Enkele algemeenheden
Er bestaat haast geen twijfel over dat borstvoeding voor je kindje in bijna alle gevallen de beste keuze is. De voordelen zijn goed gekend. Er bestaat geen betere melk voor je kindje. Moedermelk bevat immers alle nodige voedingsstoffen zoals suikers, mineralen, eiwitten en vitamines en dit in de meest optimale verhouding. Bovendien bevat moedermelk extra beschermende antistoffen die je kindje een grotere bescherming bieden tegen allerlei infecties.
Borstvoeding geven is niet altijd even vanzelfsprekend. Er kunnen onverwachte moeilijkheden opduiken. Als kersverse mama word je meestal overstelpt met tips over borstvoeding. Mede daardoor krijg je vaak nog meer vragen en kunnen er twijfels opduiken. Erover lezen en erover praten met anderen helpt altijd. Goed voorbereid en geïnformeerd zijn, is belangrijk om de borstvoedingsperiode goed door te komen.
Frequent borstvoeding geven op verzoek van je kindje is tijdens de eerste dagen heel belangrijk voor het slagen van borstvoeding. Het bevordert de melkproductie.
Melkproductie verloopt in bepaalde fasen. De coördinatie en organisatie van deze fasen worden geregeld door hormonen. Op het moment van de geboorte produceert de borst van mama een eiwitrijk, eerder stroperig vocht. Dit vocht noemt men ‘colostrum’ en volstaat als voeding tijdens de eerste dagen. Je baby beschikt bovendien over een goede voorraad reservestoffen. Na een paar dagen begint een ander hormoon, het prolactine, de overhand te nemen en zo komt er melk in de borst. Hoe frequenter je aanlegt ‘op vraag van je baby’, hoe sneller je deze fase bereikt.
Krijgt je kindje uitsluitend borstvoeding, dan moet je er ook voor zorgen dat het voldoende voeding binnenkrijgt. Dit kun je nagaan door het aantal natte en vuile luiers te tellen. Als vuistregel kun je stellen dat er gedurende de eerste 24 uur een tweetal natte luiers moeten zijn. De eerste 4 dagen stijgt het aantal natte luiers tot ongeveer 5. Na 7 dagen zijn er ongeveer 7 natte luiers per 24 uur. Een baby die met succes borstvoeding krijgt, heeft vanaf dag 2 ten minste 3 ontlastingen per 24 uur.
Enkele tips over borstvoeding
Zelfzorg
Je houdt borstvoeding langer vol als je dit als positief ervaart. Daarom is ook zelfzorg heel belangrijk. Zorg ervoor dat je als moeder voldoende rust krijgt, goed eet en veel (water) drinkt. Laat het voeden zo kalm en ontspannen mogelijk verlopen. Ongeacht de moeilijkheden blijft huid-op-huidcontact met je kindje belangrijk.
Positie
Je positie bij borstvoeding is heel belangrijk. Dit kan zowel zittend als liggend. Er zijn vele goede posities. In het begin is het vaak zoeken naar wat voor kind en mama het meest comfortabel is. Mama zit best in een ontspannen en comfortabele houding die goed aanleggen mogelijk maakt. Moeder en kind zitten het best tegenover (lichaam/buik) en voldoende dicht bij elkaar; mama ondersteunt tijdens het voeden de rug en de schouders van de baby.
Correct vastnemen
Het kind moet zoeken naar de borst. Het draait het hoofd naar de borst en doet de mond wijd open. Plaats de baby met de neus tegen de tepel. Het kind tilt de kin en neemt tepel én tepelhof diep in de mond en zuigt krachtig. De lippen van de baby moeten getuit zijn, en de wangen mogen niet te hol zijn. Is dat wel het geval, dan betekent dit dat het kindje te hard moet zuigen. Zuigt het kind op een ritmische manier, slikt het en ademt het, dan kan je het aanleggen behouden. Borstvoeding mag geen pijnlijke ervaring zijn voor de moeder.
