Wat is het?
Urine-incontinentie is ongewild verlies van urine. Het heeft doorgaans een grote impact op de levenskwaliteit van ouderen. Het is goed te behandelen, maar je moet erover durven praten.
Oorzaken
Ongewild urineverlies bij ouderen kan het gevolg zijn van:
- normale veranderingen in het verouderingsproces, bijv.:
- verzwakte bekkenbodemspieren;
- uitgedroogde slijmvliezen (vagina en plasbuis);
- een vergrote prostaat.
- overgewicht:
- sommige aandoeningen:
- chronische hoest;
- urineweginfectie (blaasontsteking);
- blaasstenen;
- stoornis in de zenuwen van de blaas, bijv. bij:
- depressie;
- diabetes.
- bepaalde medicatie, bijv.:
- vochtafdrijvers;
- kalmeermiddelen;
- antidepressiva;
- pijnstillers.
Vormen
Er bestaan verschillende vormen van urine-incontinentie:
- urge-incontinentie of aandrangincontinentie:
- Je voelt een plotse en onhoudbare aandrang om te plassen.
- Je geraakt soms niet tijdig op het toilet.
- stressincontinentie of inspanningsincontinentie:
- Je verliest urine bij:
- lichamelijke activiteiten;
- verhoogde druk in je buik zoals:
- plotse schokken;
- hoesten;
- niezen;
- lachen;
- persen.
- Je verliest urine bij:
- gemengde incontinentie:
- Je verliest urine tijdens activiteiten én bij plotse en onhoudbare aandrang om te plassen.
- overloopincontinentie:
- Je kan je blaas niet goed meer leeg plassen, bijv. door:
- een vergrote prostaat;
- een verzakking van je blaas of baarmoeder (prolaps).
- Door de grote druk loopt de blaas letterlijk over en plas je.
- Je kan je blaas niet goed meer leeg plassen, bijv. door:
Hoe vaak komt het voor?
Urine-incontinentie komt voor bij:
- meer dan de helft van de vrouwen ouder dan 70 jaar:
- Meestal gaat het om gemengde incontinentie.
- Vaak is het inspanningsincontinentie.
- ongeveer 1 op 4 mannen ouder dan 70 jaar:
- Meestal gaat het om aandrangincontinentie.
- Inspanningsincontinentie is eerder zeldzaam, tenzij na bijv. een prostaatoperatie.
Hoe kan je het herkennen?
Aandrangincontinentie
Bij aandrangincontinentie voel je een plots opkomende plasdrang.
- Je kan dat gevoel niet bedwingen en moet onmiddellijk naar het toilet.
- Je hebt dan vaak wat we een ‘overactieve blaas’ noemen:
- Je moet dikwijls plassen (frequency).
- Je plast dikwijls kleine hoeveelheden (pollakisurie).
- Je moet herhaaldelijk ’s nachts opstaan om te plassen (nycturie).
Inspanningsincontinentie
Bij inspanningsincontinentie verlies je urine:
- tijdens een lichamelijk activiteit of inspanning, zoals lopen of sporten;
- bij een activiteit die de druk in je onderbuik verhoogt, zoals een zwaar gewicht optillen;
- bij plotse schokken, bijv. als je met de auto over een putje rijdt;
- bij hoesten of niezen.
Overloopincontinentie
Bij overloopincontinentie:
- verlies je af en toe urine, ogenschijnlijk zonder reden;
- kan je wat plasdrang of pijn in je onderbuik voelen omdat je blaas gespannen staat.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Bevraging
Je arts probeert te achterhalen welke vorm van urine-incontinentie je hebt. Daarom stelt hij of zij je volgende vragen:
- Wanneer verlies je precies ongewild urine?
- Hoelang heb je er al last van?
- Welke impact heeft het op je dagelijks leven?
Tijdens zijn of haar bevraging peilt je arts ook naar:
- risicofactoren;
- veranderingen in je gewicht;
- rookgedrag;
- aandoeningen;
- operaties in het verleden.
Tot slot stelt hij of zij je voor om gedurende enkele dagen tot twee weken een plasdagboek (mictiedagboek) bij te houden.
Onderzoek
Je arts onderzoekt je urine om te zien of je een infectie hebt.
Verder kan hij of zij:
- bekijken welke medicatie je neemt en of die je urineverlies kan verklaren;
- je doorverwijzen naar een specialist als hij niet zeker is van de diagnose.
Wat kan je zelf doen?
Algemene maatregelen
Erover praten
Probeer over je urineverlies te praten:
- Je hoeft je niet te schamen. Het komt bij veel mensen voor.
- Er bestaan goede behandelingen voor ongewild urineverlies.
Gezonde levensstijl
- Vermijd of beperk bepaalde dranken:
- Koffie en cola prikkelen je blaas.
- Alcohol zorgt ervoor dat je ’s nachts moet plassen.
- Ben je te zwaar? Probeer dan te vermageren.
- Overgewicht verergert ongewild urineverlies.
- Rook je? Probeer er dan mee te stoppen.
- Nicotine en een rokershoest zijn belastend voor de blaas.
- Laat je eventueel begeleiden door een tabakoloog om te stoppen met roken.
- Probeer constipatie te vermijden:
- Eet voldoende vezels, bijv. uit volkoren graanproducten, groenten en fruit.
- Drink genoeg water.
Beweging
Probeer mobiel te blijven en je te blijven verplaatsen. Lichaamsbeweging heeft veel positieve effecten:
- Je voelt je beter.
