Wat is het?
Het hart is een grote holle spier, ongeveer in het midden van de borstkas. De functie van het hart is om het bloed doorheen het lichaam te pompen via de longen voor zuurstofopname en daarna door de rest van het lichaam om de organen van zuurstof te voorzien.
Delen van het hart
Het hart bestaat uit twee delen, een rechter- en een linkerhart. Het rechterhart pompt het bloed naar de longen (kleine bloedsomloop) en het linkerhart pompt het bloed doorheen de rest van het lichaam (grote bloedsomloop). Beide harthelften hebben een voorkamer en een kamer.
Het bloed bereikt beide harthelften in de voorkamers. De hartspier pompt het bloed van de voorkamers via een hartklep naar de kamers en dan van de kamers via een andere hartklep naar de grote bloedvaten. De vier hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de juiste richting stroomt en niet kan terugstromen.
Tussen de linkervoorkamer en de linkerkamer zit de mitraalklep, tussen de rechtervoorkamer en de rechterkamer de tricuspidaalklep, tussen de linkerkamer en de aorta de aortaklep, en tussen de rechterkamer en de longslagader de pulmonaalklep.
Aandoeningen
Er bestaan verschillende soorten hartklepaandoeningen. Een klep kan verkalken en daardoor niet meer volledig openen. Ze kan ook te slap worden en niet meer volledig sluiten. Als een klep niet goed opent of niet goed sluit, zal er een geruis te horen zijn wanneer je met een stethoscoop naar het hart luistert.
Risicofactoren
Veruit het grootste deel van de niet-aangeboren hartklepaandoeningen ontstaat met het ouder worden. Precies zoals aders verkalken, kunnen ook kleppen verkalken en verstijven.
Andere risicofactoren zijn een hoge cholesterol, een hoge bloeddruk, roken, overgewicht ... Ook ontstekingsziekten zoals reuma kunnen een uitlokkende factor zijn.
Hoe vaak komt het voor?
De meest voorkomende niet-aangeboren hartklepafwijking (40% van alle hartklepaandoeningen) is een vernauwing van de aortaklep (aortastenose). Ongeveer de helft van alle 80-plussers heeft een vorm van aortaklepvernauwing. Bij 4% is de aandoening zo ernstig dat ze aanleiding geeft tot hartfalen.
De tweede meest voorkomende niet-aangeboren hartklepaandoening bij volwassenen is een mitralisklep die niet meer goed sluit (mitralisinsufficiëntie).
Andere hartklepaandoeningen komen veel minder vaak voor:
- tricuspidalisklep die niet meer goed sluit (tricuspidalisinsufficiëntie);
- mitralisklep die niet meer goed opent (mitralisstenose);
- aortaklep die niet meer goed sluit (aorta-insufficiëntie).
Hoe kan je het herkennen?
Het duurt meestal jaren vooraleer hartklepaandoeningen zo ernstig zijn dat ze klachten veroorzaken.
Vernauwing van de aortaklep (aortastenose)
Doordat de aortaklep minder goed opent, zal de linkerhartkamer harder werken om dit te proberen opvangen en zo toch zoveel mogelijk bloed naar het lichaam te pompen. Hierdoor zal de hartspier dikker worden.
Je kan de volgende symptomen hebben:
- Inspanningen zullen merkbaar minder vlot gaan.
- Mogelijke klachten zijn kortademigheid en pijn op de borst.
- In vergevorderde stadia kan er bij inspanning je zelfs flauwvallen optreden.
- Een plotse dood is zeldzaam.
- Bij ongeveer een vijfde van de personen met een aortaklepvernauwing ontstaat er een verhoogde bloedingsneiging, vooral in het maagdarmstelsel.
Mitralisklep die niet meer goed sluit (mitralisklepinsufficiëntie)
Lichte tot matige vormen veroorzaken geen klachten. Omdat de klep niet meer goed sluit, kan er tijdens de samentrekking van het hart wat bloed terugstromen naar de longen. Hierdoor kan er vocht in de longen komen (longoedeem).
Je kan de volgende symptomen hebben:
- Vooral kortademigheid treedt op, eerst bij inspanning, later zelfs in rust.
- Ook hartkloppingen, een onregelmatige hartslag en pijn op de borst kunnen aanwezig zijn.
- Door vochtopstapeling kunnen de benen opzwellen (oedeem) en kan de lever uitzetten met buikpijn tot gevolg.
- Ook het gewicht neemt toe.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts zal dikwijls de diagnose al stellen wanneer hij een geruis hoort. De aard ervan verandert naargelang het soort afwijking. Om de aandoening te bevestigen, kan je arts de volgende basisonderzoeken doen: een echocardiografie en een onderzoek van de bloedvaten van het hart (doppleronderzoek).
Een echocardiografie is een echografie, volledig pijnloos, waarbij de arts gel op de borstkas aanbrengt om het hart en de hartkleppen zichtbaar te maken. Met een doppleronderzoek worden de bloedstromen in het hart en de bloedvaten getoond.
Wat kan je zelf doen?
- Probeer zo gezond mogelijk en rustig te leven.
- Vermijd zware en plotse fysieke inspanningen.
- Blijf in beweging binnen de grenzen van de klachten.
- Let op je gewicht.
- Rook absoluut niet.
- Bij kortademigheid in rust kan het nuttig zijn om het hoofd- en voeteneinde van je bed wat te verhogen.
Wat kan je arts doen?
Er bestaan nog geen behandelingen die de evolutie van kleplijden doen stoppen. Wel zal je arts de gevolgen, zoals hartfalen, behandelen.
Bij ernstige structurele afwijkingen met klachten en bij een aanvaardbaar operatierisico, zal je arts hartklepchirurgie overwegen. Daarbij wordt de zieke klep vervangen door een kunstklep. Is het risico op complicaties bij de hartoperatie te groot, dan kan soms een vervanging van de zieke klep gebeuren via een katheter.
Meer weten?
- https://www.hartcentrumhasselt.be/patient/werking-van-het-hart
- https://www.hartwijzer.nl/hartkleppen
- https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/hartklepaandoening