Wat is het?
Werking van je hart
Je hart is een spier die bestaat uit 2 voorkamers en 2 kamers (zie afbeelding onder). Deze zijn van elkaar gescheiden door tussenschotten.
- Langs de voorkamers komt bloed je hart binnen.
- Langs de kamers wordt het bloed weggepompt naar alle delen van je lichaam.
Lees verder onder de afbeelding
Je hart pompt bloed rond. Dit werk bestaat uit twee delen:
- In de eerste fase trekt je hartspier samen (systole) en pompt het bloed weg.
- In de tweede fase ontspant de spier zich (diastole) en vult je hart zich met bloed.
Je hart werkt autonoom: het klopt vanzelf, zonder dat je daar iets voor moet doen.
Geleidingssysteem
Een zenuwsysteem zorgt ervoor dat een kleine elektrische stroom wordt opgewekt. Die gaat door de hartspier:
- De stroom ontstaat in de sinusknoop. Dit is een zenuwknoop in je rechtervoorkamer. Het is je eigen, natuurlijke pacemaker.
- De sinusknoop geeft het elektrisch signaal door via zenuwbanen aan de verschillende onderdelen van je hartspier. Zo kan je hart ‘kloppen’:
- Normaal gebeurt dat aan een regelmatig ritme tussen 60 en 100 slagen per minuut in rust.
- Wanneer je een inspanning doet, neemt je hartritme toe.
In het systeem dat de zenuwprikkels geleidt, kunnen afwijkingen ontstaan:
- De prikkels worden dan niet meer regelmatig gevormd: te traag, te snel of helemaal niet meer.
- Dit kan onschuldig zijn, maar kan ook levensbedreigende vormen aannemen.
Implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD)
Sommige afwijkingen kan je corrigeren met een implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD):
- Dit apparaatje wordt ingeplant en stuurt een elektrische stroom (‘schok’) door je hart.
- Zo kan je normale hartritme herstellen.
- Detecteert de ICD een eigen levensbedreigend ritme?
- Dan kan het apparaat je eigen activiteit van het elektrisch systeem kortsluiten.
- Het systeem wordt dan ‘gereset’ om daarna zijn normale activiteit te hernemen.
Hoe werkt een implanteerbare cardioverter-defibrillator?
Een ICD is een kleine computer met een batterij.
- Het apparaat wordt ingeplant onder je huid, net onder je linkersleutelbeen in de wand van je borstkas. Dat gebeurt onder lokale verdoving.
- Vanuit de kleine computer loopt een geleidingsdraad langs een ader tot in je hart. De batterij stuurt de elektrische stroom door de draad naar je hart.
- Het toestel bewaakt voortdurend je hartritme. Als er te grote afwijkingen optreden, dan komt het tussen:
- Is je hartritme te traag? Dan werkt de ICD als een gewone pacemaker.
- Is je hartritme te snel en/of onregelmatig? Dan stuurt het toestel een reeks lichte elektrische impulsen. Die zijn pijnloos en voel je meestal niet.
- Normaliseert het versnelde hartritme niet? Dan vuurt de ICD een krachtige elektrische impuls af: dat noemen we defibrillatie.
- Daarin verschilt een ICD dus van een pacemaker: het kan een elektrische stroom (schok) opwekken om een ernstige ritmestoornis te herstellen.
Voordelen van een ICD
- Het grote voordeel van een implanteerbaar toestel is dat je het altijd bij je hebt als het nodig is. Je hoeft niet meer te wachten op de hulpdiensten.
- Het toestel werkt spontaan: je moet het dus niet manueel instellen. Dat maakt het geschikt voor mensen die meermaals en onverwachts een tussenkomst nodig hebben.
Wanneer wordt een implanteerbare cardioverter-defibrillator gebruikt?
Een ICD heeft een preventieve functie: het wordt ingeplant om levensbedreigende hartritmestoornissen en plotse dood na een hartinfarct te voorkomen. Die preventie kan primair of secundair zijn:
- Primair: de ICD voorkomt complicaties die er nog niet (geweest) zijn.