- Het heeft een goed effect op de blaascontrole.
- Het vermindert het risico op aandrangincontinentie.
- Het helpt om constipatie te vermijden.
Oefeningen
Een gespecialiseerde kinesitherapeut (zie verder) kan je helpen om onderstaande oefeningen te begrijpen en goed uit te voeren.
Bekkenbodemspierentraining
Bij inspannings- en aandrangincontinentie kan je je bekkenbodemspieren trainen. Dat zijn de spieren die je gebruikt om je plas op te houden.
- Als je je bekkenbodemspieren meermaals per dag gedurende 6 tot 8 weken traint, dan:
- krijg je geleidelijk weer meer controle over je blaas;
- verlies je minder gauw urine wanneer je hoest, niest, lacht, bukt, tilt, loopt of springt.
- Je traint je bekkenbodemspieren driemaal per week of dagelijks 10 tot 12 keer na elkaar als volgt:
- Zorg dat je blaas leeg is en dat je tijdens de oefening gewoon blijft doorademen.
- Concentreer je op je bekkenbodemspieren: probeer ze te voelen.
- Span ze gedurende 3 tellen op, eventueel op verschillende manieren: hard, traag, snel, …
- Laat ze daarna gecontroleerd weer los gedurende 5 à 10 seconden (ontspannen).
- Let op: je buik-, bil- en bovenbeenspieren blijven tijdens de oefening ontspannen.
Blaas- of plastraining
Bij aandrangincontinentie of een overactieve blaas kan blaas- of plastraining helpen om een soort plasroutine te ontwikkelen:
- Je gaat op vaste tijdstippen naar het toilet, maar met steeds grotere tussenpozen.
- Zo leert je blaas zich goed te vullen en legen.
Wat kan je arts doen?
Oefeningen
Je arts kan je specifieke oefeningen aanraden die je thuis kan doen om je bekkenbodemspieren en/of je blaas te trainen. Dat kan met de hulp van een kinesitherapeut (zie verder) die gespecialiseerd is in bekkenbodemspieren trainen.
Medicatie
Je arts kan je medicatie nakijken en zo nodig aanpassen:
- Zo kan hij of zij je vragen om je plaspillen (vochtafdrijvers) op een ander tijdstip in te nemen.
- Heb je bijv. diabetes? Dan kan je arts je behandeling op punt stellen.
Hij of zij kan je ook medicatie voorschrijven:
- om symptomen zoals uitgedroogde slijmvliezen te verlichten;
- om het volume van de prostaat te verkleinen (in geval van een vergrote prostaat);
- bij een overactieve blaas, maar die medicatie:
- is vrij duur;
- heeft nare bijwerkingen (droge mond, constipatie, verwardheid);
- heeft geen duidelijk bewezen effect.
Incontinentiemateriaal en -forfait
Je arts kan je advies geven over incontinentiemateriaal:
- incontinentieverbanden en -broekjes;
- beschermend beddengoed;
- opvangzakjes (condoomkatheter) voor mannen.
Hij of zij kan ook een incontinentieforfait aanvragen als je urineverlies onbehandelbaar is.
Doorverwijzing
Je arts verwijst je door naar een specialist:
- om de diagnose te bevestigen of op punt te stellen;
- in geval van:
- bloed in je urine;
- een verzakking van je blaas of baarmoeder;
- een obstructie door een vergrote prostaat;
- Daardoor kan je je blaas minder goed legen.
- een fistel tussen je blaas en darm of darm en vagina;
- onmogelijkheid om te plassen.
- In afwachting kan de arts je blaas legen met een katheter.
- wanneer bekkenbodemtraining en/of medicatie onvoldoende effect hadden bij inspanningsincontinentie:
- voor andere medicatie of een andere kinesitherapeutische aanpak;
- voor een operatie, bijv. plaatsen van een ‘sling’ of hangmatje onder de plasbuis;
- voor hulpmiddelen zoals een pessarium (kunststof kapje of ring in de vagina), om verzakking van de blaas of plasbuis te ondersteunen.
- in geval van een oncontroleerbare overactieve blaas voor het plaatsen van een stimulator die de zenuwen van de bekkenbodemspieren en de blaasactiviteit controleert.
- Deze ingreep heeft niet altijd succes.
Wat kan je samen met je kinesitherapeut doen?
Een kinesitherapeut gespecialiseerd in de behandeling van urineverlies kan:
- je probleem beoordelen;
- je informatie geven over:
- de werking van de urinewegen;
- je specifieke probleem en de mogelijke behandelingen.
- de factoren nagaan die je probleem verergeren;
- je aanleren hoe je:
- je bekkenbodemspieren kan controleren;
- je blaas kan trainen.
- je meer algemene oefeningen aanleren, zoals ademhalingsoefeningen.
Meer informatie over kinesitherapie bij stressincontinentie vind je in onze patiëntenrichtlijn.
Meer weten?
- https://www.thuisarts.nl/urineverlies-bij-vrouwen
- https://www.thuisarts.nl/urine-incontinentie/ik-ga-bekkenbodemoefeningen-doen
- CM brochure bekkenbodemspieren
- https://www.cm.be/ziekte-en-behandeling/klachten-en-ziekten/incontinentie
- https://defysiotherapeut.com/aandoeningen-en-klachten/incontinentie/
- http://www.thepelvicfloor.be
- https://www.vlaanderen.be/incontinentieforfait
- https://www.plaspraat.be