Wat is het?
Het hart is een spier die samentrekt onder invloed van elektrische prikkels. Deze worden opgewekt door gespecialiseerde zenuwcellen in het hart.
Een ECG (electrocardiogram) is een filmpje van het hart waarop de elektrische activiteit geregistreerd wordt. Het is een momentopname van de hartwerking.
Voornamelijk bij hartritmestoornissen is soms enkel een afwijkend ECG te zien op bepaalde momenten. Je kan dan hartkloppingen voelen of duizelig worden.
Omdat het belangrijk is om die momenten op een ECG vast te leggen, wordt gebruik gemaakt van ECG-monitoring. Dit betekent dat het hartritme aan de hand van een ECG tijdelijk digitaal gevolgd wordt met een toestel dat je meedraagt.
Het meest gebruikte toestel is de Holter-monitor. Je arts zal elektroden op de borstkas plaatsen die worden verbonden met een kastje dat je bij je draagt tijdens je normale dagelijkse activiteiten, meestal gedurende 1 à 2 dagen.
Andere monitoringsystemen zijn ook mogelijk, met name de event-recorder (registreert 3 tot 7 dagen), het tele-ECG (registreert 1 week tot 3 maanden) en de implanteerbare loop-recorder. De eerste 2 toestellen worden op het lichaam gedragen, de laatste wordt ingeplant onder de huid, zoals een pacemaker. Met de event-recorder en het tele-ECG kun je zelf de opname starten op het moment dat je klachten ervaart.
Waarvoor wordt het gebruikt?
ECG-monitoring wordt dus vooral gebruikt om hartritmestoornissen te objectiveren.
Daarnaast kan het nuttig zijn om te onderzoeken of een hartaandoening de oorzaak is van onverklaarde klachten, en om het effect van een behandeling te beoordelen.
De voornaamste indicaties zijn:
- opsporen van hartritmestoornissen;
- onverklaard bewustzijnsverlies;
- versnelde hartslag (tachycardie) die gepaard gaat met bewustzijnsstoornissen of andere ernstige klachten, zoals pijn en kortademigheid;
- vermoeden van stoornissen in het elektrisch systeem van het hart;
- nagaan of een pacemaker nodig is of controleren of deze goed werkt;
- beoordelen van de effectiviteit van medicatie tegen ritmestoornissen;
- in uitzonderlijke gevallen diagnosticeren van kransslagadervernauwingen en zuurstoftekort van de hartspier.
Interpretatie van de gegevens
De gegevens die in de recorder zijn opgeslagen, worden gelezen door een computer en geanalyseerd door een cardioloog.
Relevante stukjes opname die afwijkingen tonen, kunnen ook geprint worden. Bij de meest moderne apparaten kunnen de opnames via gsm doorgestuurd worden naar de cardioloog, die zeer ervaren is in het interpreteren ervan. Hij moet wel inschatten of bepaalde afwijkingen niet op mogelijke technische problemen van het toestel zelf wijzen.
Verder moet de cardioloog rekening houden met de invloed van de leeftijd van de patiënt en van mogelijke onderliggende aandoeningen.
Een normale ECG-opname tijdens de klachten betekent dat de oorzaak niet in het hart ligt. Dan zal verder gezocht moeten worden naar een andere oorzaak.
Als er echter tijdens de opnames geen symptomen waren, en het onderzoek is negatief, dan is een ernstige ritmestoornis niet uitgesloten. In dergelijke gevallen zal een event-recorder of een tele-ECG gebruikt worden, om zeker opnames te hebben op het moment van de klachten.
Meer weten?
- https://www.hartwijzer.nl/ecg
- https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/medische-onderzoeken/holteronderzoek