Wat is het?
Epilepsie of vallende ziekte is een hersenaandoening die in aanvallen verloopt.
- Heb je 1 epileptische aanval gehad?
- Dat betekent nog niet dat je epilepsie hebt.
- Bepaalde situaties kunnen immers een eenmalige epileptische aanval uitlokken (zie verder).
- Heb je 2 of meer aanvallen per jaar?
- Dan spreken we van epilepsie.
Epilepsieaanval
Een epilepsieaanval of epileptische aanval:
- ontstaat door een plotse, tijdelijke verstoring van het elektrisch evenwicht in de hersenen;
- Het is alsof er even een soort ‘kortsluiting’ in de hersenen is.
- wordt ook wel een insult, convulsie of toeval genoemd;
- treedt vaak voor het eerst op bij kinderen en bij jongvolwassenen (rond de 20 jaar);
- kan beginnen in een bepaald hersengebied (focale of partiële aanval), maar ook verspreid over beide hersenhelften (gegeneraliseerde of veralgemeende aanval).
- Daardoor verschillen de aanvallen per persoon:
- De ene raakt bewusteloos, valt en schokt met zijn armen en benen.
- De andere is plots even niet aanspreekbaar, staart voor zich uit of laat iets uit zijn handen vallen.
- Daardoor verschillen de aanvallen per persoon:
Oorzaken
Epilepsie kan verschillende oorzaken hebben:
- een ongeval met een traumatisch hoofdletsel;
- een herseninfarct;
- overmatig alcoholgebruik.
In 1 op de 3 gevallen wordt geen oorzaak van epilepsie gevonden.
Sommige omstandigheden kunnen een eenmalige epileptische aanval uitlokken zonder dat er sprake is van epilepsie. Dat is bijvoorbeeld het geval bij koortsstuipen bij een jong kind.
Hoe vaak komt het voor?
Epilepsie treft in Vlaanderen ongeveer 60.000 mensen, oftewel 1 op 100 mensen (1%).
Naar schatting maakt 5 à 10% van de bevolking ooit in zijn leven een epileptische aanval door:
- De meeste van deze mensen ontwikkelen dus geen epilepsie (zie hoger).
- Als het wel om epilepsie gaat, beginnen de eerste aanvallen in de kindertijd of aan het begin van de volwassenheid (rond 20 jaar).
Hoe kan je het herkennen?
Vaak herinnert de persoon zich niets van de epileptische aanval, maar kunnen toevallige omstaanders of familieleden de aanval goed omschrijven.
Sommige aanvalsvormen zijn opvallend, andere zijn eerder subtiel. Een epileptische aanval kan zich uiten op verschillende manieren:
- volledige of gedeeltelijke stoornis van het bewustzijn;
- De persoon kan 'weg van de wereld' zijn.
- Een typische vorm is de 'absence':
- Daarbij staart de persoon enkele seconden met een blik op oneindig.
- Omdat het zo kortstondig is, kan het lang duren eer de diagnose wordt gesteld.
- onwillekeurige bewegingen (schokkend, houterig, ritmisch) die de persoon niet kan controleren;
- automatische handelingen, zoals:
- slikken;
- kauwen;
- aan kledij of voorwerpen trekken.
- plots krachtverlies;
- De persoon staat, en valt plots op de grond.
- Hij laat ongewild voorwerpen vallen.
- zintuiglijke ervaringen;
- De persoon ruikt, hoort of ziet iets dat er niet is.
- spastische bewegingen;
- Zijn armen en benen buigen en strekken zich heel snel na elkaar.
- een 'tonisch-clonische aanval', of wat de meeste mensen kennen als een 'epileptische aanval’:
- Eerst verstijven de spieren (tonische fase). Ook de stembanden (eveneens spieren) trekken dan samen. Daardoor kan de persoon een schreeuw uiten.
- Daarna verliest hij het bewustzijn.
- Dan start de clonische fase, waarbij zijn armen en benen ritmisch samentrekken.
- Het kan gebeuren dat de persoon ongecontroleerd plast of stoelgang verliest.
- Na een paar minuten stopt de aanval. Het bewustzijn komt stilaan terug.
- Na een aanval voelt de persoon zich moe, verward en wat duizelig.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Meestal ziet de arts een epileptische aanval niet met zijn eigen ogen. Hij is dus aangewezen op de informatie die hij van iemand anders krijgt.