Speen en zuigfles
Zuigen geeft het kind, naast voeding, ook een gevoel van genot. Tijdens de eerste weken gebruik je best geen speen om frequente voedingsmomenten te vervangen. Dit stimuleert de borsten minder waardoor je uiteindelijk ook minder melk produceert. De zuigtechniek voor speen of zuigfles verschilt bovendien van die van een borst. Daarom wordt een speen niet aanbevolen totdat het kindje de juiste zuigtechniek heeft geleerd. Gebruik dus enkel een speen wanneer je kindje de juiste borstvoedingstechniek onder de knie heeft.
Borstvoedingsmoeilijkheden
Soms duiken er moeilijkheden op: problemen bij het aanleggen, problemen met de borst of problemen bij je kindje. Bij twijfel raadpleeg je best de huisarts of een andere deskundige.
Problemen met de borst
Tepelvorm
Er zijn twee soorten tepels: ingetrokken of platte. Sommige tepels kunnen naar buiten worden getrokken. Door hormonale veranderingen wordt dit soms automatisch gecorrigeerd tijdens de zwangerschap. Ook oefeningen en hulpmiddelen tijdens de zwangerschap kunnen volstaan om dit probleem op te lossen.
Maar er bestaan ook ‘werkelijk’ ingetrokken tepels (tepels die naar binnen steken en niet naar buiten kunnen worden getrokken). Hier is goed advies over aanlegtechniek en positionering heel belangrijk. Je kunt de tepel door massage stimuleren of door met duim en wijsvinger druk uit te oefenen achter en rond de tepel. Een tepelhoedje kan nuttig zijn.
Tepelpijn
In het begin van de borstvoedingsperiode kan er tepelpijn optreden. De tepel kan gekloofd zijn of rood zien met zelfs enkele blaren. Dit kan eventueel wijzen op een infectie, maar gelukkig komt dit zelden voor.
Borststuwing
Stuwing van de borst kan voorkomen een aantal dagen na de geboorte van je kind. Meestal gebeurt dat in de fase waarbij ‘de melk in de borst komt’. De borsten zijn rood, voelen pijnlijk aan en zijn gezwollen. De mama kan last hebben van koude rillingen. Stuwing kent meestal een piek. Die duurt zelden langer dan 24 uur en de toestand verbetert geleidelijk binnen de twee weken.
Onvoldoende melk
De borsten moeten voldoende gestimuleerd worden, hetzij door borstvoeding, hetzij door afkolven (minstens 8 keer per dag).
Wat kun je zelf doen?
Je kunt je tepels verzorgen door ze in te wrijven met wat melk na de voeding. Je kunt ook een tepelcrème (lanoline) gebruiken die je niet hoeft af te spoelen voor je aan de volgende voedingsbeurt begint. Is de huid aan de tepelbasis gebarsten, ontstaat er een natte huidkloof of wordt de borstvoeding pijnlijk, dan is het raadzaam om de borsten na elke voeding te wassen en te drogen met bijvoorbeeld schoon keukenpapier. Om de huid te herstellen kun je de borsten regelmatig blootstellen aan de lucht of schone bh-kussentjes dragen. Neem pijnstillers enkel als het echt nodig is, maar overleg dit best vooraf met je arts.
Stuwing kun je voorkomen door frequent aan te leggen. Je start best tijdens de eerste 24 uur na de geboorte met de juiste techniek. De borst moet geledigd worden. Dit kan door het geven van borstvoeding (meer dan 8 keer per 24 uur) of door het zo vaak mogelijk afkolven van melk (als het kindje niet zuigt). Het afnemen van slechts 5-10 ml melk kan de spanning al verlichten; het kind zal ook beter in staat zijn om greep te krijgen op de borst. Positionering is, nogmaals, heel belangrijk.
