Wat is het?
Huilen maakt deel uit van de normale ontwikkeling van een baby tijdens de eerste levensmaanden, met een hoogtepunt rond de leeftijd van 6 weken. De gemiddelde duur van het huilen loopt op tot ongeveer 2 uur per dag. Baby’s kunnen huilen omdat ze honger hebben, last hebben van koliekpijn of andere ongemakken. Huilen is voor een baby de enige manier van communicatie naar de buitenwereld.
Huilbaby’s (baby's die dus overmatig huilen) worden gedefinieerd als baby’s die minstens 3 uur per dag gedurende minstens 3 dagen per week huilen.
Eerst moeten bij huilbaby’s ernstige ziekten uitgesloten worden, zoals een acute infectie of darmstoornis die chirurgische behandeling vereist. Onderliggende (behandelbare) oorzaken voor het vele huilen moet men eveneens uitsluiten.
Hoe vaak komt het voor?
Volgens bovenstaande definitie van huilbaby’s behoort 5 tot 15% van de baby’s tot deze categorie.
Hoe kan je het herkennen?
De mate van huilen vertoont een grote variatie tussen kindjes onderling. Het meeste babygehuil bestaat uit ontevreden geluiden met intervallen (jengelen). Slechts een deel van het gehuil is constant. Bij een klein aantal gevallen gaat het om luid en puur ‘schreeuwen’, waarbij men het kind niet kan sussen door het in de armen te nemen of te voeden. Deze hevige huilbuien worden in meer of mindere mate gezien bij baby’s op de leeftijd van 1 tot 3 maanden.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Belangrijk is dat je arts een beeld krijgt van hoeveel de baby huilt per dag, om te weten of dit binnen de normale grenzen valt. Soms houden de ouders een huildagboek bij op vraag van de arts, waarin ze noteren wanneer en hoelang de baby huilt.
Je arts zal je enkele vragen stellen, om de mogelijke oorzaken te achterhalen. Hij zal polsen naar eventuele infectieziekten of allergieën in de familie, naar het soort voeding dat de baby krijgt en of een eventuele verandering van voeding ook invloed had op de huilklachten. De arts zal de voedingstechniek bij borstvoeding bevragen en overlopen wat je al hebt geprobeerd om het huilen te verminderen.
Je arts zal de longen, hart, buik en het neus-keel-oor-gebied van de baby grondig onderzoeken. Ook zal hij op tekenen van infectie of eczeem bij de baby letten. Hij zal het kindje wegen en meten.
Wat kan je zelf doen?
Een huilbaby kan erg belastend zijn voor het gezin en teleurstelling veroorzaken. Wacht niet om zorgverleners in te schakelen tot je als ouder een hopeloos of depressief gevoel ontwikkelt. Praat erover met je arts of zorgverleners bij Kind en Gezin. Schakel zo nodig familie, vrienden of kinderopvang in om de zorg voor de baby te verdelen.
Probeer als ouder zelf rustig te blijven, ook al kan dat moeilijk zijn. Rust en regelmaat zijn heel belangrijk voor een baby. Schakel rustmomenten in voor jezelf als ouder.
Verder is het belangrijk om te weten dat er voor- en nadelen zijn aan de verschillende aanpakken van huilen, maar dat er geen ‘juiste’ manier is. Je brengt je kind dus geen schade toe door het veel op te pakken of het juist af en toe te laten huilen.
Schud je baby zeker niet, gezien dit hersenschade kan veroorzaken.
Wat kan je arts doen?
De behandeling hangt af van de oorzaak.
Een onderliggende infectie of chirurgische oorzaak moet eerst behandeld worden.
Bij vermoeden van koemelkeiwit-allergie wordt een proefdieet van 1-2 weken uitgeprobeerd. Dit bestaat uit ofwel een melkvrij dieet voor de borstvoedende moeder, ofwel gespecialiseerde (gehydrolyseerde) flesvoeding. Omdat een melkvrij dieet zwaar is voor de moeder en gehydrolyseerde flesvoeding duur is, moet men deze diëten enkel volgen na zorgvuldige afweging en ze stopzetten wanneer verbetering uitblijft.
Soms kan een aanpassing in de borstvoedingstechniek helpen.
Meer weten?
https://www.kindengezin.be/opvoeding/opvoedingsvragen/huilen/