Wat is het?
Een pacemaker registreert het hartritme en geeft impulsen wanneer het ritme onder een bepaalde drempel zakt. Een pacemakersysteem bestaat uit twee delen:
- de pulsgenerator, die net onder het sleutelbeen onder de huid wordt ingeplant;
- de geleidingsdraden die via een ader in het hart worden ingebracht.
Er bestaan verschillende soorten pacemakers, die op tal van manieren kunnen geprogrammeerd worden. Sommige pacemakers registreren de beweging van het lichaam of de ademhaling en passen de stimulatiefrequentie aan aan de fysieke activiteit.
Wanneer kom je in aanmerking voor een pacemaker?
Je komt in aanmerking voor een pacemaker in geval van:
- te traag hartritme met klachten (symptomatische bradycardie): een duidelijk bewijs tussen een traag hartritme en klachten (duizeligheid, flauwvallen) is de belangrijkste reden om een permanente pacemaker te plaatsen. Het is belangrijk om eerst de andere oorzaken van een te traag hartritme uit te sluiten en deze zo nodig te behandelen.
- aangetaste geleidingsknoop in de voorkamers (sinusknoopdisfunctie): te trage hartslag, met symptomen van duizeligheid, flauwvallen of hartinsufficiëntie, of onvoldoende reactie van het hart op inspanningen.
- verstoorde geleiding van de voorkamers naar de kamers (atrioventriculair blok).
Men kiest het soort stimulus op basis van de symptomen en de hieronder beschreven onderzoeken. De bedoeling is om asystolie te voorkomen. Asystolie betekent dat er geen elektrische activiteit van het hart meer is en het hart stilstaat. Ofwel worden alleen de voorkamers of kamers gestimuleerd, ofwel zowel voorkamers als kamers.
Hoe beslist de arts of je in aanmerking komt?
De arts zal eerst goed naar je klachten luisteren. Een elektrocardiogram (ECG) is het belangrijkste instrument om stoornissen in de elektrische hartgeleiding op te sporen. Zo’n ECG kan tijdens een poosje op afstand worden geobserveerd of gedurende een inspanningstest. Deze onderzoeken gebeuren in het ziekenhuis bij een hartspecialist (cardioloog). Meestal zijn geen ingrijpende onderzoeken nodig.
Hoe gebeurt de opvolging van een persoon met een pacemaker?
Deze opvolging gebeurt hoofdzakelijk door de hartspecialist. Een paar maanden na de implantatie volgt een controle; vervolgens om de 1 à 2 jaar. De arts zal dan een ECG afnemen, het geheugen van de pacemaker uitlezen en interpreteren. Ook de levensduur van de batterij zal hij controleren; de normale levensduur is 7 à 8 jaar.
Als je merkt dat je hartslag te traag wordt, neem je best contact op met de hartspecialist. Dit kan een gevolg zijn van het verzwakken van de batterij. De arts zal dan ook controleren of de geleiders nog goed werken en de stimulatiedrempel bepalen. De stimulatiedrempel is de minimale energie die nodig is om een hartslag te genereren. Is deze verhoogd, dan kan het zijn dat de tip van de geleider verplaatst is of er rond de tip littekenweefsel is ontstaan. De arts zal verder de resterende elektrische activiteit van het hart zelf controleren.
Wanneer is extra controle of dringende doorverwijzing nodig?
In geval van:
- bloeding op de plaats van de ingreep;
- kortademigheid, een mogelijk gevolg van een klaplong;
- spiertrekkingen van het middenrif of rond de pulsgenerator;
- pijn rond de pulsgenerator;
- tekenen van infectie (roodheid, warmte) rond de pulsgenerator;
- terugkerende duizeligheid of bewustzijnsverlies;
- afwijkingen op ECG die wijzen op een stoornis in de werking van de pacemaker
Welke instrumenten interfereren met een pacemaker?
Pacemakers zijn uitgerust met een intern beveiligingssysteem tegen interferentievan buitenaf. Dit systeem wordt geactiveerd wanneer het apparaat sterke invloeden van buitenaf detecteert.
Mobiele telefoons en elektrische apparaten thuis of op kantoor hebben geen effect op de functie van de pacemaker. Onderzoeken en ingrepen in het ziekenhuis wel. Zo moet je MRI en ultrakorte golftherapie vermijden.
Ook tijdens een operatie dien je voorzorgsmaatregelen te treffen; na de ingreep wordt de pacemaker best gecontroleerd.
Hoe wordt een pacemaker verwijderd?
Pacemakers worden meestal niet opnieuw gebruikt. Men moet ze na overlijden voor de begrafenis verwijderen en op de juiste manier vernietigen (klein gevaarlijk afval). Vooral voor de crematie is het verwijderen van een pacemaker belangrijk omdat de batterij bij verwarming kan ontploffen. In sommige gevallen worden de opgeslagen gegevens in het geheugen gebruikt om de doodsoorzaak vast te stellen.
Meer weten?
https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/behandelingen/pacemaker
https://www.hartcentrumhasselt.be/patient/behandelingen/interventies/pacemaker-implantatie