Wat is het?
Een doorligwonde is een plaatselijk letsel van de huid en/of de onderliggende weefsels (onderhuid, vet, spieren, bot), dat ontstaat door druk of wrijving. Het komt vooral voor op plaatsen waar er weinig weefsel tussen het bot en de huid zit, zoals de hielen, de stuit of de zijkant van de heupen.
Doorligwonden worden volgens ernst ingedeeld in 4 categorieën:
- Categorie I: plaatselijke roodheid, die niet verdwijnt door erop te drukken. De huid zelf is nog intact.
- Categorie II: blaarvorming met vocht of ontvelling van de opperhuid; de huid laat los van het onderliggend weefsel.
- Categorie III: de huid is plaatselijk beschadigd tot aan de onderhuid. Het resultaat is meestal een rode wonde, eventueel bedekt met een droge korst.
- Categorie IV: er is uitgebreide weefselschade, ook in de onderhuid. Er ontstaat een krater, die bedekt kan zijn met etter, dood weefsel en zwarte korsten; de diepte van de wond is moeilijk te schatten.
Doorligwonden voorkomen kan op twee manieren: via primaire en secundaire preventie. Primaire preventie betekent het voorkomen van doorligwonden bij mensen met een verhoogd risico, maar die er nog nooit hebben gehad. Dit is dan vooral belangrijk in geval van een ziekenhuisopname of verblijf in een zorginstelling. Secundaire preventie gebeurt bij mensen die al doorligwonden hebben (gehad). Zij lopen extra risico op nieuwe letsels of op verergering van bestaande letsels. In dat geval voorkomen we dus herval of verergering.
Hoe vaak komt het voor?
In België komen doorligwonden voor bij 12,1% van de mensen die in het ziekenhuis verblijven. Voor de woonzorgcentra hebben we geen exacte cijfers, maar in de ons omringende landen kampen 6,4 tot 31,4% van de bewoners met doorligwonden.
Waarom wordt vooraf een zorgplan opgesteld?
Iedere situatie is anders; leeftijd, gewicht, voedingstoestand, beschikbaarheid van hulp, algemene conditie en gezondheidstoestand spelen een rol. Dikwijls is een doorligwonde niet het enige probleem. Doorgaans spelen nog andere aandoeningen mee, zoals hartziekten, diabetes, verlammingen, dementie enz. Daarom wordt vooraf een individueel zorgplan opgesteld met de te nemen maatregelen. Zo’n zorgplan wordt afgesproken tijdens een bijeenkomst bij de patiënt thuis of in de zorginstelling. Dat gebeurt in aanwezigheid van alle zorgverleners (artsen, verpleegkundigen, kinesitherapeut, mantelzorgers, familie…) en de patiënt zelf. De afspraken worden in een dossier genoteerd en regelmatig opnieuw geëvalueerd. Doorligwonden voorkomen vergt dus teamwerk. Het zorgplan kan een elektronisch dossier zijn of een schriftje dat gewoon bij de patiënt thuis ligt.
Het is uitermate belangrijk dat alle betrokkenen in dit proces weten wat de risico’s en de categorieën van doorligwonden zijn, en welke actie in welke situatie moet worden ondernomen. De aanpak moet dus uniform zijn.
Bij het eerste contact gebeurt steeds een risico-inschatting. Die houdt rekening met een reeks factoren zoals leeftijd, mate van mobiliteit, aanwezige ziekten, voedingstoestand, de gevoeligheid van de huid (bij verlammingen is er vaak verminderde gevoeligheid), aanwezigheid van continue druk bij bedlegerigheid, enz.
Wat zijn de voornaamste preventieve maatregelen?
Inspectie van de huid
Bij elke persoon met een risico op doorligwonden gebeurt op regelmatige tijdstippen een grondige inspectie van de huid. Drukpunten zoals de stuit, de heupen en de hielen krijgen speciale aandacht. Men let op lokale roodheid, warmte, zwelling of hard aanvoelen van de huid. Bij mensen met een donkere huidskleur ziet men eerder een lokale paarse verkleuring. Veranderingen worden in het zorgplan genoteerd zodat de andere zorgverleners dit ook weten.
Verandering van houding en druk verdelen
Langdurige druk op dezelfde plaatsen is te vermijden. Daarom is het goed om regelmatig van houding te veranderen en de druk zo breed mogelijk te verdelen. Bij het veranderen van houding wordt de persoon opgetild en niet geschoven. Elke houding kan zo nodig met hulpmateriaal worden ondersteund. Bij gebruik van medische materialen zoals sondes, moet men erop letten dat deze geen druk veroorzaken.
Wat de beste houding is of voor hoe lang kan men op voorhand niet goed voorspellen. Mits het uitproberen van houdingen, een goede opvolging en communicatie kan een goed schema worden bekomen.
Een zithouding is bij voorkeur met de knieën en heupen geplooid in een hoek van 90°. Ter hoogte van de heup verhoogt een hoek van meer dan 90° de druk op de zitbeenderen en moet dus vermeden worden. De voeten steunen op de grond of op een voetbankje. Bij achterover leunen worden de benen ondersteund en zweven de hielen. Deze houding is trouwens de beste manier om doorligwonden van de hielen te vermijden. Zorg er steeds voor dat de persoon alles binnen handbereik heeft om zijn gewone activiteiten uit te voeren. De tijd die de persoon kan/mag zitten, is individueel verschillend. Pas deze aan volgens de mogelijkheden.
Zorg bij lighouding alvast dat het hoofdeinde van het bed niet meer dan 30°omhoog staat, anders schuift de persoon naar beneden, wat extra druk veroorzaakt. Ruglig wordt het best afgewisseld met rechterzijlig en linkerzijlig, beide in een hoek van 30°. Hoofd, schouders, rug en bekken worden goed ondersteund met hulpmateriaal. Zijlig in een hoek van 90° is niet goed, omdat dan alle druk op de schouders en dijen terechtkomt. Bij ruglig moet het hoofdeinde van het bed 30° omhoog staan, met de knieën ondersteund en gebogen in een hoek van 30°.
Er bestaan verschillende soorten matrassen die de druk verdelen, met circulerende lucht of met alternerende druk, met water of gelkussens, met gewone of met speciale hoezen. De prijzen gaan van 100 tot meer dan 1000 euro. Er is geen overtuigend bewijs dat de ene matras beter zou zijn dan de andere. De keuze zal dus afhangen van de toestand van de patiënt, de beschikbare hulp, de mogelijke nood aan hartmassage, de mogelijkheid om het matras goed te kunnen ontsmetten, de prijs enz.
Voeding
Een evenwichtige voeding met voldoende eiwitten, vocht en calorieën is ontzettend belangrijk. Gewicht en lengte worden in het zorgplan genoteerd, evenals gewichtsverlies, veranderingen in de eetgewoonten en ingenomen vocht en voedsel. In geval van problemen is het advies van een diëtist(e) zeker zinvol.
Nut van massage?
Masseren van de huid wordt afgeraden, zeker boven benige uitsteeksels. Lokale producten (bijv. een hydraterende crème of crème voor huidbescherming) worden zachtjes aangebracht.
Meer weten?
https://www.witgelekruis.be/hulpmiddelen/doorligwonden