Wat is het?
Een breuk bij kinderen kan:
- volledig of onvolledig zijn:
- Bij een volledige breuk is het bot in 2 gebroken.
- Bij een onvolledige breuk blijft het bot heel.
- Botten van kinderen zijn buigzamer dan die van volwassenen.
- Het bot kan dus doorbuigen en slechts aan 1 kant breken, zoals een jonge twijg. Daarom spreken we ook van een ‘groenhoutfractuur’.
- net zoals bij volwassenen, verplaatst of niet-verplaatst zijn:
- Bij een verplaatste breuk zijn de botstukken verplaatst ten opzichte van elkaar.
- Bij een niet-verplaatste breuk liggen de botstukken nog in elkaars verlengde.
Hoe kan je het herkennen?
Je kind heeft mogelijk een breuk als het na een (onge)val:
- op de plaats van het letsel:
- een duidelijke zwelling heeft;
- pijn voelt;
- blauwe plekken heeft.
- mankt of zijn arm of been niet meer kan bewegen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts vraagt wat er is gebeurd. Hij onderzoekt of je kind het gekwetste lichaamsdeel kan gebruiken.
Denkt je arts aan een breuk? Dan vraagt hij arts een foto (Rx) aan van het gekwetste lidmaat. Op die foto kan hij zien of de breuk:
- onvolledig of volledig is;
- niet-verplaatst of verplaatst is.
Wat kan je zelf doen?
Heeft je kind een ongeval gehad, heeft het pijn en denk je aan een breuk? Raadpleeg dan je arts.
In afwachting van verder onderzoek en behandeling:
- kan je je kind een pijnstiller geven, zoals paracetamol;
- kan je kind, als je een gebroken arm vermoedt, zijn arm laten rusten in een draagdoek;
- vraag je aan je kind, als je een gebroken been vermoedt, om niet op zijn been te steunen.
Wat kan je arts doen?
Niet-verplaatste breuken
Je arts stelt hulpmiddelen voor die je kind helpen om het gebroken lidmaat niet te bewegen:
- een draagdoek;
- een spalk;
- een kruk;
- aangepaste schoenen.
Immobilisatie helpt om de pijn te verlichten.
Een ziekenhuisopname is niet nodig.
Soms gebeurt een controlefoto na 1 week. Die foto moet uitwijzen of de botstukken goed op hun plaats zijn gebleven.
Andere breuken
- Is het bot zichtbaar gebogen of het lidmaat vervormd?
- Dan moet de arts het bot weer in de normale stand brengen. Dat noemen we een reductie.
- De ingreep gebeurt onder lokale of algemene verdoving, afhankelijk van:
- de omvang van de ingreep;
- de leeftijd van je kind.
- Een controlefoto na 1 week moet uitwijzen of de botstukken goed op hun plaats zijn gebleven.
- Je arts verwijst je kind steeds door naar een specialist (orthopedist) bij:
- een zwaar verplaatste breuk;
- een breuk waarbij bot door de huid steekt (open breuk);
- een breuk in het oppervlak van het gewricht;
- een breuk ter hoogte van het middelste deel van de voorarm;
- een breuk van een been, als je kind ouder is dan 6 jaar.
Wat kan je samen met je kinesitherapeut doen?
Je kinesitherapeut kan je kind begeleiden:
- tijdens de immobilisatieperiode: dat is de periode waarin je kind moet vermijden om het lichaamsdeel waar de breuk zit te gebruiken;
- tijdens de revalidatieperiode.
Immobilisatieperiode
Je kinesitherapeut kan jou en je kind tijdens deze periode begeleiden en je advies geven om:
- ervoor te zorgen dat je kind nog zoveel mogelijk kan blijven doen;
- je kind te leren omgaan met het feit dat het minder mag bewegen, ook al is het tijdelijk en plaatselijk;
- problemen te vermijden als gevolg van de breuk, de reductie of de immobilisatie (complicaties voorkomen).
Je kinesitherapeut geeft ook uitleg over de verschillende stappen van de revalidatie.
Revalidatieperiode
- Voor de start van de revalidatie maakt je kinesitherapeut een globale evaluatie van de situatie van je kind. Hij stelt vragen en onderzoekt je kind om te beoordelen wat het nog allemaal kan in het dagelijkse leven.
- Daarna stelt hij samen met jou en je kind een revalidatieplan op. Dat plan houdt rekening met de globale evaluatie en de aanbevelingen van je arts.
Het doel van de revalidatie is dat het gebroken lichaamsdeel weer werkt zoals ervoor, en misschien zelfs beter.
Je kinesitherapeut geeft je kind oefeningen:
- om de beweeglijkheid (mobiliteit) van het aangedane lichaamsdeel en de omliggende gewrichten te herwinnen;
- zodat het weer voldoende kracht heeft om de gewrichten van het aangedane lichaamsdeel te bewegen en te controleren;
- om zijn evenwicht te herstellen om te lopen, stappen en recht te staan.
De oefeningen dienen ook om een nieuwe breuk te voorkomen.
De revalidatie zorgt ervoor dat je kind zijn activiteiten kan hernemen, zoals naar school gaan, sporten of deelnemen aan activiteiten.
Om te controleren of de breuk goed geneest, doet je kinesitherapeut opnieuw een globale evaluatie van de situatie van je kind.
Bronnen
https://www.ebpnet.be: Fracturen bij kinderen