- Secundair: het toestel voorkomt herval van eerdere complicaties.
Een ICD is aangewezen:
- om levensbedreigende ritmestoornissen en plotse dood na een hartinfarct te voorkomen bij personen met een hartspieraandoening of een erfelijke hartafwijking die met dergelijke complicaties kunnen gepaard gaan.
- preventief bij personen:
- die al een hartstilstand hebben doorgemaakt;
- bij wie geen behandelbare oorzaak voor de hartstilstand werd gevonden.
Een ICD is dus niet aangewezen als:
- er een omkeerbare of behandelbare oorzaak voor de hartaandoening wordt vastgesteld, zoals een hartspierontsteking;
- de verdere levensverwachting minder dan 12 maanden bedraagt.
Er kan een uitzondering gemaakt worden om de wachtperiode voor een harttransplantatie te overbruggen.
Opvolging na de plaatsing van een ICD
Standaardcontroles
Een eerste controle vindt 1 tot 3 maanden na de inplanting plaats. Daarna volgen controles om de 6 maanden.
- Telkens wordt bijvoorbeeld het technisch functioneren van het toestel en de toestand van de draden en de batterij gecontroleerd.
- Daarnaast wordt elke tussenkomst van de ICD zorgvuldig geanalyseerd. Al die gegevens zijn opgeslagen in het geheugen van het toestel.
- Naar schatting is 10 tot 30% van de tussenkomsten niet nodig. Daarom wordt de programmering van het toestel tijdens de controles aangepast.
- Soms is het ook nodig om de medicatie wat bij te sturen. Als je medicatie tegen ritmestoornissen en bloedverdunners neemt, moet je die immers blijven gebruiken na de inplanting van een ICD.
Bijkomende controles
Tussentijdse, bijkomende controles kunnen nodig zijn, bijvoorbeeld telkens wanneer het toestel een elektroshock heeft toegediend. Dan moet je de volgende dag de pacemakerkliniek contacteren.
Vuurt het toestel verschillende shocks na elkaar af, of verslechtert je algemene toestand snel? Ga dan naar de spoeddienst.
Kan de werking van een ICD van buitenaf beïnvloed worden?
Een ICD is over het algemeen zeer goed bestand tegen externe invloeden van elektrische apparaten.
Geen invloed
- Volgende apparaten hebben geen enkele invloed op de werking van een ICD:
- huishoudelijke apparaten;
- computers;
- mobiele telefoons.
- Volgende zaken vormen meestal geen probleem:
- gewone activiteiten op je werk en thuis;
- hobby’s;
- een normaal seksleven.
Mogelijke invloed
- Volgende apparaten kunnen een invloed hebben op de werking van een ICD:
- kettingzagen;
- lasapparatuur;
- sterke magneten.
- Je blijft het best op een zekere afstand van deze apparaten.
- Elektronische controlepoorten in winkels en op luchthavens hebben alleen invloed als je erin stil blijft staan.
- Er gewoon doorlopen kan geen kwaad.
- Als je een medisch attest toont, dan doet de beambte een manuele controle.
- Zeer zware fysieke inspanningen doe je beter niet, omdat ze ritmestoornissen kunnen uitlokken. Je mag niet alleen:
- zwemmen;
- duiken;
- gevechtsporten uitoefenen.
- Je mag geen voertuig professioneel besturen (bijv. een taxi, vrachtwagen, bus), maar wel met je eigen wagen rijden.
- Heeft de ICD een stroomstoot moeten geven? Dan mag je minstens 3 maanden niet rijden.
- Daarna mag je opnieuw rijden, mits je een attest kan tonen van je specialist.
Twijfel je of je een bepaalde activiteit mag uitvoeren? Vraag het dan eerst aan je arts.
Meer weten?
- https://www.uzleuven.be/nl/brochure/700602
- https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/behandelingen/icd
Bronnen
- https://www.ebpnet.be: Implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD)
- https://www.wegcode.be/nl/regelgeving/1998014078~w8ylf1lyws