Wat is een oogtest?
Bij een oogtest worden verschillende onderdelen van het zicht onderzocht:
- gezichtsscherpte: hoe goed je van ver en van dichtbij ziet;
- contrastgevoeligheid: in hoeverre je kleine verschillen in helderheid kan onderscheiden tussen aangrenzende oppervlakken;
- gezichtsveld: het gebied dat je ziet zonder je hoofd of ogen te bewegen. Met één oog open is je gezichtsveld normaal 150 graden. Met twee ogen open is het 180 graden;
- kleurenzicht: hoe goed je kleuren kan onderscheiden;
- nachtzicht: hoe goed je ziet in het donker. Het onderscheiden van licht en donker is daarvoor van belang.
Er wordt ook bekeken of je herkent wat je ziet en de betekenis ervan begrijpt. Bij hersenaandoeningen is dat bijvoorbeeld niet altijd het geval.
Doel van het onderzoek
Problemen met je zicht kunnen een impact hebben op je dagelijks leven: thuis, in je vrije tijd, op school of op het werk. Het doel van een oogtest is daarom: je zicht beoordelen en op basis daarvan vaststellen of je visuele hulpmiddelen nodig hebt om zo zelfstandig mogelijk te leven.
Hoe verloopt een oogtest?
Gezichtsscherpte
De gezichtsscherpte wordt gemeten aan de hand van de kleinste cijfers of letters die je kan lezen vanaf een vaste afstand en op leesafstand. Bij kinderen gebeurt dat met symbolen in plaats van letters of cijfers.
Contrastgevoeligheid
De contrastgevoeligheid wordt gemeten aan de hand van een rastertest. In het raster zijn oppervlakken te zien met een verschil in helderheid. Hoe zwakker de schaduw die je ziet, hoe beter de contrastgevoeligheid.
Gezichtsveld
Om je gezichtsveld te beoordelen, gaat je zorgverlener tegenover je zitten en kijkt in je ogen. Hij of zij gaat met de handen naar de randen van het gezichtsveld en vergelijkt zo zijn of haar eigen gezichtsveld met dat van jou. Op die manier kan tunnelzicht worden ontdekt (alsof je door een buis kijkt).
Het gezichtsveld kan ook nauwkeuriger gemeten worden, met een toestel. Dat toestel bevat in het midden een kleine bal op een dun stokje, dat in verschillende richtingen kan bewegen. Je kijkt vooruit, houdt je ogen op de lijn in het midden en geeft aan wanneer en aan welke kant je de bal ziet.
Kleurenzicht
Kleurenzicht wordt onderzocht aan de hand van een test die zich vooral richt op het onderscheiden van rood- en groentinten. Er kunnen extra tests afgenomen worden.
Nachtzicht
Om het nachtzicht te testen, wordt gekeken hoe snel je oog zich aanpast aan het donker.
Baby’s en jonge kinderen
Bij baby’s en jonge kinderen worden andere technieken gebruikt om het zicht te onderzoeken. Het onderzoek gebeurt door Kind en Gezin.
Bij baby’s gaat de zorgverlener van Kind en Gezin na:
- of ze oogcontact maken;
- of ze reageren op een glimlach.
Normaal is oogcontact mogelijk vanaf de leeftijd van 6 weken en reageert een kindje ten laatste op 12 weken op een glimlach.
Rond de leeftijd van 12 en 30 maanden neemt Kind en Gezin een oogtest af.
Als er een vermoeden is dat je kindje oogproblemen heeft, dan word je doorverwezen naar een gespecialiseerd centrum voor verder onderzoek.
Lees meer over oogtests en oogproblemen bij jonge kinderen.
Kinderen
Bij kinderen wordt het zicht gecontroleerd in vier domeinen:
- communicatie en interactie;
- oriëntatie in de ruimte en bij beweging;
- dagelijkse activiteiten;
- taken op korte afstand die precisie vragen, zoals lezen en knutselen.