Koude compressen en koele (of gekoelde) koolbladeren kunnen het warmtegevoel verlichten. Een warme douche, warme compressen en borstmassage bevorderen het afvloeien van de melk. Neem pijnstillers enkel als het echt nodig is, maar overleg dit best vooraf met je arts.
Problemen met de baby
Geelzucht of ‘icterus’
Sommige kinderen (vooral pasgeborenen) die borstvoeding krijgen, kunnen via de moedermelk geelzucht krijgen. Dit komt doordat de stof ‘bilirubine’ in het lichaam niet goed wordt uitgescheiden. Deze kinderen zijn gelukkig meestal gezond en alert. Geelzucht is doorgaans niet schadelijk en is geen reden om de borstvoeding te stoppen. Om infecties en andere ziekten uit te sluiten, is het wel raadzaam om je kind door een arts te laten onderzoeken. Hij zal de urine onderzoeken en bloed afnemen.
De baby weigert de borst
Soms weigert je kindje de borst. Dit kan komen door tal van factoren. Is je kindje ziek en niet in staat om te zuigen? Heeft je baby een verstopte neus? Of heeft je kindje misschien een pijnlijke mond, eventueel door doorkomende tandjes? Ook kan het zijn dat het een schimmelinfectie in de mond heeft.
Wat kun je zelf doen?
Als je kind ziek is en niet in staat is om te zuigen, kolf je de melk best af. Laat de voedingsmomenten kalm en ontspannen verlopen. Behoud huid-op-huidcontact. Heeft je kind een verstopt neusje, dan kun je er fysiologisch water in spuiten. Dit kan je kopen in de apotheek.
Bijzondere situaties
Borstvoeding bij een tweeling
Eén voor één borstvoeding geven aan een tweeling is zeer tijdrovend. Je kunt tijd sparen door beide baby’s op hetzelfde moment aan te leggen.
Gespleten verhemelte of lip
Een kind met een gespleten verhemelte is vaak niet in staat om de borst of een standaardspeen te grijpen. Een lange, speciaal ontworpen speen lost meestal het probleem op. Je kunt eventueel ook van in het begin afkolven.
Wat kan je arts doen?
Als de borstvoeding niet goed lukt, je problemen ondervindt met je borsten of als je kind ziek is, stap je best naar je vroedvrouw of naar de huisarts. Hij of zij kan samen met jou op zoek gaan naar de reden waarom de borstvoeding niet succesvol lijkt te zijn. De huisarts kan je vragen om te tonen hoe je borstvoeding geeft. Hij kan je kind onderzoeken en nagaan of het voldoende gevoed is en vooral voldoende gehydrateerd is.
Indien je te weinig melk produceert, kan hij je medicatie voorschrijven. Geneesmiddelen tegen misselijkheid kunnen mogelijk de melkproductie bevorderen, maar hiervoor is weinig wetenschappelijk bewijs.
In geval van een echte borstontsteking, met of zonder abces, kan hij je antibiotica voorschrijven.
Als je kindje ziek is, zal de arts je kind onderzoeken om nadien de juiste behandeling in te stellen.
Je kindje heeft een hoger risico op een te lage bloedsuikerspiegel wanneer:
- je kindje prematuur (te vroeg) of ziek geboren is;
- er sprake was van zwangerschapsvergiftiging of een te hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap;
- er sprake was van zwangerschapsdiabetes;
- je baby te klein of te groot is voor de zwangerschapsduur;
- tweelingen met een verschil van meer dan 25% in gewicht;
- er sprake was van ademnood tijdens de geboorte;
- je als mama medicatie neemt voor epilepsie;
- je als mama grote dosissen bètablokkers neemt;
- er sprake was van uitdroging vlak na de geboorte.
Meer weten?
- https://www.kindengezin.be/nl/thema/voeding/borstvoeding
- https://www.thuisarts.nl/borstvoeding/er-zijn-problemen-met-borstvoeding-geven