Wat is het?
Een zenuwwortel is een bundel zenuwen die rechtstreeks aftakt vanuit het ruggenmerg. Er zijn evenveel zenuwwortels als er wervels zijn. Ze verlaten het ruggenmergkanaal via een opening tussen 2 wervels in.
Het ruggenmerg is omgeven door een vlies dat de wortels bekleedt en ze zo beschermt tegen druk en andere schadelijke invloeden. Elke wortel stuurt zijn zenuwvezels naar een welbepaald deel van het lichaam. Zo zijn de wortels van de halswervelzuil verantwoordelijk voor de bezenuwing van de armen, die van de borstwervels voor de bezenuwing van borstkas en buik, en die van de lendenwervels vooral voor de bezenuwing van de benen.
Een zenuwwortel is samengesteld uit motorische en sensibele vezels:
- motorische vezels staan in voor het functioneren van de spieren en dus voor kracht en beweeglijkheid;
- sensibele vezels zorgen voor gevoelsgewaarwordingen zoals het tastgevoel, het voelen van pijn, warmte en koude.
Aandoeningen van de zenuwwortels kunnen het gevolg zijn van druk (zoals bij een hernia of een gezwel), van een ontsteking (zoals bij zona en ziekte van Lyme) of van een algemene ziekte (zoals diabetes of het Syndroom van Guillain-Barré).
Hoe kun je het herkennen?
Bij aantasting van de zenuwwortels valt een deel van de functie waarvoor de zenuw verantwoordelijk is, weg. Dat kan zowel op motorisch als op gevoelsmatig vlak. Waar de uitval zich voordoet, hangt dus af van de plaats van de getroffen zenuwwortel.
Bij motorische uitval is er spierzwakte, de spiermassa neemt af, en krijg je soms onwillekeurige spiersamentrekkingen.
Bij volledige uitval van een zenuw treden verlammingen op. Een typisch voorbeeld is de dropvoet bij een hernia in de onderrug. Ook bepaalde reflexen kunnen verdwijnen.
Sensibele uitval wordt vooral gekenmerkt door pijn en paresthesieën:
- de pijn straalt meestal uit vanuit de nek of de rug naar buiten toe, en beperkt zich tot het door de aangetaste wortel bezenuwde gebied, bijvoorbeeld een deel van een arm of been;
- paresthesieën zijn abnormale gevoelsgewaarwordingen die zich beperken tot het gebied van een zenuwwortel zoals tintelingen, doofheid, gevoel van elektrische stroom door je lichaam, verlies van warmte- en koudegevoel of zelfs volledige gevoelloosheid.
Meestal herkent men een zekere chronologie in de klachten: eerst ontstaat de pijn, daarna de paresthesieën, en pas later de motorische en sensibele uitval. Dat komt omdat er bij beginnende druk op de zenuwwortel nog geen beschadiging is van de vezels. Die ontstaat pas na aanhoudende druk.
Hoe stelt je arts de diagnose?
Door de aard van je klachten zal de arts al wel een vermoeden hebben. Uitval kan hij met een aantal eenvoudige tests achterhalen:
- hij test je kracht door je te vragen de spier samen te trekken terwijl hij de beweging tegenhoudt;
- met een lintmeter meet hij de omvang van de spier, en vergelijkt dit met de andere kant;
- hij gaat het gevoel na door de huid aan te raken met de punt van een naald, een borsteltje en een buisje met warm en/of koud water;
- de reflexen test hij met een reflexhamer.
Op basis van dit onderzoek zal je arts beslissen of verder onderzoek nodig is. Dit kunnen zijn:
- een elektromyogram (EMG) waarmee de elektrische activiteit in de zenuwen wordt gemeten. Nadeel ervan is dat de afwijkingen pas na een drietal weken zichtbaar worden;
- in geval van noodzaak tot dringend ingrijpen, zal ook een CT-scan en eventueel een MRI (magnetic resonance imaging, dit is een ander soort scan waarbij geen röntgenstralen gebruikt worden) worden gemaakt.
Wat kun je zelf doen?
Het belangrijkste is de oorzaak te kennen. Soms is dat meteen duidelijk.
Moeilijker is het wanneer de klachten plots uit het niets opduiken. Je moet dan vooral letten op alarmsignalen: volledige verlamming van een spiergroep (bij dropvoet), verlamming die uitbreidt naar steeds meer spieren, plots niet meer kunnen plassen of pijn die ondraaglijk wordt.
In deze gevallen kan een dringende chirurgische ingreep noodzakelijk zijn, en ga je dus best snel naar de dokter.
Wat kan je arts doen?
De behandeling is afhankelijk van de gevonden oorzaak.