Wat is een overactieve blaas?
Een overactieve blaas is een aandoening zonder duidelijke oorzaak. De belangrijkste symptomen zijn:
- een sterke drang om te plassen;
- vaak plassen (meer dan 8 keer per 24 uur);
- nachtelijk plassen (meer dan 2 keer per nacht);
- soms kan dit samengaan met ongewild urineverlies (incontinentie).
Hoe vaak komt een overactieve blaas voor?
In de hele bevolking treft deze aandoening ongeveer 5 op 10 000 personen, ongeveer evenveel mannen als vrouwen. De frequentie neemt echter toe met de leeftijd. Bij 75-plussers komt het voor bij 15 op 10 000 personen.
Hoe kan je een overactieve blaas herkennen?
Een sterke drang om te plassen is de meest voorkomende klacht bij deze aandoening. Maar plasdrang kan uiteraard ook voorkomen bij heel wat andere aandoeningen. Daarom is het het best om bij verandering van je plaspatroon je huisarts te contacteren. Die zal dan proberen tot een juiste diagnose te komen.
Hoe stelt je arts een overactieve blaas vast?
Je arts wil te weten komen of de klachten kunnen komen door andere zaken zoals:
- blaasaandoeningen: ontstekingen, blaasstenen, blaasgezwellen;
- gezwellen in het bekken;
- aantasting van het zenuwstelsel: multiple sclerose, ziekte van Parkinson, dementie, gevolgen van diabetes …;
- bij vrouwen: verzakking van de blaas;
- bij mannen: problemen met het legen van de blaas door prostaat- of plasbuisproblemen;
- geneesmiddelen die als bijwerking de blaas extra kunnen prikkelen (zoals bijv. plaspillen, sommige middelen tegen depressie, psychose …)
Door je gerichte vragen te stellen, probeert je arts een duidelijk zicht te krijgen op het probleem. Een plasdagboek kan daarbij een hulp zijn.
- In zo’n dagboek hou je enkele dagen bij wanneer, wat en hoeveel je drinkt en plast.
- Dat geeft je arts informatie over de aard en de ernst van het probleem (bijv. aantal keer geplast, hoe vaak ’s nachts geplast, totale geplaste hoeveelheid, volume van de plas …).
Ook onderzoeken zoals een buikonderzoek, een gynaecologisch onderzoek (bij vrouwen), of een prostaatonderzoek (bij mannen) kunnen helpen bij de diagnose.
Soms is het nuttig ook een urinestaal in het labo te laten onderzoeken.
Wat kan je zelf doen?
Een aantal veranderingen in levensstijl kunnen de klachten van plasdrang en/of urineverlies soms helpen verminderen.
Bijvoorbeeld:
- Neem je tijd om naar het toilet te gaan.
- Stel een toiletbezoek niet onnodig uit.
- Als je caffeïnehoudende dranken vermijdt, zoals koffie, cola, energiedranken en thee, kunnen de plasdrang en het aantal keer dat je moet plassen verminderen.
- Sommige mensen merken ook een verbetering van de klachten door alcohol, koolzuurhoudende dranken en light frisdranken te vermijden.
- Het blijft wel belangrijk om voldoende te drinken: 1,5 liter per dag.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Je arts zal samen met jou kijken of er bepaalde wijzigingen in levensstijl of medicatie kunnen helpen om je klachten te verminderen.
Daarnaast zal je zorgverlener (arts of kinesist) jou ook uitleg geven over hoe je je blaas en/of bekkenbodem kan trainen.
Helpt dit onvoldoende? Dan wordt soms medicatie opgestart om de klachten te verminderen.
- Geneesmiddelen die de blaas minder actief maken, geven vaak ook bijwerkingen zoals duizeligheid, misselijkheid, droge mond en ogen.
- Speelt een vergrote prostaat een rol? Dan schrijft je arts medicatie voor die daaraan aangepast is.
Verbeteren de klachten onvoldoende? Dan kan je huisarts je doorverwijzen naar een uroloog voor verder onderzoek.
Meer weten?
- Thuisarts.nl: ik heb een overactieve blaas
- FarmaInfo: informatie over geneesmiddelen
- www.plaspraat.be: vind een antwoord op al jouw plasvragen