Vermoedt je arts dat je aan epilepsie lijdt? Dan verwijst hij je door naar de afdeling neurologie:
- Daar gebeurt een uitgebreid neurologisch onderzoek om de diagnose te kunnen stellen.
- Zo nodig kan er een behandeling opgestart worden.
Wat kan je zelf doen?
Heb je epilepsie?
- Zorg voor een regelmatig leef-, eet- en slaappatroon, met zo weinig mogelijk drukte.
- Sommige factoren zoals onvoldoende slaap, alcohol en stress kunnen een aanval uitlokken.
- Hou rekening met de risico’s van epilepsie.
- Bepaalde zaken zijn pas mogelijk wanneer je arts dit (opnieuw) toestaat, bijvoorbeeld:
- autorijden;
- werken op hoogte;
- werken met gevaarlijke machines.
- Bepaalde zaken zijn pas mogelijk wanneer je arts dit (opnieuw) toestaat, bijvoorbeeld:
Ben je getuige van een epileptische aanval?
- Zorg er dan voor dat:
- alle gevaarlijke voorwerpen uit de buurt van de persoon zijn, zodat hij zich geen pijn kan doen;
- zijn ademhalingswegen vrij zijn.
- Leg de persoon op zijn zij.
- Steek niets in zijn mond of tussen zijn tanden.
- Probeer de schokkende bewegingen niet tegen te houden.
Gaat het om een eerste aanval, of om een veralgemeende aanval die langer dan 5 minuten duurt? Bel dan het best onmiddellijk de hulpdiensten op het nummer 112.
Probeer altijd nauwkeurig het verloop van de aanval te onthouden. Die informatie is heel belangrijk voor een eerste diagnose.
Wat kan je arts doen?
Een juiste diagnose is zeer belangrijk. De aanpak van een epilepsie-aanval kan immers sterk verschillen. Als de arts een uitlokkende oorzaak vindt, behandelt hij die eerst.
Medicatie
Een specialist (neuroloog) start de onderhoudsbehandeling op:
- Er zijn heel wat anti-epileptica (medicijnen tegen epilepsie).
- Die kunnen het aantal aanvallen beperken en zo mogelijk tot 0 herleiden.
- De keuze van het medicijn hangt onder andere af van:
- het type epilepsie;
- je gezondheidsprofiel;
- eventuele andere medicijnen die je neemt;
- je leeftijd;
- een eventuele zwangerschapswens (als vrouw).
- De arts probeert de laagste doeltreffende dosis te vinden die de aanvallen onder controle kan houden.
- Je huisarts kan de behandeling opvolgen.
- Bij sommige medicijnen moet hij ook de concentratie ervan in je bloed nakijken.
- Indien nodig past hij de dosis aan.
- Soms is het even zoeken naar medicatie die goed aanslaat en die je goed verdraagt.
- Ben je onzeker over de medicatie? Spreek erover met je arts.
- Het is erg belangrijk dat je het correct inneemt.
- Dankzij anti-epileptica is 70% van de mensen met epilepsie aanvalsvrij of blijft de aandoening goed onder controle met 1 of 2 goed verdragen medicijnen. Bij ongeveer 30% blijft de epilepsie onvoldoende onder controle:
- We spreken dan van refractaire epilepsie.
- De oorzaak kan zijn dat:
- de medicatie onvoldoende controle brengt;
- je de medicatie niet zo goed verdraagt.
- In die gevallen zijn er nog andere mogelijkheden, bijvoorbeeld:
- chirurgie;
- andere gespecialiseerde technieken, zoals zenuw- en hersenstimulatie.
De neuroloog beslist ook of je al dan niet met de auto mag rijden. Hij volgt je ook op als je zwanger bent.
Een bedrijfsarts beslist, op basis van de goedkeuring van de neuroloog, welke taken je op het werk mag uitvoeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om werken op hoogte of zware machines bedienen.
Meer weten?
Bronnen
- https://www.ebpnet.be
- https://www.bcfi.be
- Dynamed: DynaMed [Internet]. Ipswich (MA): EBSCO Information Services. 1995 - . Record No. T115086, Epilepsy in Adults; [updated 2018 Dec 03, cited 10/02/2022]. Available from https://www-dynamed-com.gateway2.cdlh.be/topics/dmp~AN~T115086. Registration and login required.