Wat is het?
De prikkels in de spieren en het zenuwstelsel (de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen) worden opgewekt door kleine elektrische stromen. Deze elektrische activiteit kan gemeten en opgetekend worden.
De neurofysiologie is de tak van de geneeskunde die zich bezighoudt met deze meting. Het is een belangrijk hulpmiddel om een diagnose te stellen van aandoeningen van de spieren of het zenuwstelsel. Het wordt ook gebruikt om de hersenactiviteit te beoordelen, bijv. bij een persoon in coma.
Enkele belangrijke neurofysiologische technieken
- Een EEG (elektro-encefalografie) is een onderzoek dat de elektrische activiteit van de hersenen meet. Daarvoor worden een 20-tal elektroden op het hoofd geplaatst. Tussen het hoofd en de elektrode zit een contactgel. Een EEG wordt gebruikt om:
- zowel lokale als algemene afwijkingen in de hersenen vast te stellen, waaronder epilepsie, ontsteking van de hersenen (encefalitis) en andere hersenaandoeningen zoals bepaalde vormen van dementie, delirium, intoxicaties e.d.;
- het onderscheid te maken tussen verschillende soorten epilepsie en het beoordelen van de evolutie, bijv. bij een langdurige epilepsie-aanval;
- de effecten van zuurstoftekort bij de baby vast te stellen tijdens de bevalling;
- een idee te geven van de diepte van een algemene verdoving.
- Een ENMG of EMG (elektro-neuromyografie) is een onderzoek dat de werking test van de perifere zenuwen, van de verbindingen van de zenuwen met de spieren en van de spiercellen zelf. Het onderzoek geeft geen informatie over het centraal zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg).
- Een ENMG wordt vooral gebruikt bij verstoring of uitval van functies, zoals bij verlies van gevoel, pijn of kracht en bij verlamming. Vaak kan behalve het letsel ook de precieze lokalisatie bepaald worden. Bij bijv. tintelingen in de vingers kan met een ENMG onderzocht worden of de oorzaak in de pols zit, de elleboog, de oksel of de halswervels.
- Dit onderzoek is aangewezen als de arts een vermoeden heeft van:
- zenuwbeklemming (een beknelde zenuw die geen prikkels meer geleidt);
- aantasting van de zenuwwortel (de aftakking van het ruggenmerg);
- zenuwontsteking;
- een aandoening die de zenuwvezels aantast.
- Aanvullend kan via dezelfde techniek ook een neurografie worden uitgevoerd, dit is een meting van de snelheid waarmee de elektrische stroom door de zenuwvezels stroomt. Bij een zenuwbeklemming vermindert die snelheid voorbij de plaats waar de zenuw afgeklemd wordt.
- Een ENMG heeft 3 nadelen:
- Het letsel moet minstens een drietal weken aanwezig zijn voor er afwijkingen worden gevonden
- Het onderzoek is onaangenaam, omdat er naaldjes moeten geprikt worden op het verloop van de zenuw.
- Het onderzoek is arbeidsintensief.
- Een kwantitatieve sensorische test (QST) kan afwijkingen detecteren in kleine zenuwvezels die verantwoordelijk zijn voor het waarnemen van warmte, koude en pijn. Deze test wordt uitgevoerd bij chronische pijn als andere onderzoeken geen uitsluitsel brengen.
- Onderzoek met prikkelgerelateerde potentialen kan aantasting van het beschermend omhulsel (myeline) van zenuwvezels aantonen. Dit omhulsel wordt aangetast bij aandoeningen zoals MS.
- Als de oorzaak van een slaapstoornis niet kan worden gevonden op basis van de voorgeschiedenis van de patiënt, gesprekken met de patiënt of bijv. een slaapdagboek, dan kan een neurofysiologische test nuttig zijn bij een slaaponderzoek. Er bestaan verschillende soorten onderzoek om de fysieke oorza(a)k(en) van slapeloosheid vast te stellen.
- Bij een polysomnografie worden meerdere technieken tegelijk gebruikt, zoals een meting van de ademhaling en de zuurstofverzadiging, een EEG (cf. supra), oogmetingen, video-opnames… om de structuur van de slaap te onderzoeken. Je moet er wel een nacht voor in het ziekenhuis slapen.
- Bij een beperkte nachtelijke polygrafie worden verschillende opnames gemaakt om problemen tijdens de slaap te kunnen vaststellen zoals snurken, rusteloze benen, frequent wakker worden…
- De Multiple Sleep Latency Test (MSLT) en de Maintenance of Wakefulness Test (MWT) meten de waakzaamheid en kunnen nuttig zijn om vermoeidheid overdag vast te stellen.
- Een actigrafie registreert de activiteiten en bewegingen gedurende meerdere dagen en kan zo het slaap-waakritme, slapeloosheid en vermoeidheid documenteren.