Wat is het?
De hypofyse of hersenaanhangselklier is een klein kliertje (0,5 g) gelegen in een beenderig kuiltje van de schedelbasis, achter de neusrug.
Het functioneert als de centrale schakel in de hormoonhuishouding en is opgebouwd uit twee zones:
- de voorkwab of adenohypofyse (adeno betekent klier) maakt verschillende hormonen aan die een rol spelen in de functie van andere klieren. Zo regelen ze onder andere de werking van de schildklier, de bijnieren en de eierstokken.
- de achterkwab of neurohypofyse regelt de water- en vochtregulatie in ons lichaam en produceert verschillende hormonen die een directe werking hebben (zonder tussenkomst van andere klieren), zoals het groeihormoon en prolactine, een hormoon dat tussenkomt in de zwangerschap en instaat voor de melkaanmaak in de borsten.
In de hypofyse kan over een verloop van jaren een doorgaans goedaardig gezwel of tumor (adenoom) ontstaan. Kwaadaardige hypofysegezwellen zijn zeer zeldzaam. Nochtans kunnen uitzaaiingen van kwaadaardige tumoren naar de hypofyse voorkomen.
Afhankelijk van de ligging, de grootte en de activiteit van het gezwel kunnen verschillende klachten ontstaan.
Kleine, inactieve gezwellen veroorzaken meestal geen symptomen.
Grote tumoren (macroadenomen) kunnen door hun grootte alleen al symptomen van overdruk veroorzaken en ook de normale hormoonproductie beïnvloeden, zowel een overproductie als een tekort aan hormonen.
Hoe vaak komt het voor?
Hypofysetumoren komen relatief vaak voor. Bij 10 tot 30% van de mensen worden ze toevallig gevonden, bijvoorbeeld wanneer een röntgenonderzoek van de schedel gedaan wordt.
Hoe kun je het herkennen?
Hormoontekort
Hormoontekorten ontstaan vaak in volgende volgorde:
- Groeihormoon: symptomen zijn tragere groei en ontwikkeling, verminderde spiermassa met spierzwakte, afwijkingen aan het gebit, verminderde botdichtheid. Er is bovendieneen verhoogde kans op hart- en vaatziekten.
- Geslachtshormonen: bij mannen ontstaat verminderd libido, impotentie, verminderde baardgroei, spierzwakte, vermoeidheid en bleekheid door bloedarmoede. Bij vrouwen kunnen menstruatiestoornissen en zelfs het volledig wegblijven van de menstruatie voorkomen.
- Een tekort aan TSH (schildklierstimulerend hormoon) veroorzaakt een te traag werkende schildklier.
- Bij een tekort aan cortisol of stresshormoon zijn de klachten milder dan bij de ziekte van Addison. Vooral een verstoring van het zoutgehalte in het bloed kan gevaarlijk zijn.
Overproductie hormonen
- Te veel groeihormoon geeft aanleiding tot reuzengroei (acromegalie) met een vergroting van de kin, de handen en de voeten.
- Een teveel aan cortisol, hypercortisolisme, veroorzaakt het syndroom van Cushing, met een oncontroleerbare verhoogde bloeddruk, opgezet gezicht en gewichtstoename.
- Een hypofysetumor die een teveel aan prolactine produceert, wordt ook wel een prolactinoom genoemd. Dit is de meest voorkomende hypofysetumor en geeft bij vrouwen aanleiding tot melkverlies via de borsten, menstruatiestoornissen of onvruchtbaarheid. Mannen ondervinden een verminderd libido, impotentie of onvruchtbaarheid.
Druk op de oogzenuw
Door de druk van het gezwel op de oogzenuw kunnen gezichtsvelduitval, verminderd gezichtsvermogen en verlamming van de oogspieren optreden. Je ervaart dit alsof je oogkleppen draagt. Vaak ontstaan de klachten langzaam waardoor het lang kan duren vooraleer het gezwel wordt ontdekt.
Andere symptomen
Uitzonderlijk kan er ruggenmergvocht lekken langs de neus.
Vrij vaak zijn er helemaal geen symptomen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De vondst van een hypofysetumor is dikwijls puur toeval, bijvoorbeeld naar aanleiding van een röntgenfoto van de schedel voor een andere reden.
Via een grondig bloedonderzoek zal je arts merken dat bepaalde hormoonspiegels afwijkend zijn.
Een stimulatietest kan aangewezen zijn. Hierbij stijgen de hormoonspiegels in kwestie, ondanks stimulatie, onvoldoende.
Vervolgens zal een MRI-scan van de hersenbasis worden genomen om de aanwezigheid van een gezwel te bevestigen en de grootte en invloed ervan op de oogzenuw te bepalen.
Wat kan je arts doen?
Bij het syndroom van Cushing en acromegalie is een chirurgische verwijdering van de tumor doorgaans aangewezen.
Bij acromegalie dient men in de periode rond de operatie meestal medicatie toe.
Bij een tekort aan groeihormoon worden groeihormonen onderhuids (subcutaan) toegediend met een spuitpen.
In sommige gevallen is bestraling nodig.
Een prolactinoom wordt over het algemeen met medicatie behandeld.
Geeft het gezwel geen klachten, dan kan er afgewacht worden.
Regelmatige controle is wel aanbevolen.
Bronnen
www.ebpnet.be