Wat is het?
Bij sommige aandoeningen kan men niet meer plassen, waardoor de urine zich ophoopt in de blaas. Om de blaas te ledigen kan men dan een katheter gebruiken, een buisje waarlangs de urine kan afvloeien. Deze kan ingebracht worden in de blaas via de plasbuis (blaaskatheter) of langs een kleine insnede in de onderbuik (cystostomie).
Hoe wordt de methode gekozen?
De voorkeur gaat uit naar een blaaskatheter. Deze kan men inbrengen telkens als het nodig is (sondage) of laten zitten voor een langere periode (verblijfskatheter). Het nadeel van een verblijfskatheter is dat er na verloop van tijd altijd een besmetting met bacteriën optreedt. Daarom is het herhaald inbrengen (sondage) beter, en wordt een verblijfskatheter enkel geplaatst als er een duidelijke medische reden voor is.
Als men geen katheter kan plaatsen, bijv. wegens een obstructie of omdat de omstandigheden thuis het niet toelaten, zal men kiezen voor een kleine insnede in de onderbuik.
Wat kan je zelf doen?
Een gewone blaaskatheter kan je zelf plaatsen en weer verwijderen. Dit wordt uiteraard aangeleerd. Er bestaan katheters die al voorzien zijn van een glijmiddel, zodat je ze enkel moet natmaken voor het inbrengen. Was altijd eerst zorgvuldig je handen. Als je helemaal niet meer kunt plassen, wordt aanbevolen om 4 maal per dag de blaas leeg te maken.
Wat kan de arts doen?
Een verblijfskatheter plaatsen of een kleine insnede maken in de onderbuik gebeurt steeds in het ziekenhuis.
De katheter moet om de 3 maanden vervangen worden. Zodra men weer (herhaaldelijk) normaal kan plassen, kan de katheter verwijderd worden. Infecties worden enkel behandeld als er klachten zijn, aangezien er na verloop van tijd altijd besmetting met bacteriën optreedt.
Meer weten?
https://www.lumc.nl/patientenzorg/patienten/patientenfolders/zelf-catheterisatie