Wat is het?
Ebola is een ziekte veroorzaakt door een virus. Het komt voornamelijk voor in Afrika, waar het verspreid wordt door verschillende vleermuissoorten, onder meer via hun ontlasting. Ook apen en antilopen kunnen besmet raken.
De mens wordt besmet door het eten van vlees van deze besmette dieren. Daarna kan hij zelf anderen besmetten via lichaamsvochten zoals bloed, ontlasting, speeksel, urine, braaksel en zweet. Dit kan rechtstreeks, maar ook via materiaal dat bevuild is met deze lichaamsvochten. Besmetting via de lucht (niezen, hoesten) is niet aangetoond.
Hoe vaak komt het voor?
Ebola komt meestal voor onder de vorm van epidemieën, waarbij enkele tientallen tot een paar honderd gevallen voorkomen. De uitbraak in Guinee Conakry, Liberia en Sierra Leone is met zijn duizenden besmettingen dan ook uitzonderlijk. De ziekte gaat gepaard met een zeer hoge sterfte, tussen 40 en 90%, afhankelijk van de hygiënische omstandigheden en de beschikbaarheid van goede medische zorg.
Hoe kun je het herkennen?
Na besmetting met het virus word je niet onmiddellijk ziek. Het duurt gemiddeld een week voor je de eerste symptomen gewaarwordt. Dit noemt men de incubatieperiode. Dat is de tijd die het virus nodig heeft om zich in het lichaam te ontwikkelen.
In het begin voel je je griepachtig en heb je koorts, hoofdpijn en spierpijn. Daarna ontstaan op verschillende plaatsen in het lichaam bloedingen door ontsteking van de kleine bloedvaatjes (‘hemorragische koorts’). In dat stadium heb je ook buikpijn en diarree, en moet je braken. De besmettelijkheid is dan het grootst.
Door uitdroging gaat de gezondheidstoestand snel achteruit. De helft van de zieken sterft door orgaanfalen (uitvallen van de nierfunctie, hartfalen, leverfalen…).
Hoe stelt je arts de ziekte vast?
De arts zal aan ebola denken bij iedereen die werd blootgesteld aan het virus. Dus mensen die in besmet gebied zijn geweest, en contact hebben gehad met bewezen gevallen van ebola of met materiaal dat gebruikt werd bij hun behandeling en verzorging.
Bij wie onbeschermd seksueel contact heeft gehad met iemand die de laatste drie maanden ebola heeft doorgemaakt, gebeurt een bloedonderzoek om het virus op te sporen.
In geval van symptomen kan het labo een kweek uitvoeren op basis van een lichaamsvloeistof.
De temperatuur moet tweemaal per dag worden gemeten gedurende 21 dagen. Loopt die op tot 38,6°C of hoger, dan word je opgenomen in het ziekenhuis en geïsoleerd.
Wat kun je zelf doen?
- Vermijd reizen naar besmet gebied.
Je vindt reisadvies op de websites van het Instituut voor Tropische Geneeskunde en van de Belgische Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken (zie onderaan bij bronnen). - Als je in besmet gebied bent geweest of contact hebt gehad met een ebolapatiënt, meld dat aan je arts.
- Heb je geen symptomen, dan moet je gedurende 21 dagen thuis je temperatuur meten. Er is dan nog geen reden voor isolatie.
- Vanaf 38,6°C moet je onmiddellijk naar het ziekenhuis voor observatie. Je wordt dan beschouwd als een mogelijke ebolapatiënt.
- Wijst het bloedonderzoek uit dat je geen ebola hebt, dan mag je terug naar huis.
Wat kan je arts doen?
De arts zal twee dingen doen: behandelen en verspreiding verhinderen.
- Tegen het virus zelf bestaat geen behandeling. De behandeling is daarom uitsluitend ondersteunend: uitdroging tegengaan, hart-, lever- en nierfunctie intact houden, zorgen voor voeding via infuus…
- Om verspreiding tegen te gaan zijn isolatie en strikte hygiënische maatregelen (gebruik van speciale kledij, handschoenen e.d) het beste. De ziekenhuizen hebben hiervoor onderling afspraken gemaakt. Mogelijke gevallen van ebola zullen in een paar ziekenhuizen worden samengebracht.
Bronnen
www.zorg-en-gezondheid.be: o.a. rubriek veelgestelde vragen over ebola.
www.itg.be: ga naar reisgeneeskunde
Belgische Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken/reisadviezen.