op een schildklieraandoening groter.
In geval van vermoeden van een schildklierprobleem, zal de arts extra aandacht hebben voor klachten die passen bij een hart(ritme)probleem.
Er volgt ook een onderzoek van de schildklier met bepaling van het TSH- en T4-schildklierhormoon in het bloed.
Een echografie is meestal niet noodzakelijk.
Wat kan je zelf doen?
Zelf kun je niets doen om een schildklierprobleem te voorkomen.
Wanneer je schildklier te traag werkt en je medicatie moet innemen, is het erg belangrijk om dat stipt te doen. Afhankelijk van de oorzaak, kan medicatie levenslang noodzakelijk zijn.
Een bijzondere vorm van een te traag werkende schildklier is een stille of pijnloze lymfocytaire thyroïditis. Dat is een auto-immuunziekte waarbij de schildklier eerst spontaan vernietigd en daarna weer opgebouwd wordt. De aandoening geneest vanzelf; zelden is toediening van schildklierhormoon nodig.
Sommige geneesmiddelen, zoals ijzer en calcium, verstoren de opname van schildklierhormoon. Neem ze daarom pas minstens 4 uur na het schildklierhormoon. In geval je andere medicatie neemt, zoals hormoonsubstitutietherapie tijdens de menopauze, dient de dosis van het schildklierhormoon te worden verhoogd.
Heb je een schildklierprobleem en wil je zwanger worden of ben je zwanger? Breng je arts hier dan zeker van op de hoogte, want dit vraagt een aanpassing van je medicatie.
Wat kan je arts doen?
Een te traag werkende schildklier zonder duidelijke oorzaak resulteert in een hogere TSH-waarde en een lagere T4-hormoon dan normaal. Doorgaans gebeuren behandeling en opvolging door de huisarts, maar bij meer ernstige vormen van schildklierlijden word je doorverwezen naar een endocrinoloog (specialist in hormonen).
De behandeling bestaat uit het vervangen van het schildklierhormoon door thyroxine (substitutietherapie). Het wordt eenmaal per dag ingenomen, nl. ’s morgens nuchter.
De dosis thyroxine en het opstartschema zijn afhankelijk van:
- lichaamsgewicht,
- leeftijd,
- eventuele andere aandoeningen of medicatie,
- ernst en voorafgaande duur van de aandoening,
- zwangerschap(swens).
Je arts zal op regelmatige tijdstippen bloed afnemen om het TSH en T4 op te volgen. Dit gebeurt in het begin van de behandeling ongeveer om de zes weken. Van zodra een goede onderhoudsdosis is gevonden (dit is een dosis waarbij de klachten verdwenen en de bloedwaarden opnieuw normaal zijn), kan dat jaarlijks plaatsvinden of bij het heropduiken van klachten.
Het komt voor dat alleen de TSH-waarde verhoogd is zonder dat je er last van hebt. De arts zal je dan wel opvolgen, maar meestal is behandelen niet nodig, tenzij je zwanger bent of sterk verhoogde TSH-waarden hebt.
Typisch voor een te trage schildklierwerking te wijten aan een oorzaak in het centrale zenuwstelsel is een normaal tot licht gedaalde TSH en een verlaagd T4. In dat geval zal je huisarts je doorverwijzen naar een endocrinoloog voor verdere opvolging.
Meer weten?
https://www.thuisarts.nl/schildklierafwijking/mijn-schildklier-werkt-te-langzaam
Bronnen
- https://www.ebpnet.be
- Intego databank